kan iets mij scheiden van de liefde van God?
"Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest." Romeinen 8: 1
Als ik in Christus ben dan is er geen veroordeling en dus geen verdoemenis voor mij.
Nu weet ik dat dit terecht heel veel binnen het christendom gebezigd wordt, het is tenslotte de basis van onze redding. Maar het komt vooral daar heel sterk naar voren waar geloof een belangrijke gevoelszaak is. Jezus heeft mij verlost en dat is het, alleen nog maar blijheid en vrijheid want Hij houdt van mij. Natuurlijk valt daar weinig op af te dingen en dat is ook niet mijn intentie, maar redding en verlossing door Christus aan het kruis van Golgotha, gaat verder en overstijgt elk gevoel. De dagen dat ik mij ten onrechte in de put voel, dat ik het ten onrechte even niet meer zie zitten en ten onrechte mijzelf in zak en as hul, doet niets af aan het feit dat ik gered en verlost ben.
Wij worden nl gered om niet, we hoeven daar niets voor te doen. Er wordt van ons geen enkele inspanning, of werk verwacht om gered te kunnen worden. God houdt van de wereld, en omdat Hij van ons houdt wil Hij ons redden, punt! Geen gevoel, pure en keiharde realiteit, welk gevoel jij er ook bij hebt het doet hier niets aan af of aan.
"Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Johannes 3: 16
Hoe nu verder, nu ik gered ben, een wedergeboren kind van God? Hoe nu verder nu mijn geest vernieuwd is en Gods Geest woning in mij heeft gemaakt en ik vanaf dat moment een Tempel ben van de Heilige Geest, Gods kind en een burger van Zijn koninkrijk.
Mijn wandelen moet veranderen, vroeger wandelde ik naar het vlees, op mijzelf gericht, en leefde ik vanuit mijn behoefte, mijn gevoelens, mijn lusten en begeerten, mijn doelen volgend en mijn dromen najagend. De bijbel leert dat dit alles op niets zal uitlopen, dat de weg die wij vanaf de geboorte volgen een weg is die doodloopt. We zitten nl op een dood spoor, dus het einde kan niet veel anders zijn. Paulus beschrijft hoe wij van nature zijn, en dat dit zijn intrede heeft gedaan in ons leven vanaf het moment dat de mens ongehoorzaam was tegen de Allerhoogste, de Schepper van Hemel en aarde.
"zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, hun voeten zijn snel om bloed te vergieten. Vernieling en ellende is op hun wegen, en de weg van de vrede hebben zij niet gekend. De vreze Gods staat hun niet voor ogen." Romeinen 3: 10 - 18
Wij staan er niet zo mooi op vanaf onze geboorte. Dit is de status waarin wij ons bevinden en daar is niets wat wij kunnen doen en wat ons op welke wijze dan ook daarboven verheft. Het komt niet eens in ons op om onze heil te zoeken bij de Schepper van Hemel en aarde. Op het moment dat dit wel in ons opkomt is het Gods Geest die ons aanspreekt op Zijn overtuigende wijze.
Johannes 16:7 Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.
8. En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel:
9. van zonde, omdat zij niet in Mij geloven; 10. van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien; 11. en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is.
Het is daarom ook niet de bedoeling dat wij alleen maar naar ons zelf blijven kijken vanuit het beeld zoals Paulus het in deze brief aan de Romeinen beschrijft. Misschien moeilijk voor te stellen, maar God ziet ons op deze manier en zegt dan vervolgens in het Johannes evangelie dat Hij van ons houdt. Hij houdt van de wereld en wil die wereld redden. God kijkt dus niet alleen op de manier naar ons zoals Paulus dat beschrijft, Hij kijkt ook naar ons op de manier zoals de psalmist dat zo treffend beschrijft.
"Een psalm van David, voor de koorleider. HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is de nacht een licht om mij heen. Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht. Want Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde. Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij allen werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond. Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand; ontwaak ik, dan ben ik nog bij U." Psalm 139:
God kent ons van binnen en van buiten en om die reden houdt Hij van ons en wil ons redden. Onze staat van dienst is van geen belang voor God. Tenslotte worden we allemaal in zonde geboren en alles wat wij doen komt daaruit voort. Niets van wat wij doen kan God behagen. God heeft een plan met ons en dat plan gaat Hij ten uitvoer brengen, en alles wat dit plan dreigt te verstoren moet het veld ruimen. God heeft het beloofd aan Adam en Eva, uit haar nageslacht zou iemand komen die ons zou redden en God heeft dat deel, die belofte volledig en in ruime mate ingelost.
Nu heeft Hij ons geroepen, en door ons ja en amen zijn wij verlost, gered en wedergeboren mensen, burgers van het koninkrijk van God. We zijn niet alleen kinderen van God, maar vanaf dat moment ook aartsvijanden van satan. We waren al doelwit omdat satan geen belang heeft bij ons, en ons alleen maar wil vernietigen. De toorn van God is van onze schouders afgehaald omdat Christus die toorn op zich genomen heeft en ondergaan. Nu echter hebben wij alleen nog maar meer de toorn van satan op onze nek gehaald en zijn wij meer dan ooit te voren zijn doelwit van verderf en dood. Moeten we hier blij mee zijn, ja dat mogen we gerust, want in Christus zijn wij meer dan overwinnaars.
