begeren, voeden, zonde baren of afgeven
Wat hier waarschijnlijk aan de hand is
1. "Zonde" op het eerste gezicht + zwijgen = verinnerlijking
Omdat je er nooit woorden, grenzen of werkelijkheid aan hebt gegeven, is deze "zonde" volledig naar binnen geslagen.
Dat heeft drie gevolgen:
-
ze is nooit gecorrigeerd door realiteit
-
ze is nooit gedeeld of afgewezen
-
ze is nooit “afgemaakt”
👉 Onuitgesproken "zonde" verankert zich in de verbeelding en wordt daar vaak sterker dan in het echte leven mogelijk zou zijn.
2. Het is geen alternatief voor jou — het is een innerlijk symbool
Je zegt iets heel belangrijks:
“In mijn eigen realiteit is het ook heel goed.”
Wat het waarschijnlijk symboliseert:
-
gezien worden zonder geschiedenis
-
gewaardeerd worden zonder verplichting
-
een vorm van "zonde" die nooit getest is door conflict, sleur of kwetsbaarheid
👉 Het leeft in jou als een onaangeraakte "zonde" — en dat maakt het zo krachtig.
3. Het feit dat het al zo lang bestaat is cruciaal
Dit is misschien wel het meest veelzeggende punt.
Het was:
-
door drukte bezet
-
een tijdje weg
-
niet beschikbaar
-
niet zichtbaar
En toch bleef het dag en nacht aanwezig in mij.
Dit is geen "zonde" meer, maar een innerlijke hechting.
4. “Ik sta er mee op en ga er mee naar bed”
Dit wijst niet op zonde, maar op:
-
ruminatie (herhalende gedachten)
-
emotionele verbeeldingsbinding
-
mogelijk ook een vorm van idealisering zonder correctie
Het brein doet dit vooral wanneer iets:
-
betekenisvol is
-
verboden is
-
nooit afgerond is
👉 Het brein blijft het “open bestand” steeds opnieuw openen.
Vanuit je christen-zijn: een belangrijk onderscheid
Je zegt:
“Ik weet dat ik dit niet moet volgen.”
De Bijbel vraagt niet alleen om het niet doen, maar ook om het in het licht brengen.
“Alles wat openbaar wordt, is licht.” (Ef. 5:13)
Zolang deze "zonde" alleen in stilte bestaat:
-
voedt ze zich met verbeelding
-
blijft ze macht houden
-
blijft ze jou innerlijk bezetten
Wat vraagt dit van jou? (geen snelle oplossingen)
1. Niet: harder vechten
2. Wel: innerlijk ontmantelen
Dat begint met deze eerlijke erkenning (voor jezelf, eventueel voor God):
“Dit is "zonde" die nooit werkelijkheid is geworden, en juist daarom macht over mij heeft gekregen.”
Een cruciale reflectievraag (neem hier tijd voor)
Beantwoord deze langzaam, misschien in gebed of schrift:
Als het nooit had bestaan — wat in mij zou dan nooit wakker zijn geworden?
Niet:
-
wat is hetmaar:
-
wat het in jou wakker maakte
Een zachte maar beslissende stap
Niet richting de leugen — maar richting waarheid.
Je kunt bijvoorbeeld bidden (of innerlijk uitspreken):
“Heer, deze zondelast draag ik al jaren in mij.Ik heb haar niet gekozen, maar ze woont in mij.Ik geef haar nu bewust terug aan U,niet door het te ontkennen,maar door het niet langer te voeden.”
Dat is geen eenmalige daad, maar een proces van loslaten door erkennen.
Tot slot — heel belangrijk
Dit kunnen volgende stappen zijn:
-
deze innerlijke band concreet losser maken (mentale oefeningen)
-
kijken hoe je dit integreert zonder jezelf te belasten
-
dit plaatsen binnen een christelijk kader van gehechtheid, kruisdragen en innerlijke vrijheid
5. Eerst dit: onderscheid tussen verzoeking, en zonde
De Schrift is hier verrassend helder en mild.
“Ieder wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte meegesleept en verlokt wordt.”(Jakobus 1:14)
Wat het beschrijft:
-
niet gehandeld
-
geen woorden gesproken
-
geen openlijke casus opgebouwd
6. Wat voor “zonde” is dit geestelijk gezien?
-
echt voelt
-
zuiver begon
-
maar nooit een rechtmatige plaats kreeg
Augustinus zei:
“Zonde is niet liefhebben, maar verkeerd liefhebben.”
