9/28 het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus
Johannes 1:1-5 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.
Jezus was volmaakt gehoorzaam aan Gods wil. Door Jezus’ leven, lijden, dood en opstanding zorgde God voor de enige manier die de zonde van de mens teniet kon doen. Mensen die in geloof Jezus’ verzoening aanvaarden, ontvangen eeuwig leven. Door Jezus’ offer begrijpt de hele schepping de oneindige en de heilige liefde van de Schepper nog beter. Deze volmaakte verzoening stelt de rechtvaardigheid van Gods wet en zijn genadevolle karakter overtuigend vast, want het veroordeelt onze zonde en geeft ons tegelijkertijd vergeving. Jezus stierf in de plaats van elk mens en doet zo elke zonde teniet. Zijn dood was verzoenend en transformerend. De lichamelijke opstanding van Jezus toont Gods overwinning op de krachten van het kwaad. Dit verzekert iedereen die de verzoening aanvaardt van de uiteindelijke overwinning op zonde en dood. Deze opstanding kondigt de heerschappij van Jezus Christus aan, voor wie iedereen, in de hemel en op de aarde, zal buigen.
(Genesis 3:15; Psalm 22:1; Jesaja 53; Johannes 3:16; 14:30; Romeinen 1:4; 3:25; 4:25; 8:3, 4; 1 Korintiërs 15:3, 4, 20–22; 2 Korintiërs 5:14, 15, 19–21; Filippenzen 2:6–11; Kolossenzen 2:15; 1 Petrus 2:21, 22; 1 Johannes 2:2; 4:10.)
👉deel 1
Reacties
Een reactie posten