forgiving and not willing to forgive, that is the question

Romeinen 4:7 Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn,




Hallo lieve zuster, lieve broeder, hallo lief kind,

ik kan me zo voorstellen als jullie dit beginnen te lezen, dat al snel bepaalde gedachten bij jullie opkomen, gedachten die ik begrijpen kan, van wie ben jij en waar bemoei jij je mee.
Maar ik wil toch graag van de gelegenheid gebruikmaken om een aantal dingen tegen jullie te zeggen.

Ik was verheugd te horen dat jullie je hebben laten dopen en toegetreden zijn tot het Kerkgenootschap van de Zevende Dags Adventisten. Een keuze die ik alleen maar met een blij hart en volmondig kan toejuichen. Nu zijn we eindelijk familie van elkaar.

Nu ben ik ook het type mens, dat graag indien mogelijk met de deur in huis wenst te vallen en dat ga ik dan nu ook doen.

Ik schrijf jullie n.a.v. de gesprekken die ik met jullie ouders heb gevoerd en over hoe het nu gaat tussen jullie en waar dit vandaan komt. Dat laatste, daar zal ik niet echt op ingaan, omdat ik de geschiedenis van jullie allemaal niet goed genoeg ken.
Waar ik wel op in wil gaan is de stappen die jullie in jullie leven hebben gezet en die er uiteindelijk toe geleid hebben dat jullie je leven hebben gegeven aan Christus. Dat is een grote stap, maar zeker ook een stap met grote consequenties. Consequenties die vooral te maken hebben met hoe je je leven inricht en het gekozen pad vervolgd.

Daar komt de deur. Ik ben geschrokken van hoe hoe jullie reageren op jullie vaders en moeders en hoe jullie op dit moment met hen omgaan. Ik heb een aantal dingen gelezen en gehoord die zij mij toegestuurd hebben. Zij hebben dit gedaan, niet om jullie slecht weg te zetten, maar om naar een oplossing te zoeken, omdat zij heel veel verdriet hebben over hoe het gaat tussen jullie en zij hebben mij gevraagd of ik hier iets in kon betekenen.

Bij een dergelijke hulpvraag zeg ik niet gauw nee, hoe gevoelig het ook ligt, en hoe lastig ik zelf het ouder en broederschap ervaar. En nogmaals, tav jullie verleden moet ik mij op de oppervlakte houden en dat doe ik ook.
Waar ik mij niet op de oppervlakte kan houden is jullie houding als zonen en dochters, als mens en als broeders en zusters in het geloof en daarom wil ik jullie graag een paar dingen meegeven ter overdenking, en lees het a.u.b.. niet als verwijt, maar als een vermaning uit liefde.

Ik gun jullie een lang en gezegend leven en daarom wil ik jullie graag de volgende tekst meegeven, die niet alleen een zegen inhoud, maar die de zonen en dochters wijzen op hun verantwoordelijkheid:

Exodus 20:12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.

De ouders hebben uiteraard ook hun verantwoordelijkheid te nemen en dat is deze:

Efeze 6:4 En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.

Nu durf ik wel te zeggen dat ik jullie ouders een beetje ken, en misschien zelfs iets meer dan dat, en een paar dingen kan ik jullie daarover zeggen: jullie ouders zijn allesbehalve perfect, zij hebben wel degelijk hun fouten, gebreken en tekortkomingen, maar ook zij leren (nog steeds) daarvan en zij zullen er nog genoeg maken en houden in hun leven. Zelfs in de staart van hun leven zullen zij ze nog blijven maken, dat staat vast, maar dat staat ook vast voor mij en ook voor jullie, zonder twijfel.

Het feit dat jullie gekozen hebben om Christus te volgen heeft uiteraard en ik hoop van harte, bijbelse redenen die jullie je persoonlijk hebben gemaakt.
Het feit dat jullie kunnen kiezen, komt omdat Christus die weg heeft opengemaakt. Zijn offer aan het kruis van Golgotha, is onze weg naar de plaats die Hij in de hemel nu aan het voorbereiden is, een plaats van vrede en rust, van liefde en harmonie, van recht en rechtvaardigheid.

Gerechtigheid krijgen wij toegerekend door wat Hij gedaan heeft voor jullie en voor mij. Daar hoeven wij niets voor te doen, dan het alleen maar aan te nemen, het te geloven. Wij geloven dat Hij onze schuld, onze zonden, onze fouten en gebreken vergeven heeft en Hij helpt ons door de inwonende Geest van God, dagelijks te overwinnen over onze fouten, gebreken en tekortkomingen. De bijbel noemt dit heiligmaking, ik noem dit opvoeding door Gods Geest.

De tekst die daar heel goed bij past is de volgende:

1 Johannes 1:5 En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. 6. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. 7. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 8. Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. 9. Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. 10. Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons.

Dit slaat op jullie, dit slaat op mij, dit slaat op jullie ouders, dit slaat op al Gods kinderen die voor een leven hebben kunnen kiezen samen met Christus door Christus.

Het is onze dagelijkse taak, om in ons doen en laten Jezus te volgen in Zijn voetsporen, dat betekent ook vergeven en vergeten. Nu is dat vergeten best wel een dingetje, want iets uit je geheugen wissen is zover mijn kennis gaat, vooralsnog een onmogelijke zaak, God kan dat, maar daar heb je dan ook wel alles mee gezegd, naast een eventuele storing aan het lange of korte termijn geheugen.

