12/28 de kerk

1 Timotheüs 3:15 Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.


De kerk is de gemeenschap van iedereen die belijdt dat Jezus Christus Heer en Redder is. Net zoals het volk van God in oudtestamentische tijden, worden we uit de wereld geroepen en komen wij samen: om te aanbidden, om de verbondenheid met elkaar te beleven, om te leren over de Bijbel, om het heilig avondmaal te vieren, om alle mensen te dienen en het evangelie aan de hele wereld te verkondigen. De kerk ontleent haar gezag aan Christus, waarvan de Bijbel openbaart dat hij het Woord is dat mens werd. De kerk is Gods gezin; de leden ervan (die door hem als zijn kinderen zijn aanvaard) leven onder het nieuwe verbond. De kerk is het lichaam van Christus, een geloofsgemeenschap waarvan Christus zelf het hoofd is. De kerk is de bruid voor wie Christus stierf om haar te heiligen en te reinigen. Bij zijn glorieuze terugkeer zal hij haar voor zich plaatsen als een stralende kerk. De mensen uit alle eeuwen die trouw waren, vrijgekocht door Jezus’ bloed, zullen zonder vlek of rimpel zijn, heilig en onbesmet.

(Genesis 12:3; Exodus 19:3–7; Matteüs 16:13–20; 18:18; 28:19, 20; Handelingen 2:38–42; 7:38; 1 Korintiërs 1:2; Efeziërs 1:22, 23; 2:19–22; 3:8–11; 5:23–27; Kolossenzen 1:17, 18; 1 Petrus 2:9.)

👉deel 1

Reacties

Populaire posts