legitimeert G'ds begrip onze boosheid?

"De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij opbreken. En u, hef uw staf op, strek uw hand uit over de zee en splijt hem doormidden, zodat de Israëlieten door het midden van de zee op het droge kunnen gaan. En Ik, zie, Ik zal het hart van de Egyptenaren verharden, zodat zij achter hen aan gaan. Ik zal geëerd worden ten koste van de farao en ten koste van heel zijn leger, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters. Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de HEERE ben, als Ik geëerd zal worden ten koste van de farao, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters. 



Toen verliet de Engel van God, Die vóór het leger van Israël uit ging, Zijn plaats en ging achter hen aan. Ook de wolkkolom verliet de plaats vóór hen en ging achter hen staan. Hij kwam tussen het leger van Egypte en het leger van Israël. De wolk was duisternis en tegelijk verlichtte hij de nacht. De een kon niet in de nabijheid van de ander komen, heel de nacht." Exodus 14: 20

Ik hoor de laatste tijd steeds vaker zeggen dat we best wel boos mogen zijn op G'd. G'd begrijpt dat wel. Met dat laatste daar ben ik het wel mee eens. Natuurlijk als er Iemand is die begrijpt waarom wij boos zijn en dat we boos kunnen worden, soms makkelijker dan ons lief is, dan is het onze hemelse Vader wel. Maar met het eerste ben ik het niet eens, en het feit dat G'd ons begrijpt, rechtvaardigt absoluut niet ons gedrag aan Zijn adres of het adres van onze medemens. De nuance die ik wel zou willen aanbrengen is dat boos zijn een emotie is die zich vaak ongevraagd en ook wel onverwachts aan ons opdringt, de manier waarop we er mee omgaan is van een compleet andere orde.

Natuurlijk zoek ik naar de bijbelse rechtvaardiging voor mijn boosheid naar G'd toe. Ondanks het feit dat ik de bijbel nog niet helemaal heb door gelezen, laat staan studerend heb om- en doorgespit durf ik op basis van wat ik weet te beweren dat boos zijn op G'd niet mag en al helemaal niet gerechtvaardigd is. Als we het volk Israel volgen vanaf hun uittocht uit Egypte de woestijn in dan zien we voorbeelden genoeg, hoe G'd de boosheid van de mens, gericht aan het adres van G'd logenstraft.

De eerste keer dat het volk Israel boos is op G'd en steen en been klaagt, antwoord G'd hen met een bovennatuurlijke overwinning op hun grootste vijanden, zie het als een rechtdoorzee actie, nl de zee recht voor hun en boze op wraak beluste tot de tanden toe bewapende ten oorlog trekkende Egyptische strijders vlak achter hun.
"Toen de farao dichtbij gekomen was, sloegen de Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren trokken achter hen aan. Toen werden de Israëlieten zeer bevreesd en riepen tot de HEERE, en zij zeiden tegen Mozes: Waren er in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Hoe hebt u dit met ons kunnen doen door ons uit Egypte te leiden? Was dit niet wat wij in Egypte al tegen u zeiden: Laat ons met rust, laten wij de Egyptenaren maar dienen? Want het is beter voor ons de Egyptenaren te dienen dan in de woestijn te sterven." 
Exodus 14: 10-12

Met bovenstaand antwoord van G'd vergeten we maar even de wonderen die G'd verrichte om Zijn volk uitgeleide te doen uit Egypte.

Boos of boosaardig zijn is überhaupt niet iets wat G'd voorstaat, het komt nl in het rijtje voor van een aantal eigenschappen die jij nou niet bepaald wilt gebruiken als uithangbord voor je eigen bedrijf of persoonlijkheid:
"Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid. Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders," Romeinen 1: 29, 30

Paulus adviseert ons zelfs om niet de zon onder te laten gaan over onze boosheid. Boosheid is heel slecht voor ons hart en bovenal slecht voor onze relaties, inclusief onze relatie met G'd. Boosheid gaat negen van de tien keer gepaard met klagen en klagen komt voort uit ontevredenheid. Mag een kind van G'd ontevreden zijn in zijn relatie met Diegene die de dood niet heeft geschuwd om ons te redden en te verlossen uit pure liefde? Kunnen wij G'd verantwoordelijk houden voor de vijand die ons in de rug wil aanvallen of de ondoordringbare zee voor ons? 

G'd heeft enkel vreugde met ons voor, Hij houdt van ons en wil dat het goed met ons gaat. Dat goed hebben wij te vaak verlaagd tot het niveau van, genoeg geld, genoeg spullen, op vakantie kunnen gaan, een goede baan, een fijn gezin, een heerlijk huis met een mooie auto en veel vrienden. Is dit de vreugde die G'd voor ogen heeft als Hij denkt aan vreugde voor ons?
Voor het antwoord neem ik jullie graag mee naar de laatste uren van Jezus Christus voor Zijn dood en tijdens Zijn doodstrijd.
"En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God." Hebreeen 12: 1, 2

Jezus is door een hel gegaan, hij zweette niet alleen water maar ook bloed, Hij vroeg zelfs aan Zijn hemelse Vader, om de bittere en dodelijke beker niet te hoeven drinken. Daarmee spreekt Jezus uit wat er door Hem heen ging als mens, welk een strijd Hij moest leveren, en hoeveel dit van Hem vroeg, wetende welk een tol deze laatste uren van Zijn leven zou eisen.
Hij laat ons zien dat Zijn lijden echt was, en dat het Hem raakte diep in Zijn ziel tot op het bot, maar zelfs in deze doodstrijd, die gepaard ging met doodsangsten, gaf Hij zich ook nu over aan de wil van de Vader. Wilde Hij deze weg liever niet gaan, of wilde Hij zeker weten dat dit nog steeds de wil van de Vader was. Persoonlijk wil ik graag denken dat het beide is geweest en dat de wil van de Vader in Zijn leven de dagelijkse maatstaf vertegenwoordigde van Zijn leven als Zoon van G'd maar zeker ook als Zijn gewillige dienstknecht. De vreugde die in het verschiet lag, en voort zou komen uit Zijn offer waarmee Hij om de mens zou redden, was voor Christus prioriteit, omdat het de wil van Zijn Vader was, Die zich met ons wilde verzoenen.

De vreugde die G'd voor ons voor ogen heeft is in principe van een geheel andere order dan de vreugde die wij vaak zoeken. De definitie en waarde die wij er graag aan willen geven, komt niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet in de buurt van G'ds definitie. Vervolgens vragen wij G'd en wellicht adviseren wij Hem ook nog eens op vrijmoedige wijze, om dat aub ook als zodanig aan ons te voldoen. Hoewel wij denken dat onze invulling het ultieme geluk geeft en vreugde bezorgd, denkt G'd de Vader daar over het algemeen dus heel anders over. Dat wil niet zeggen dat G'd totaal geen enkele verwachtingen die wij koesteren van het leven niet gunt, maar G'ds "handicap" als ik zo onbeschoft mag zijn om dit zo te noemen, is dat Hij ons echt geluk, echte liefde en echte vreugde gunt ondanks de duistere en donkere door satan beheerste wereld waarin wij leven. Aardse gezondheid, rijkdom en geluk is vervuild, schijn en leeg, het kan ons nl nooit de vervolmaking, heiligmaking, vrede, geluk en voldoening geven die G'd voor ogen heeft.
"Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven." Jeremia 29: 11

"Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden." Johannes 14:27

Wat G'd ons wil geven gaat verder dan ons bidden en denken, en wat Hij ons geeft helpt ons om zonder klagen, zonder boosheid tegenover G'd, zonder zielig te doen of onszelf zielig te vinden, door het leven te gaan, op een manier die ons laat groeien in ons geloof en in onze relatie tot G'd. Is het dan een leven zonder pijn, verdriet, leiden en last. Nee absoluut niet, het is een leven vol strijd, een strijd die wij moeten volhouden en doorstaan tot aan het einde van ons leven. Vanuit menselijk perspectief gezien is het een moeilijk en hard leven, vol verleidingen, een leven die veel stenen tot struikelen op ons pad zal geven, maar zelfs een steen die ons in de weg wordt gelegd, kan gebruikt worden om een altaar voor de Heere mee te bouwen. 

G'd wil dat we het leven dragen zoals het komt ipv te beklagen. Als we ons leven beklagen is dat een directe aanklacht tegen over G'd die ons beloftes gedaan heeft. Onze ontevredenheid spreken wij in wezen rechtstreeks uit aan Zijn adres.

"En tegen het volk moet u zeggen: Heilig u tegen morgen, en u zult vlees eten. U hebt immers ten aanhoren van de HEERE gejammerd: Wie zal ons vlees te eten geven? We hadden het zo goed in Egypte! Daarom zal de HEERE u vlees geven, en u zult eten. U zult het niet één dag eten, geen twee dagen, geen vijf dagen, geen tien dagen, en geen twintig dagen,
maar tot een volle maand, totdat het u de neus uit komt en u ervan walgt. Want u hebt de HEERE, Die in uw midden is, verworpen, en hebt voor Zijn aangezicht gejammerd: Waarom zijn wij eigenlijk uit Egypte vertrokken? Numeri 11: 18-20