Waarom vergeven wij elkaar, wat is daar de insteek van en wat heeft dat te maken met jullie en mijn keuze Christus te volgen.

Daarvoor verwijs ik jullie graag naar de volgende bijbeltekst/verhaal:

Mattheüs 18:21 Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? 22. Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal. 23. Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren. 24. Toen hij begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. 25. En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden. 26. De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. 27. En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt. 28. Maar deze dienaar ging naar buiten en trof een van zijn mededienaren aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent. 29. Zijn mededienaar dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. 30. Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben. 31. Toen zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, werden zij erg bedroefd; zij gingen naar hun heer en vertelden hem alles wat er gebeurd was. 32. Toen riep zijn heer hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte. 33. Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had? 34. En zijn heer, boos als hij was, gaf hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig was, betaald zou hebben. 35. Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.

Hier vertelt Jezus ons onomwonden dat wij een grote schuld hebben in te lossen bij Hem, voor alles wat wij gedaan hebben en of nagelaten te doen. Die schuld is helaas niet door ons in te lossen, omdat deze te groot is voor ons. De schuld, waar Gods toorn over uitgestort zou worden, heeft Christus op zich genomen en de toorn van Zijn eigen Vader moeten verdragen aan het kruis.

Mattheüs 27:46 Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Dit moest gebeuren, zodat onze Hemelse Vader ons niet hoefde te verlaten, en wij een leven krijgen die in eeuwigheid zal voortbestaan bij Hem.

Dat Christus ons heeft verlost en gered, is één kant van de medaille, de andere kant is net zo relevant, n.l. om het leven in Christus waar we nu al in mogen wandelen, ook daadwerkelijk in ontvangst te nemen en dat is, de weg gaan die Jezus is gegaan. Jezus ging de weg van gehoorzaamheid aan de Vader en die gehoorzaamheid hield in dat Hij stappen zette die tot vergeving van de mensheid zou leiden.
God wilde ons vergeven en dat kon alleen door dit plan, het plan dat Hij Zijn leven voor ons gaf.

Vergeven is leven in overeenstemming met Zijn wil. Vergeven is voor een christen, hij die Christus volgt, die Zijn naam draagt als Zijn ambassadeur op aarde, van levensbelang en levensreddend.

Kolossenzen 3:13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.

Vergeef je ouders zoals Christus jullie vergeven heeft. En ik ga graag nog een stapje verder in mijn vermaning:

Mattheüs 6:9 Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. 10. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. 11. Geef ons heden ons dagelijks brood. 12. En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. 13. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Wanneer we dit goed lezen, dan zien we dat God vergeeft als wij ook vergeven kunnen. Dit houdt onverhoeds in dat als wij niet vergeven worden door God, ondanks het feit dat wij gerechtvaardigd zijn door het geloof, wij onze relatie met God verstoren en als we ons daarin vastbijten en eraan vasthouden, wij onze redding weer kunnen verliezen.

Het is denk ik zaak dat jullie, ouders en jongelui, jonge en oude broeders en zusters, tegen elkaar vergeving uitspreken, waarom zeg ik tegen elkaar, omdat ik mij zo heel goed kan voorstellen hoe jullie je als opgroeiend meisje en jongetje waren, hoe je was als puber en hoe jullie je gedragen hebben en welke regels jullie allemaal tegenover je beide ouders hebt overtreden. Daarmee wil ik aangeven dat niemand van ons vrij is van zonden en schuld, het kind niet en de ouder niet, jij niet en ik niet.
Christus heeft ons een weg van vergeving voorgeleefd, en onze keuze om de weg van ons leven met Hem verder te gaan, zou op z'n minst een dankbaar hart moeten bewerkstelligen als we denken aan wat Hij ons allemaal vergeven heeft en dag voor dag tot as we speak ons vergeeft, totdat Hij komt, of totdat wij voor die tijd ons leven te ruste leggen terug in het stof van de aarde.

Ik hoop en bid van harte dat jullie hiermee aan de slag kunnen en dat het de Weg opent van verlossing, dat het jullie beide en wie weet nog meer vrij kan maken voor een leven zonder deze last. Een last die Christus maar al te graag van ons weg wil nemen.

Galaten 6:2 Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.

Ik bid jullie de kracht, de wijsheid, het geduld, en de liefde toe die tot vergeven leidt en dat het jullie helpt in het uitdragen van de naam van Christus, zodat de mensen om je heen zien dat jullie Zijn naam door jullie handelen niet verkeerd gebruikt, maar dat jullie leven en dat van ons allemaal een eerbetoon is aan Hem, in alles wat wij doen.

Hierbij mijn laatste bijbeltekst ter ondersteuning:

Exodus 20:7 U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.

Nu heb ik mij laten uitleggen dat vanuit de grondtekst niet staat: "Gij zult niet", maar "Indien ik je God mag zijn", dan zul je mijn naam niet ijdel gebruiken.
Wij als christenen dragen de naam van Christus in ons mee, laat dan ons leven ook een afspiegeling zijn van wie Hij is voor ons, voor de wereld, voor jou, voor je vader en voor je moeder.

Ik wens jullie Gods zegen.

Reacties

Populaire posts