01 De laatste crisis op aarde

Openbaring 14:6 En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.
7. En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.



OVERAL ZORG OVER DE TOEKOMST
De tijd waarin we leven is voor ons allemaal van geweldige betekenis. Regeringsleiders en staatslieden, mensen op vertrouwensposities en met gezag, mannen en vrouwen uit alle rangen en standen die hun verstand gebruiken: ieder houdt de gebeurtenissen om ons heen nauwlettend in het oog. Ze letten op onderlinge verhoudingen tussen landen en volken. Ze zien dat alles op aarde er veel intensiever aan toe gaat. En ze beseffen dat er iets belangrijks en beslissends staat te gebeuren – dat de wereld op de rand van een enorme crisis staat. – PK 537 (c. 1914)

De rampen die op land en op zee plaatsvinden, de onsamenhangende toestand van onze maatschappij en de geruchten van oorlogen zijn onheilspellend. Ze wijzen op geweldige gebeurtenissen die op handen zijn. De machten van het kwaad bundelen en verzamelen hun krachten. Ze maken zich op voor de laatste grote crisis. Er zullen in deze wereld spoedig grote veranderingen plaatsvinden. En op het laatst zal alles snel gaan. – 9T 11 (1909)

BENAUWDE TIJDEN STAAN VOOR DE DEUR
De Tijd van Benauwdheid, die tot het einde steeds erger zal worden, staat bijna voor de deur. We hebben geen tijd te verliezen. De geest van de oorlog waart in de wereld rond. De profetieën uit Daniël 11 zijn bijna allemaal in vervulling gegaan. – RH, 24 november 1904 De Tijd van Benauwdheid – een benauwdheid, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan (Daniël 12: 1 NBG) – is nabij, maar wij lijken op de slapende meisjes (Mattheüs 25: 5). We moeten ontwaken en de Heer Jezus vragen, om Zijn eeuwige armen onder ons te houden en ons door de tijd van beproeving, die voor ons ligt, heen te dragen. – 3MR 305 (1906)

De wereld wordt steeds wettelozer. Spoedig zal er onder de volken grote benauwdheid ontstaan – een benauwdheid die niet zal voorbijgaan tot aan de komst van Jezus. – RH, 11 februari 1904

We staan op de drempel naar de Tijd van Benauwdheid. En ons staat een verwarring te wachten, waar we nog nauwelijks van hebben kunnen dromen. – 9T 43 (1909)

We staan op de drempel van de grootste crisis ooit. De oordelen van God zullen elkaar snel opvolgen – branden, overstromingen en aardbevingen, oorlog en bloedvergieten. – PK 278 (c. 1914) Er staat ons stormweer te wachten. Maar voor ons geen woord van ongeloof of ontmoediging. – ChS 136 (1905)

GOD HEEFT STEEDS GEWAARSCHUWD ALS ER OORDELEN KWAMEN
God heeft mensen steeds gewaarschuwd voor komende oordelen. Mensen die Zijn boodschap in hun tijd geloofden, en die hun geloof toonden, door Zijn geboden te gehoorzamen, ontsnapten aan oordelen over hen die ongehoorzaam en ongelovig waren. Het woord kwam tot Noach: “Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ik heb gezien dat u … voor Mijn aangezicht rechtvaardig bent.” (Genesis 7: 1) Noach gehoorzaamde en werd gered. Tot Lot kwam de boodschap: “Sta op! Ga naar buiten, uit deze plaats! Want de HEERE gaat deze stad verwoesten” (Genesis 19: 14) Lot stelde zich onder bescherming van deze boodschappers uit de hemel en werd gered. Zo werden de discipelen van Christus gewaarschuwd voor de verwoesting van Jeruzalem. De mensen die op het teken van de komende val letten, en de stad ontvluchtten, ontsnapten aan de verwoesting. Zo worden nu ook wij gewaarschuwd voor de tweede komst van Christus en voor de verwoestingen die over de wereld zullen komen. Mensen die aan deze waarschuwing gehoor geven, zullen worden gered. – DA 634 (1898)

GOD HEEFT ONS VERTELD WAT ONS IN ONZE TIJD TE WACHTEN STAAT
Voordat Hij gekruisigd werd, legde onze Heiland aan Zijn discipelen uit, dat Hij ter dood gebracht moest worden, en dat Hij weer uit het graf zou opstaan. Er waren engelen om Zijn woorden in hoofd en hart in te prenten. Maar de discipelen keken uit naar een aardse bevrijding van het juk van de Romeinen. Ze konden de gedachte niet verdragen, dat Hij, op wie zij al hun hoop hadden gevestigd, een smadelijke dood zou moeten sterven. Ze banden de woorden, die ze eigenlijk zouden moeten onthouden, uit hun gedachten. En toen de tijd van beproeving kwam, waren ze onvoorbereid. De dood van Jezus ontnam hun compleet hun hoop, net alsof Hij hun nooit van tevoren had gewaarschuwd. Zo wordt in de profetieën de toekomst voor ons net zo duidelijk ontvouwd, als Hij door Christus aan Zijn discipelen uit de doeken werd gedaan. De gebeurtenissen rond de afsluiting van de Genadetijd en de voorbereiding op de Tijd van Benauwdheid, worden helder uiteengezet. Maar massa’s mensen begrijpen deze belangrijke waarheden net zomin, alsof ze nooit geopenbaard waren. – GC 594 (1911)