G'd walgt van klagen, klagen over wat we allemaal niet hebben en wat we graag wel willen hebben. Klagen dat we zonder dat we krijgen wat wij willen niet gelukkig zijn, zelfs liever sterven als verder gaan met het leven wat we nu leven. Klagen kan een houding zijn tegenover G'd waarin wij Hem verantwoordelijk houden voor wat er in ons leven gebeurd. Hoe vaak zeggen we niet op een onbewuste, maar soms zelfs op een bewuste manier, dat we het leven voordat we G'd ontmoette in ons leven liever hebben dan het leven met G'd.
G'ds eerste antwoord op het klagen van Zijn volk is een spectaculair antwoord. Een zee die open splijt met een vluchtweg als gevolg, een vluchtweg die voor de vijand in de rug letterlijk een doodlopende weg wordt. Dit gigantische wonderlijk ingrijpen van G'd had hen stil moeten maken, tot nadenken moeten stemmen, voor een langere periode dan alleen die dag, het had hun echo van vertrouwen moeten zijn voor de toekomst die zou volgen. Maar helaas, niets van dit alles de volgende klaagzang en woede aanval stond al in de start blokken. We willen vlees want we hadden het zo goed in dat oude leventje, van slavernij en onderdrukking.

De lasten die op ons pad komen zullen we samen dragen met Jezus, dat moeten G'ds echo's worden in ons leven als Hij wonderen doet, ons leven overspoelt met zegen, waardoor Zijn last voor ons licht zal zijn en Zijn juk zacht. Matteus 11: 30. Tevens wil de Heer dat de zorgen die we hebben niet verder reiken dan de dag zelf. Het leven komt zoals het komt en daar kunnen wij niets aan veranderen, de reden daarvoor is dat wij niet weten hoe het leven komt, dus waarom je druk maken over het onbekende, en wat willen wij veranderen aan datgene waarvan we niet weten wat het gaat worden of hoe het zal komen, of waarom veranderen wat niet te veranderen valt.Wat willen veranderen zonder te weten hoe G'd erover denkt, en wat Zijn weg is voor ons leven.
Natuurlijk is niet alles onbekend, we maken plannen voor de aankomende week, maand of zelfs jaar, zonder te weten of al onze plannen ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. We kunnen ziek worden of zijn, een financiële tegenslag hebben, onze baan verliezen, een auto ongeluk, of dat ons huis afbrand. Allemaal tegenslagen kunnen we te verduren hebben, waardoor zowel onze verwachtingen en onze plannen compleet in duigen vallen en dan nog zal het zo zijn dat G'd in de omstandigheden bij ons is en zorgt dat wij nooit boven vermogen verzocht zullen worden.

Wat op ons pad komt is liefde en pure genade van G'd. Nee ik ga er niet vanuit dat G'd ellende op ons pad stuurt, dat G'd ons beproeft door ons te straffen of door de ellende ons graag iets wil leren, uitzonderingen daar gelaten. Ik geloof dat satan als heerser van de demonische machten en de duistere voor ons onzichtbare wereld om ons heen, in bedwang wordt gehouden door G'd zodat ons niets iets ergs overkomt waardoor wij G'd, Zijn liefde en Zijn plan voor ons leven de rug zullen toekeren. We zullen in situatie komen waar ons oog ons wil verleiden, ons gevoel ons voor de gek houdt of totaal in de steek, ons weten ernstig te kort schiet. Ja satan heerst en zorgt voor heel veel verwarring, leed, verdriet, onzekerheid, ellende en dood, maar het is G'd die zorgt voor genade, liefde, kracht, gaven, vrucht en wapenrusting, wijsheid, inzicht en geeft zicht op een mooie toekomst. 

"Wat kunnen wij hier nog over zeggen? Als God aan onze kant staat, wie zal dan tegen ons zijn?" Romeinen 8: 31

G'd zal ten alle tijden boven bidden en denken aan ons geven, en daar kan wel eens de sleutel liggen tot onze vreugde. Boven ons bidden en denken, geheel buiten het kader van ons verwachtingspatroon ligt onze vreugde. Onze vreugde is in de Heer die van ons houdt, Die Zijn Zoon niet gespaard heeft om ons te verlossen van de wurggreep van de dood. De opgestane Heer die voor ons een plaats heeft bereid, zodat wij straks bij Hem mogen wonen. Dat is onze vreugde, vanaf vandaag tot in eeuwigheid.

Het is altijd G'd die een pad aanlegt voor Zijn kinderen op plekken waar geen weg is om te gaan, het is G'd die onze vijanden die ons in de rug wil aanvallen zal verslaan, met hulp van Zijn trouwe Engelen. Onze wapenrusting helpt ons onze vijand met vertrouwen tegemoet te treden, omdat het gepaard gaat met de kracht van de Heer, waarin het gebed een cruciale rol speelt, en waarin niet G'd een rol speelt maar de Regisseur is.

