het volk wil een "betere" koning en jij?

"Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren." Psalm 121: 1-3



Het volk Israel heeft heel lang onder richters geleefd, een kleine 450 jaar.
Op een gegeven moment wordt Samuel de zoon van Hanna geboren en al heel er jong wordt hij gegeven aan de G’d van Abraham, Izak en Jakob. Hij groeit daarom op in de tempel en is dienstbaar aan zijn G’d. De Geest van G’d is op Samuel en hij is een trouwe dienstknecht, en munt uit in wijsheid en kracht. Vele jaren leidt Samuel het volk van G’d, maar nog steeds onder heerschappij van de Filistijnen. Het volk wil van deze overheersing af, klagen steen en been en vragen Samuel om te bidden tot de Allerhoogste zodat ze verlost mogen worden van deze overheersing. Het is bijzonder te noemen dat het volk grote dingen vraagt van de Heer, maar de Allerhoogste niet dienen. 

Daar spreekt Samuel hen op aan: “Toen sprak Samuel tot het hele huis van Israël: Als u zich met uw hele hart tot de HEERE bekeert, doe dan de vreemde goden uit uw midden weg, ook de Astartes, richt uw hart op de HEERE en dien Hem alleen. Dan zal Hij u uit de hand van de Filistijnen redden.Daarop deden de Israëlieten de Baäls en de Astartes weg, en zij dienden de HEERE alleen." 1 Samuel 7: 3, 4
Kijk, daar hebben we een begin, dat is nou nog eens een uitgangspunt wat een aanzet blijkt voor een betere toekomst.
Samuel bidt tot G'd en de overwinning in de strijd tegen de Filistijnen wordt hen gegeven, omdat G'd met hen is.
De Ark van G'd komt weer in het bezit van Israel en de vrede in het land is teruggekeerd en Samuel gaf tot op hoge leeftijd leiding aan het volk. Dat deed hij niet bepaald vanuit zijn luie stoel, nee hij reisde stad en land af om leiding en sturing te geven aan het volk. Ook zijn zonen stelt hij aan als Richters, maar die houden er een andere manier van leiding geven op na. Ze doen alles wat G'd verboden heeft en regeren met list en bedrog over het volk.

Het volk is dit helemaal beu en eist net als de rondom liggende volken een aardse koning.
Samuel voelt zich aan de kant gezet en de Heer spreekt Hem daar op aan. Het is niet jou die ze aan de kant zetten, ze schuiven Mij, de Allerhoogste Koning terzijde. Doe wat ze van je vragen, stel een koning aan, leg ze uit wat de consequenties zijn en doe dan zoals het hen belieft.
Als ze straks gebukt gaan onder het juk en de heerschappij van deze aardse koning en ze zullen tot Mij roepen en hun klaagzangen hierover naar Mij opzenden, dan zal Ik hen niet antwoorden. 

Dit is een jarenlange dagelijkse respons geweest van het volk tav hun hemelse Koning, de G'd van de Legermachten de sinds hun uittocht uit Egypte hen leidt en over hen waakt : "Overeenkomstig alles wat zij Mij aangedaan hebben, vanaf de dag dat Ik hen uit Egypte geleid heb tot deze dag toe, door Mij te verlaten en andere goden te dienen, doen zij nu ook u aan." 1 Samuel 7: 8

Dankbaarheid is ver te zoeken, eer en aanbidding van de Allerhoogste is blijkbaar totaal in de vergetelheid geraakt en hun eigen begeerten en lusten worden botgevierd in de aanbidding van afgoden. Beelden en natuur elementen zoals de zon, het hout, zilver en goud, wordt verkozen boven de Maker van hemel en aarde. Afgoden zonder mond om te spreken, en zonder oren om te horen.

Dit is de reactie van het volk tav hun nieuw aangestelde aardse, menselijke, zwakke, met zonde behepte koning: "Toen zei Samuel tegen heel het volk: Ziet u wie de HEERE uitgekozen heeft? Want zoals hij is er niemand onder het hele volk. Toen juichte het hele volk, en zij zeiden: Leve de koning!" 1 Samuel 10: 24

Als we door de geschiedenis heen bladeren dan biedt het mijns inziens weinig hoop voor de toekomst. Vertrouwen op aardse bronnen voor een goed, zorgeloos en gelukkig leven is een utopie gebleken. Het gekke is, dat weten we ook en je moet wel een ras optimist zijn, een volslagen doorgeslagen ras optimist als je weigert te geloven in de onontkoombare ondergang waar wij op af stevenen en die wij notabene zelf bewerkstelligt hebben. 

Mijn hoop is derhalve ook niet gericht op een aardse koning of koninkrijk maar op een hemelse Koning en koninkrijk. En ondanks de wetenschap dat het alleen maar beter kan worden onder de regie van de Allerhoogste Koning, blijven we wedijveren met de Allerhoogste over tijd, plaats, geluk, liefde en eeuwigheid en zetten wij iedere keer weer onze zelf gevonden afgoden in, zoals eten, geld, wetenschap, mens en techniek om aardse en tijdelijke vrede, vreugde, gezondheid, geluk en liefde te vinden, vast te houden en als het enigszins kan te vereeuwigen ipv wat de Allerhoogste ons met zekerheid te bieden heeft.

De mens veranderd niet als onze Hemelse Vader, onze Hemelse Koning ons hart niet veranderd. 
Hij legt de wil en de mogelijkheden in ons om een ander mens te worden waardoor hij zijn pijlen richt op het eeuwige en onvergankelijke, maar wij moeten die wil wel z'n werk laten doen in ons leven. We moeten er bewust voor kiezen om het te laten gebeuren. Zolang we dat niet doen zal ons juichen voor onszelf, en wat we zelf allemaal bereikt hebben en nog denken te gaan bereiken, het loflied voor de Allerhoogste iedere keer doen verstommen, waarmee het licht aan het einde van de tunnel niet zichtbaar, noch gevonden zal worden. 

De Allerhoogste laat zich vinden, de toekomst van eeuwige liefde, vrede en vreugde lonkt, het is maar net wie je de regie geeft.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts