welke god aanbid ik eigenlijk?
"Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen. U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt. Exodus 20: 1-7
De bijbel geeft gelukkig heel veel antwoorden op wie wie is. Laten we eens kort een blik werpen op Koning Nebukadnezar, (vermeld in het boek Daniel, hoofdstuk twee). Hij laat een mega groot beeld bouwen, nav een droom die hij had gehad en niet begreep, maar hem heel erg verontrustte. Het moge duidelijk zijn dat wat hij bouwde, misschien wel een mond had, maar geen stem om te spreken, misschien wel ogen had, maar geen licht om te zien, oren had, maar geen trommelvliezen om te horen noch een brein om ontvankelijk te zijn voor zijn omgeving, laat staan dat hij iets voor ze kon betekenen.
Is het raar als ik bij deze oproepen van....??? de prangende vraag stel, (en ik bedoel dat zeker niet oneerbiedig); Wie bent U, waar haalt U het recht vandaan om mij deze oproepen voor te leggen, deze geboden, deze wetten en regelgeving op te leggen, en met welk recht moet ik dit aannemen of met welk recht mag ik dit naast mij neer leggen en ze terzijde schuiven?
Is het dus legitiem je af te vragen dat als ik van plan ben mij daaraan houden, welke G'd ik dan dien en aanbidt, voor welke G'd buig ik mijn hart en hoofd?
Is het dus legitiem je af te vragen dat als ik van plan ben mij daaraan houden, welke G'd ik dan dien en aanbidt, voor welke G'd buig ik mijn hart en hoofd?
Dit is wat Jeremia een tijdgenoot van Daniel er overschrijft:
"Zo zegt de HEERE: U mag u de weg van de heiden volken niet aanleren, en u niet ontstellen door de tekenen aan de hemel, omdat de heiden volken zich daardoor ontstellen. Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig: het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt, vakwerk met de bijl. Met zilver en met goud maken ze het mooi, met spijkers en met hamers zetten ze het vast, zodat het niet kan wiebelen. Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten. Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen, maar ook goeddoen is er bij hen niet bij." Jeremia 10: 2-5
"In het begin schiep God de hemel en de aarde." Genesis 1: 1
"Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht." Psalm 33: 6
Niet winnetou noch allah, niet shiva noch wodan of donar, niet baäl, je huis, auto, noch je gezin, maar G'd is de Schepper van Hemel en Aarde, het is dus Zijn grondgebied en Hij verdient aanbidding, niemand anders.
Is het dan raar te veronderstellen dat Hij ook de enige Rechtmatige Wetgever is en dat het niet aan welk schepsel dan ook is, om in Zijn eeuwige wet enige wijziging aan te brengen? Volgen wij de wetten en regelgeving van Belgie, Duitsland, het Vaticaan of Nederland? Volgen wij in die context bezien, de wetten van de Allerhoogste, of volgen wij diegene die deze wetten op eigen autoriteit veranderd heeft.
Het vierde gebod, getuigt dus over Wie diegene is de zegt dat wij geen andere goden mogen namaken en niet mogen aanbidden. Van gebod één, twee, en drie komen we dus bij het vierde gebod het zegel van G'ds eigen wet en regelgeving en komt Hij, die de Universele Wetgever is, uit de anonimiteit en openbaart Hij Zich als de Allerhoogste. Als we dit gebod, dit shabbatsgebod terzijde schuiven, dan hebben wij het volste recht om wie dan ook te aanbidden. Met het terzijde schuiven van het zegel van G'ds wet is mijn identiteit gedoemd verloren te gaan. Omdat met het vieren van welke dag van de week dan ook behalve de shabbat er niemand meer is die het recht op alleen Heerschappij juridisch en dus legaal claimt, onderbouwd maar ook onderhoudt.
"Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen." Matteus 5: 17-19
Volgens Jezus heeft Hij in ieder geval Zijn autoriteit niet aangewend om de wet te ontbinden en zij die dit wel doen staat niet zo'n mooie toekomst te wachten. In Openbaring veertien roept de eerste Engel op om de Schepper te aanbidden, en de enige wet die duidt Wie diegene is Die zegt dat wij geen anderen goden mogen aanbidden, noch namaken of wiens naam wij niet ijdel mogen gebruiken, is volgens het vierde gebod de Schepper van Hemel en Aarde. Als je dit schrapt uit je aanbidding naar de Allerhoogste toe, als je dit schrapt uit je week, een week die zijn bestaansrecht aan niets anders dan het shabbatsgebod ontleent, dan kun je ieder willekeurige allah of baäl aanbidden die je voor de geest komt. Het is dit gebod welke mijn zicht op de enige echte G'd zuiver houdt.
"Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!" Josua 24: 15
"Zo zegt de HEERE: U mag u de weg van de heiden volken niet aanleren, en u niet ontstellen door de tekenen aan de hemel, omdat de heiden volken zich daardoor ontstellen. Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig: het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt, vakwerk met de bijl. Met zilver en met goud maken ze het mooi, met spijkers en met hamers zetten ze het vast, zodat het niet kan wiebelen. Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten. Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen, maar ook goeddoen is er bij hen niet bij." Jeremia 10: 2-5
Als we dus een boom kappen in het woud en er een mooie jezus of maria beeld van maken, of zoals de indianen er een totempaal van maken, of zoals de heiden volken er gewijde palen van maken, een obelisk zoals die staat voor the white house en op het vaticaan plein, of zoals in de westerse wereld er een kerstboom van wordt gemaakt, (het zal je nl verrassen, want een kerstboom groeit nl niet in de natuur), dan is dat toch afgoderij, althans het ruikt op z'n minst naar afgoderij.
Als dit dan afgoderij is, waarop is dat gebaseerd, wat is de grondslag om afgoderij ook daadwerkelijk te definiëren als afgoderij, en wanneer maak ik mij daaraan dus schuldig?
Afgoderij begint op het moment dat wij de kaders verschuiven of overtreden die door een wetgever zijn bepaald. Jeremia beschrijft in met name hoofdstuk tien van zijn gelijknamige boek, wat heiden volken deden en wat G'd ervan vond. Het grijpt dus in praktische zin terug naar het eerste en tweede gebod van de tien geboden, die de Allerhoogste heeft gegeven aan Mozes op de berg Horeb.
Afgoderij begint dus bij wetsverachting, het verachten van de wet van de rechtmatige Wetgever.
Maar wie is deze Wetgever dan, waar haalt Hij dat recht dan vandaan?
Laten we eens kijken naar het juridische aspect van dit geheel.
"Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht." Psalm 33: 6
"De hemel is van U, ja, de aarde is van U; de wereld en al wat ze bevat, die hebt Ú gegrondvest." Psalm 89: 12
Als we de bijbel hierin verder volgen dan komen we uit op de G'd van Abraham, Izak en Jakob. Bij het nemen van grote stappen snel thuis, komen we uit bij de G'd die Jezus Zijn Zoon noemt, en als we de Zoon volgen in de Bijbel dan is Hij diegene die de hemel en aarde gemaakt heeft en de Geest van G'd de opdracht heeft gegeven om aan alles wat nu leeft de levensadem te geven.
We hebben het hier dus over de enige echte El Sjaddaj, de Allerhoogste, de Alpha en de Omega, onze G'd en Vader, de Ik Ben, barmhartig, groot van goedertierenheid en trouw.
Niet winnetou noch allah, niet shiva noch wodan of donar, niet baäl, je huis, auto, noch je gezin, maar G'd is de Schepper van Hemel en Aarde, het is dus Zijn grondgebied en Hij verdient aanbidding, niemand anders.
Is het dan raar te veronderstellen dat Hij ook de enige Rechtmatige Wetgever is en dat het niet aan welk schepsel dan ook is, om in Zijn eeuwige wet enige wijziging aan te brengen? Volgen wij de wetten en regelgeving van Belgie, Duitsland, het Vaticaan of Nederland? Volgen wij in die context bezien, de wetten van de Allerhoogste, of volgen wij diegene die deze wetten op eigen autoriteit veranderd heeft.
"Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen." Matteus 5: 17-19
Volgens Jezus heeft Hij in ieder geval Zijn autoriteit niet aangewend om de wet te ontbinden en zij die dit wel doen staat niet zo'n mooie toekomst te wachten. In Openbaring veertien roept de eerste Engel op om de Schepper te aanbidden, en de enige wet die duidt Wie diegene is Die zegt dat wij geen anderen goden mogen aanbidden, noch namaken of wiens naam wij niet ijdel mogen gebruiken, is volgens het vierde gebod de Schepper van Hemel en Aarde. Als je dit schrapt uit je aanbidding naar de Allerhoogste toe, als je dit schrapt uit je week, een week die zijn bestaansrecht aan niets anders dan het shabbatsgebod ontleent, dan kun je ieder willekeurige allah of baäl aanbidden die je voor de geest komt. Het is dit gebod welke mijn zicht op de enige echte G'd zuiver houdt.
"Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!" Josua 24: 15
Reacties
Een reactie posten