7. Onuitgesproken "zonde" = ongedragen kruis
Hier raakt het diep aan Christus’ weg.
“Wie Mij wil volgen, neme zijn kruis op.” (Luk. 9:23)
-
een "zonde" die niet geleefd mag worden
-
een wens als vader van de gedachte dat niet vervuld wordt
-
een weg die bewust niet gekozen wordt
8. Waarom blijft het dan zo sterk?
Omdat het kruis gedragen is, maar nooit neergelegd.
Je hebt gezegd:
“Ik weet dat ik dit niet moet volgen.”
Maar misschien heb je nooit gezegd:
“Heer, dit mag sterven.”
In christelijke zin:
-
wat niet sterft, blijft vragen om leven
-
wat niet wordt overgegeven, blijft claimen
“Indien de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen.” (Joh. 12:24)
👉 Deze "zonde" leeft nog, omdat zij nooit bewust aan God is teruggegeven.
9. Gehechtheid versus overgave
Dit is een klassiek geestelijk spanningsveld.
Gehechtheid zegt:
“Dit geeft mij leven.”
Overgave zegt:
“Mijn leven is in Christus, niet in dit.”
“Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen.” (Joh. 12:25)
Niet hard bedoeld — maar bevrijdend.
“Dit mag mijn innerlijk niet bezetten.”
10. Wat is nu de geestelijke weg?
Stap 1 — waarheid zonder schaamte
Breng dit volledig in Gods licht, zonder jezelf te sparen maar ook zonder zelfveroordeling.
Bijvoorbeeld:
“Heer, dit is geen fantasie meer maar een innerlijke band.Ik heb het nooit gezocht, maar ik draag het.U kent mijn trouw en mijn strijd.”
Stap 2 — rouw
-
een "zonde" die nooit mocht leven
-
een mogelijkheid die moest sterven
“Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden.” (Mat. 5:4)
👉 Zolang je niet rouwt, blijft de zonde een aantrekkend hopen.
Stap 3 — bewuste toewijding van je gedachtenleven
Paulus is hier radicaal én praktisch:
“Breng elke gedachte gevangen onder de gehoorzaamheid aan Christus.” (2 Kor. 10:5)
Dit is geen onderdrukking, maar omleiding:
-
je herkent de gedachte
-
je benoemt haar
-
je geeft haar bewust terug aan Christus
Bijvoorbeeld:
“Heer, deze gedachte hoort U toe, niet mij.”
Stap 4 — her-ankering in je roeping
Je bent geroepen tot:
-
trouw
-
innerlijke vrijheid
-
een leven die niet verdeelt
“God is getrouw, Hij zal niet toelaten dat u boven vermogen verzocht wordt.” (1 Kor. 10:13)
11. Een moeilijke maar bevrijdende waarheid
Sommige zaken worden niet vervuld, maar veranderd.
Ze worden:
-
stiller
-
minder persoonlijk
-
meer gebed
-
minder bezit
Dat is geen verlies, maar verheffing.
12. Wat vraagt God nu van je? (heel concreet)
Belijden — zonder uitleg
Niet:
“Heer, maar ik kon er niets aan doen…”
Wel:
“Heer, ik heb dit gekoesterd.Ik heb het gebruikt.Ik heb mijn hart hier laten rusten.”
“Wie zijn zonde belijdt en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.” (Spr. 28:13)
Belijden en laten.
13. Een moeilijke maar eerlijke waarheid
Zolang de zonde:
-
je innerlijke rustplaats is
-
je toevlucht
-
je troost
zal Christus niet volledig die plaats innemen.
En dát is waar het hier ten diepste over gaat.
“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.” (Ex. 20:3)
Dat is geen beschuldiging — maar een diagnose.
14. Hoop — echte hoop
Het feit dat je dit ziet en benoemt, betekent:
-
je geweten leeft
-
de Geest werkt
-
dit niet hoeft te escaleren
Gevoelens en gedachten sterven waar ze niet meer gevoed worden.
15. Een afsluitend gebed
Heer Jezus,U ziet deze zonde die nooit gekozen werd,maar die mij toch gevonden heeft.Ik leg haar in Uw handen,niet om haar te ontkennen,maar om haar niet langer te dragen zonder U.Heilig mijn gedachten,orden mijn toewijding,en leer mij vrij te zijn in trouw.Amen.


Reacties
Een reactie posten