Satan zal alles doen, zoals het een briesende leeuw betaamt om ons te vernietigen, alles zal hij in het werk stellen om ons van onze keuze af te brengen, maar de belofte van God mag ons bemoedigen in deze strijd van goed en kwaad. Wat satan ook probeert, welke trukendoos hij ook opentrekt, wij zijn veilig. Waar wij ook gaan zegt psalm 139, overal zal Gods Geest met ons zijn, en niets zal ons kunnen rukken uit Gods hand.
"Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?"Romeinen 8: 35
Is dit een statement of is dit een vraag die tot nadenken moet stemmen? Is er iets in ons leven of is er iets in toekomstige zin van het woord, dat op ons pad kan komen waardoor wij gescheiden zouden kunnen worden van Gods liefde? Ik zie het in eerste instantie als een vraag, en Paulus geeft ook het antwoord op deze vraag.
"Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere." Romeinen 8: 38, 39
Niets kan ons scheiden van G'os liefde is het heldere niet mis te verstane antwoord van Paulus.
Toch leert de brief aan de Hebreeën ons dat wij kunnen afvallen.
"Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken."
Hebreeen 6: 4- 6.
Hebreeen 6: 4- 6.
Paulus hekelt hier direct de gedachte van eens gered altijd gered. Het is dus niet zo dat wij niet kunnen afvallen, maar aan de andere kant kan niets ons scheiden van de liefde van God. Hoe moeten wij dit bezien, is dit een tegenstelling, staan deze teksten haaks op elkaar? Neen zeg ik dan maar direct, en ik heb hier ook een tijd over na mogen denken, zoals bij alle ogenschijnlijke tegenstelling in Gods woord. Dit is wat God mijns inziens bedoelt met deze teksten.
Voor ons is er geen excuus om als Zijn kinderen een andere weg te kiezen dan de weg die Jezus heeft gevolgd. Jezus kwam op aarde om de wil te doen van de Vader en dat is ook onze weg. Nadat wij verlost zijn en gered, worden wij door Gods Geest in de gelegenheid gesteld om die weg op een overwinnende manier af te leggen.
God houdt van ons en daarom heeft Hij ons geroepen, niets kan Hem daarvan afbrengen, niets kan ons scheiden. Tevens is er ook geen reden die wij als excuus zouden kunnen aandragen, dat wanneer wij tot die waarheid zijn gekomen, de hemelse gave geproefd hebben, deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, en het goede Woord van God geproefd hebben, af zouden vallen. Ja we kunnen afvallen maar er is geen excuus, en dat afvallen kan alleen gebeuren als wij er zelf voor kiezen. Het is niet de man, of de vrouw die Gij mij gegeven hebt, of de slang die U gemaakt heeft waarom ik ben afgevallen, neen niets van dit alles, er is niets, maar dan ook helemaal niets wat de oorzaak is van onze afval, de oorzaak ligt puur en alleen bij onszelf, wij kunnen ervoor kiezen om toch weer een andere weg te gaan. De tekst waarmee ik deze blog ben begonnen zegt ook heel duidelijk dat het gaat om diegene die in de Geest wandelen en niet naar het vlees. Blijkbaar kunnen wij er dus voor kiezen om zoals Paulus dat in de brief aan de Galaten schrijft:
"Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?" Galaten 3: 3
"Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?" Galaten 3: 3
De Heilige Geest geeft ons alles om dagelijks in de strijd tussen goed en kwaad een overwinnend leven te leiden. God is voor ons wie zal dan tegen ons zijn. Toch kunnen we afvallen omdat wij een vrije wil hebben gekregen van God en wij daardoor instaat zijn om toch (weer) een andere weg te gaan dan de weg die God voor ons bestemd heeft. Het is niet zo dat wij mogen kiezen om een andere weg te gaan, er ligt geen juridische grondslag voor een andere keuze, want dat zouden wij gerechtvaardigd een andere weg kiezen, neen laat dat helder zijn, wij kunnen kiezen, met alle gevolgen van dien, maar dat is wat anders of wij dat dus ook mogen, vandaar, met alle gevolgen van dien. We kunnen door rood rijden, wat niet wil zeggen dat het mag. Als we door rood rijden en de rechter neemt de schuld op zich en spreekt ons vrij, wil dat niet zeggen dat we de volgende keer "gerechtvaardigd" door het rood mogen rijden.
Eens gered altijd gered is dus geen bijbels principe, we hebben een strijd te leveren op leven en dood, en in die strijd zijn wij door en in Christus meer dan overwinnaars, maar we moeten er wel voor kiezen om dagelijks meer dan overwinnaars te zijn en dus te blijven. Aangezien satan tegen ons is, onze ziel en lichaam tegen onze vernieuwde geest iedere dag ten strijde trekt mogen we weten dat God voor ons is, en wij boven bidden en denken glorieus, zegevierend mogen excelleren in zijn leger des heils. God is getrouw, van eeuwigheid tot eeuwigheid, halleluja amen!
"Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?" Rom 8: 32
Reacties
Een reactie posten