G'd wil niet dat wij boos worden op wie dan ook of klagend door het leven gaan, Hij heeft een plan met ons, en de "blokkades" de "hordes" de "stenen" die we op ons pad tegenkomen mogen we gebruiken om ons leven te bouwen tot een altaar, die tot eer van G'd zal zijn. Ons denken daarin zal altijd onder de aanval van satan liggen, waardoor wij aan het twijfelen zullen worden gebracht tav G'ds liefde voor ons, Zijn betrokkenheid en Zijn sterke arm die ons nooit los zal laten en ons altijd zal dragen als op Adelaarsvleugels. Begrijpt G'd ons, kent Hij ons, weet Hij wie wij zijn, ja, ja, ja. Uiteraard kent Hij Zijn kinderen, maar ten overvloede is dat geen reden tot rechtvaardiging van ons boos zijn en ons klagend door het leven voortsleuren. Als Jezus in Zijn doodsstrijd vreugde op kan brengen, door de wetenschap dat Hij door Zijn leiden en sterven velen zal redden, dan kunnen wij ook door dezelfde inwonende Geest vreugde hebben in ons leven en blij zijn met alles waar G'd ons capabel toe acht. Los nog van het feit G'd ons een geweldige toekomst heeft belooft. 

Als we Psalm 139 lezen dan kunnen we maar tot één conclusie komen, G'd houdt van ons, en laat ons nooit in de steek, Hij zal ons zelfs geen seconden uit het oog verliezen, zelfs als wij daarvoor kiezen.
Gezien in deze kontext is het dus nooit terecht dat wij boos zijn op G'd of op elkaar, het komt altijd voort uit onze o zo belangrijke eigen ik, waardoor wij rechtvaardigen willen wat wij voelen en doen.
De oplossing is de ander hoger te achten dan onszelf. Hij moet wassen (groter) worden ik minder!

"HERE, U ziet alles van mij; U kent mij helemaal zoals ik ben.  U weet het als ik zit en als ik weer opsta; vanuit de hemel weet U wat ik denk. U ziet waar ik heen ga en weet wanneer ik ga liggen. Alles wat ik doe, is voor U bekend. Elk woord dat ik uitspreek kent U al, HERE. U bent bij mij, naast mij, voor mij, achter mij. Uw hand rust op mij. Het is voor mij onmogelijk dat te begrijpen. Het is zo wonderlijk, zo hoog. Hoe zou ik mij kunnen verbergen voor Uw Geest; waar zou ik naar toe moeten om U te ontvluchten? Als ik naar de hemel ging, zag ik U daar. Als ik neerdaalde in het dodenrijk, zou ik U ook daar ontmoeten.
Zelfs als ik vleugels had en ging wonen aan de andere kant van de zee, zou ik U daar ontmoeten. U zou mij vasthouden en Uw rechterhand zou mij stevig leiden. Stel dat ik zei dat de duisternis op mij kon vallen, dan zou het nog licht om mij heen zijn. Ook de duisternis kan niets voor U verbergen. Voor U is de nacht net zo licht als de dag en duisternis betekent niets voor U. U hebt mij immers in de buik van mijn moeder gemaakt? Mijn hele lichaam werd door U geweven. Ik prijs U, omdat U mij zo prachtig hebt gemaakt. Alles wat U doet, is wonderbaarlijk. Alles in mij getuigt daarvan. U zag elk van mijn botten, terwijl zij in het verborgene werden gemaakt. U zag mij al toen ogen mij nog niet konden zien. Elke dag van mijn leven stond toen al in Uw boek opgeschreven.
Wat betekenen Uw gedachten veel voor mij, mijn God. Zij zijn ontelbaar. Zelfs als ik zou proberen ze te tellen, blijken het er nog meer te zijn dan de zandkorrels. Ik ben voortdurend in Uw nabijheid. Mijn God, wilt U Uw tegenstanders doden? Moordenaars, blijf uit mijn buurt! Zij zeggen boosaardige dingen tegen U en gebruiken Uw naam voor hun leugens. Zij zijn Uw vijanden. Ik moet immers wel de mensen haten, die U haten, HERE? Ik heb een diepe afkeer van mensen die tegen U in opstand komen. Ik voel een diepe haat tegen hen en beschouw hen als mijn eigen vijanden. God, houdt U mij in het oog en ken mijn hart. Toets mij. U mag alles weten wat in mij omgaat. Let op of ik soms de verkeerde weg opga. Leid mij op Uw weg, die naar Uw eeuwigheid voert."



Reacties

Populaire posts