DE PROFETIEËN OVER DE EINDTIJD VRAGEN ONZE AANDACHT
Toen zag ik de Derde Engel. (Openbaring 14: 9 – 11) De engel die mij begeleidde zei: “Groots is zijn taak. Ontzagwekkend zijn opdracht. Hij is de engel die het kaf van het koren moet scheiden en het graan moet verzegelen, of samenbinden, voor de graanschuur in de hemel. Deze dingen eisen al onze aandacht op en moeten heel ons denken in beslag nemen. – EW 118 (1854)

We zullen voor overheden moeten verschijnen, om ons te verantwoorden voor onze trouw aan Gods wet. We zullen moeten motiveren waarom we geloven. Jongeren moeten begrijpen waar het hier om gaat. Zij moeten weten, wat er gaat gebeuren voordat de wereldgeschiedenis zal worden afgesloten. Deze dingen hebben met ons eeuwig geluk te maken, en leraren en studenten moeten er meer aandacht aan besteden. – 6T 128, 129 (1900)

Wij moeten de belangrijke wegwijzers bestuderen die aangeven, in wat voor tijd we leven. – 4MR 163 (1895)

Mensen die zich onder Gods bevel stellen, om zich door Hem te laten sturen en leiden, ontdekken een vast patroon in de gebeurtenissen, die Hij heeft bevolen. – 7T 14 (1902) We moeten in de geschiedenis de vervulling van de profetieën leren zien, het werk van de Voorzienigheid in de grote hervormingsbewegingen bestuderen. We mogen leren begrijpen, dat het mobiliseren van de volken leidt tot het laatste gevecht in het Grote Confl ict. – 8T 307 (1904)
BESTUDEER SPECIAAL DE BOEKEN DANIËL EN OPENBARING
We moeten het Woord van God veel nauwkeuriger bestuderen. Speciaal Daniël en Openbaring moeten meer aandacht krijgen dan ooit tevoren... Het licht dat Daniël van God ontving, is speciaal voor deze eindtijd gegeven. – TM 112, 113 (1896)

Laten wij Daniël 12 lezen en bestuderen. Het is een waarschuwing die we, met het oog op de eindtijd, allemaal ter harte moeten nemen. – 15 MR 228
(1903)

De nog niet uitgekomen voorspellingen van het boek Openbaring zullen binnenkort in vervulling gaan. Het volk van God moet deze profetieën nu ijverig bestuderen en er helder inzicht in krijgen. Die profetieën verhullen de waarheid niet. Ze waarschuwen duidelijk van tevoren, wat er in de toekomst gebeuren zal. – 1NL 96 (1903)

Het volk van God moet goed nadenken over de plechtige boodschappen, die in het boek Openbaring geordend worden weergegeven – 8T 302 (1904)

HOUDT GODS VOLK DIT ONDERWERP STEEDS VOOR
Er zijn veel mensen, die de profetieën voor onze tijd niet begrijpen Zij moeten licht ontvangen. Het is de plicht van wachters (= predikanten en evangelisten) en leken om de bazuin met vaste toon te laten klinken. – Ev 194, 195 (1875)

Laat de wachters nu hun stem verheffen en de boodschap voor deze tijd brengen: de waarheid die bij u is. (II Petrus 1: 12) We moeten ons volk aanwijzen, op welk profetisch punt in de geschiedenis we ons bevinden. – 5T 716 (1889)

God heeft een dag bepaald, waarop de wereldgeschiedenis ophoudt. “En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.” (Mattheüs 24: 14) Deze profetie gaat snel in vervulling. Over dit enorm belangrijke onderwerp moet méér, veel méér gesproken worden. De dag nadert, waarop de bestemming van zielen voorgoed vastgelegd wordt...
We moeten ons geweldig inspannen om dit onderwerp onder de aandacht van de mensen te houden. Niet alleen aan wereldse mensen, maar ook aan onze eigen gemeenten, moet het plechtige feit worden voorgehouden, dat de dag van de Heer plotseling, onverwachts zal komen. De vreselijke waarschuwing uit deze profetie is aan iedere ziel gericht. Laat niemand denken, dat hij niet het gevaar loopt om te worden verrast. Laat niemands uitleg van de profetie uw overtuiging wegnemen. U weet, dat de loop van de gebeurtenissen aantoont, dat dit grote gebeuren vlak voor de deur staat. – FE 335, 336 (1895)

DE TOEKOMSTIGE GEBEURTENISSEN IN HUN JUISTE PERSPECTIEF
We zijn nu niet in staat om nauwkeurig te beschrijven, wat er in de toekomst in de wereld zal plaatsvinden. Maar wel weten we dit: het is nu de tijd om te waken en te bidden, want de grote dag van de Heer is nabij. – 2SM 35 (1901)

Het merkteken van het beest is precies zoals het is aangekondigd. Op dit punt is nog niet alles bekend. Het zal ook niet begrepen worden, voordat de boekrol geopend is (Openbaring 5: 1–9). – 6T 17 (1900)
Veel mensen doen afstand van hun huidige plichten, hun huidige comfort en zegeningen. Ze nemen een voorschot op de benauwdheid die ons te wachten staat. Hiermee creëren ze van tevoren al een eigen tijd van benauwdheid. Voor zo’n voorbarige benauwdheid hoeven we niet op genadegaven te rekenen. – 3SM 383, 384 (1884)

Er komt een Tijd van Benauwdheid over het volk van God. Maar we moeten dit niet constant aan het volk van God voorhouden, en hen zó sturen, dat ze nu al een tijd van benauwdheid hebben. Gods volk wordt geschud, maar dat is niet de boodschap van “de waarheid die bij u is” (II Petrus 1: 12), die we aan de gemeenten moeten brengen.

Reacties

Populaire posts