ik mag alles?!

1 Korinthe 10:23 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.

Uit deze tekst wordt vaak de conclusie getrokken dat mensen die zich tot het christendom hebben bekeerd, zich geen beperkingen hoeven te laten opleggen door welke wet of regelgeving dan ook. Het heeft er alle schijn van dat het leven waarvan zij zich afgekeerd hebben nu (door) kunnen leven zonder schuld of zonder strafwaardig te zijn, omdat ze tot geloof zijn gekomen en God in Christus door de Heilige Geest dienen, Misschien moet ik het laatste deel van die zin even uitleggen. 

Christus kwam met een doel naar deze aarde, en dat doel lieve mensen was in eerste instantie de wil te doen van Diegene de Hem gezonden had, en natuurlijk was dat om ons te redden, maar bovenal en in eerste instantie was Hij hier op aarde om de Vader te verheerlijken, bij ons beter bekend te maken. De redding van de mens had nl dat zelfde doel, door het redden van de mens, demonstreerde Jezus hier op aarde dat het de Vader was die zich met ons wilde verzoenen. 

Johannes 6:38 Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.

De weg die Jezus daarvoor heeft afgelegd was een weg die God wilde dat Hij zou gaan, een weg die de Allerhoogste zelf niet gaan kon maar gegaan is via de Zoon. Als Gods Geest ons overtuigd van het feit dat wij zoals wij van nature zijn, zoals wij geboren worden, redding nodig hebben en weer met God verzoend kunnen worden, verlost kunnen worden van de zonde en de dood via het offer van Jezus, en daardoor leven, eeuwig leven ontvangen, dan nemen wij die God aan in/door Jezus, waarbij de Heilige Geest ons heeft overtuigd van die enige Weg, Waarheid en Leven, Christus zelf. 

Psalm 51:7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.

Door de Heilige Geest worden wij overtuigd dat als wij niet in dat Offer geloven wat Jezus heeft gebracht, niet tot de Vader kunnen komen en het eeuwige leven waarvan wij afgesneden zijn door de zonde, niet in ontvangst kunnen nemen. God dienen in Christus door de Heilige Geest. Op het moment dat wij Christus Offer aannemen als enig Losmiddel voor ons leven, worden wij wedergeboren en krijgen wij een nieuwe geest. David begrijpt deze weg en bidt vurig tot God om dit in hem te bewerkstelligen nadat hij overtuigd is door Gods Geest (via Nathan de profeet) dat hij een andere weg moet gaan dan de weg die hij is ingeslagen.

Psalm 51:12,13 Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.

Wedergeboorte is het ontvangen van een nieuwe geest, een geest die weer in verbinding kan komen met Gods Geest. Door de zonde, door ongehoorzaamheid waren wij dood voor God, door Jezus Offer, door Zijn krachtig bloed, en door de werking van de Heilige Geest, worden wij weer levend voor God en ontvangen wij Gods Geest in ons die samenwerkt met onze nieuwe geest op een weg van heiligmaking. De wet die ooit in de harten van de eerste mensen was geschreven, maar door de zondeval uit hun leven was verdwenen, heeft zijn weg via de berg Sinai, waar God zelf zijn onveranderlijke wet op twee koude en harde stenen tafelen heeft geschreven en via de Zoon die verzoening heeft gedaan over de wet, weer teruggevonden naar de harten van de mens.

Jeremia 31:31-34 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.

Het verbond wat God ooit met het oude Israël sloot was een verbond die zijn weg vond via Gods geboden, geboden die hen moesten bewaren voor afval en hoererij. Door af te wijken van Zijn geboden heeft het volk het verbond van hun kant met God verbroken. Het was natuurlijk niet zo dat op het moment dat God met hen een verbond sloot, hen had uitgekozen om Zijn volk te zijn, en tot zegen voor de hele wereld, dat ze konden doen wat ze maar wilden, dat alles maar was geoorloofd, dat alles zomaar mocht zonder daarvoor rekenschap af te leggen. De heiligdomsdienst leert ons met zijn duidelijke rituelen, gebruiken en voorwerpen hoe God ons wilde verlossen, via het plaatsvervangend offer. Deze dienst leerde ons de weg die gegaan moest worden om weer met God verzoend te worden. Dat initiatief lag bij God niet bij de mens, omdat volgens de brief aan de Romeinen in hoofdstuk drie geschreven staat dat wij van nature uit onszelf God niet zoeken en daarom zoekt God ons, daarom roept Hij ons, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. 

Via Abraham riep God het volk Israël, het volk was als het ware al in de schoot van Abraham. Toen God uiteindelijk het volk uit Egypte verloste en het verbond met hen sloot en het volk Zijn eigendom werd, werd hen niet gevraagd een weg te gaan van: niet alles is nuttig, maar alles mag. Dat is niet Gods weg vanaf het begin.

Genesis 2:16,17 En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.

De eerste mens mocht ook niet alles, niet alles wat zij deden was nuttig, ze mochten niet van die ene boom eten. Eten van de boom van kennis van goed en kwaad was ongehoorzaam zijn aan God. Het eten van die boom, waarvan God had gezegd niet eten. Het was een directe daad van afgoderij en hoererij, daarmee ging de eerste mens de afgoden achterna, daarmee overtrad de eerste mens het tiende gebod omdat ze begeerde, zij overtrad daarmee het vijfde gebod omdat de mens de Vader niet eerde, de mens overtrad daarmee het eerste gebod en wilde zich gelijk stellen met de Allerhoogste en zelf God zijn, zij overtraden het tweede gebod en aanbaden daarmee iets wat God geschapen had, satan. Was het geoorloofd, mochten zij alles en was het nuttig, geen van beide.

Jozua 24:15 Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!

In Gods koninkrijk draait het om gehoorzaamheid, gehoorzaamheid uit liefde voor Hem die ons eerste heeft liefgehad. Zowel in het oude testament, waar ons de belofte wordt gegeven dat uit Eva, Iemand zou komen die de weg tot weer kunnen kiezen, tot weer gehoorzaam kunnen zijn, een weg ten leven, zou herstellen. In het nieuwe testament zien we die belofte vervuld worden, Jezus volbracht dit werk door gehoorzaam te zijn, gehoorzaam tot in de dood, door niet Zijn (eigen) wil te doen, maar de wil van Hem die Hem gezonden had. Christus heeft ons bemoedigd door te laten zien dat de weg die Hij gegaan is, een weg is die wij in en door Hem ook kunnen gaan, dat er weer wat te kiezen valt en dat wij er dus voor kunnen kiezen God lief te hebben.

Lukas 10:27 Hij antwoordde en zei: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.

God weer kunnen dienen met alles wat we in ons hebben, mits de Heilige Geest in ons woont, want uit onszelf kunnen wij niets.

Als ik het offer van Jezus heb aangenomen, en ik God weer wil en kan dienen, is dan alles geoorloofd, is dat wat de tekst in de brief aan de Korinthe ons wil zeggen? Als ik verlost ben van de slavernij van de zonde en zonde is in overtreding leven, strafwaardig zijn, kan ik dan nadat ik wedergeboren ben dit gewoon blijven doen omdat het geoorloofd is, maar niet altijd nuttig? Is dit het leven wat Jezus leefde toen Hij uit het doopwater stapte, is dit het leven wat God wil dat ik leef, en is dit dan in overeenstemming met Zijn wil? Als wij een overtreding hebben begaan en we komen voor de rechterstoel en de schuld wordt ons kwijtgescholden, van ons weggenomen omdat iemand anders die schuld inlost, betekend dat dan, dat ik vrij ben om de volgende keer dit toch weer te doen omdat dat geoorloofd zou zijn?

De tekst vraagt iets meer duiding en dat kan aan de hand van de context waarbinnen deze tekst staat geschreven. Waar gaat het in dit geval om. Het gaat in dit hoofdstuk over afgoderij en het eten van offer vlees, en kunnen wij of mogen wij vlees eten wat uit een vleeshal komt en geofferd is aan de afgoden. Paulus verklaart dat er wel afgoden zijn, maar dat uiteindelijk aan wie jij dat ook denkt op te dragen, allemaal van God is. Door de zonde heeft satan wel een voet kunnen zetten tussen de deur van Gods koninkrijk en voor een deel dit koninkrijk opgeëist, precies daar waar zonde en ongerechtigheid in onze harten heerst, maar het goud en het zilver komt niemand anders toe dan God alleen, de aarde is van Hem. Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat satan een feit is, dat de vader van de leugen, de oude slang en duivel zijn verderfelijk werk met heel veel succes uitoefent, maar ik ben een overtuigd kind van God, een medeburger van Zijn koninkrijk en heb geen moeite om vlees te kopen en te eten bij een moslim slager, hoe vaak hij ook daar de zegen (vloek) over uit gesproken heeft. Het kan natuurlijk zijn dat ik in die overtuiging mensen kwetsbaar maak, mensen, familie leden, broeders of zusters die daar minder sterk van overtuigd zijn en in gewetensnood breng. De vraag is of ik dit dan wel moet doen, moet ik dit dan wel willen kopen en eten, en waarom dan? Dan is wat ik doe geoorloofd in de zin dat ik rein vlees koop, maar het nut is er niet, schiet zelfs met mijn geoorloofd gedrag compleet Gods doel voorbij en breng andere in nood. Dat is niet nuttig, dat moet je niet eens op je geweten willen hebben en dan is het beter om dit na te laten. Let wel de vraag is hier niet of ik varkensvlees mag eten, want varkensvlees is door God ooit in de ban gedaan en er niet meer uitgehaald. Mijn wedergeboorte geeft mij niet het recht om ongeoorloofde dingen te doen, geeft mij niet het recht om Gods geboden te negeren, ook niet omdat Christus het volgen van de wet tot een goed einde heeft gebracht, oftewel vervult heeft.

Johannes 14:12,15,21,31 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.
Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
Maar de wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb, en doe zoals de Vader Mij geboden heeft. Sta op, laten wij hier vandaan gaan.

Mijn wedergeboorte stelt mij in de gelegenheid, omdat ik weer levend gemaakt ben voor God, vrijgekocht van de slavernij van de zonde de dood, te leven zoals Christus mij voorgeleefd heeft in het doen van de wil van de Vader. Als ik de wil van de Vader doe, dan is alles geoorloofd en dan is ook alles weer nuttig, dan pas is ook alles weer nuttig, omdat het tot eer is van Hem die mij (in Christus) gezonden heeft.

Romeinen 12:1,2 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.