bidt en u zal gegeven worden (1)

"Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.
Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.
Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden. Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten." Matteus 7: 7-12

Er zijn een aantal teksten die worden gebruikt om aan te geven dat, als wij de Heer iets vragen dat wij het dan ook krijgen. Als een zoon iets vraagt aan ons, dan geven wij hem dat wij hij aan ons vraagt. Dat is op z'n minst wat deze tekst suggereert. Maar is dat ook zo, krijgen wij hier de boodschap mee dat wij onze kinderen alles geven wat hij ons vraagt? 

Ik hoor regelmatig in de christelijke (kerk) wandelgangen dat als wij om iets bidden en we krijgen het niet, dan is het de Heer die in Zijn wijsheid en liefde heeft besloten dat wij wat anders en per definitie wat beters krijgen dan wij gevraagd of gebeden hebben. Als ik de bovenstaande tekst goed lees dan kan ik niet direct amen zeggen op deze bewering. Mijn zoon vraagt om een brood en dan krijgt hij een brood en als hij om een vis vraagt dan krijgt hij ook een vis.

Misschien mag ik er wil in lezen dat ik hem in ieder geval niet iets geeft wat minder is dan hij vraagt. Hij krijgt niet iets waar hij op dat moment helemaal niets mee kan, zoals een steen, een slang of een schorpioen. Hij vraagt iets om zijn honger te stillen en zelfs slechte ouders geven hem dat, en geven hem hoewel zij slecht zijn, fouten en gebreken hebben, uit liefde voor hem niet iets waarmee hij zijn honger niet kan stillen. Let wel, slangen en schorpioenen worden gegeten, maar niet in de Bijbelse context, want dat waren en zijn nog steeds tot op de dag van vandaag onreine dieren, en stenen kunnen niet gegeten worden, dienen niet tot voedsel omdat het veel te zwaar op de maag ligt. 

Als ik dit hele tekstgedeelte grondig op mij laat inwerken en de Geest vraagt om Zijn verlichtend werk te doen, dan kom ik toch op gedachten die ik eerder nooit gehad hebt. 

Het kind, de zoon vraagt om zijn honger te mogen stillen en brood, vis en ei staan voor meer dan alleen maar maag vulling. Het brood verwijst naar een diepere laag, een tweede agenda. Brood staat voor leven, voor wijsheid, inzicht en leidt tot een weg om een komende oordeel te ontvluchten. Brood wijst op het stillen van meer dan lichamelijk honger, maar verwijst naar het woord van de Allerhoogste. 

"Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt." Matteus 4: 4

Net als brood, staat ook vis en ei voor leven. Vooral de vis heeft een bijzondere lading, volgens de geschiedenis hebben de eerste christenen het vis teken gebruikt als geheime getuigenis, en als herkenning van de christen broeder en zuster. Het woord ICHTUS bijvoorbeeld, heeft in die zin een bijzondere verwijzing naar onze Verlosser en Redder.

I Iesous: Jezus
CH CHristos: Christus
TH THeou: Gods
U Uios: Zoon
S Soter: Verlosser (Redder of Bevrijder)

De vraag die het dan weer bij mij oproept is of het in dit voorbeeld wel gaat of wij alles moeten geven als ouder en of wij dus alles wel krijgen van onze hemelse Vader? 

De rest van de vervolg teksten plaats ons midden in het onderwerp en laat ons zien dat het niet gaat om; geef ze maar te eten als ze lichamelijk honger hebben, want dat ongebreideld geven leidt op dit moment anno tweeduizend zestien tot een overschot aan obesitas mensen, erger nog tot obesitas kinderen. Het kind vraagt, en papa of mama geven maar, en dat kan niet de bedoeling zijn. Wat op z´n minst wel de bedoeling is dat als de kinderen om iets goeds vragen dat ze dat dan ook krijgen en niet met minder, of zelfs met meer dan minder, dus slechter worden weggestuurd. Wij geven ze dus iets goeds ondanks het feit dat wij zelf niet goed zijn. Dat is een mooie bemoedigende boodschap van liefde.

Maar er is een overtreffende stap een twee punt nul versie om het maar zo te noemen. Er is een hemelse Vader, die boven onze vraag uitstijgt met wat Hij ons geeft als antwoord op onze vraag.

"Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen." Efeze 3: 20, 21

Het moge helder zijn, wij als aardse ouders willen het beste voor onze kinderen en dat geven wij hen ook, uitzonderingen daar gelaten. De Heer wil nog veel meer en nog veel beter voor ons. 

Houdt dit nu in dat wij alles krijgen wat wij maar vragen of wensen, omdat Hij dat kan, omdat de Geest van de Allerhoogste in ons woont? Hij werkt overeenkomstig de Kracht die in ons woont. Hij, G`ds Geest is krachtig en machtig maar niet om onze eigen agenda te dienen, maar de agenda van Elohim, laten we dat meenemen in onze gedachten. Een completer antwoord op deze vraag verdient wat extra aandacht en dat wil ik het ook graag geven, maar dan in een vervolg blog

Wat vaststaat is dat G`d heel veel meer van ons houdt en een veel zuivere liefde voor Zijn kinderen op aarde heeft dan wij ons maar enigszins kunnen voorstellen noch bevatten. Dat mogen en moeten we in geloof aannemen. Hij houdt van ons, Hij zorgt voor ons, is ons altijd heel dicht nabij, zal onze hand nooit loslaten en niets van wat wij doen of nalaten kan ons scheiden van Zijn onmetelijke liefde. Wij kunnen niet eens vluchten voor Zijn liefde, Zijn goedheid, barmhartigheid en trouw. 

Hoe G`d denkt over de mensen op aarde, Zijn kinderen, wordt heel helder samengevat in deze mooie Psalm.

"Een psalm van David, voor de koorleider. HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen – het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is de nacht een licht om mij heen. Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht. Want Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde. Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond. Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand; ontwaak ik, dan ben ik nog bij U." Psalm 139: 1-18

Hij kent ons door en door, Hij houdt van ons, ondanks of juist omdat Hij ons kent. Wij kunnen niet vluchten voor Zijn liefde en genade, hoewel we het wel kunnen afwijzen. Maar de prijs die Hij betaald heeft om ons het Goede te kunnen geven, is te groot om te vatten. Hij heeft Zijn Zoon gegeven en in dit geval heeft Hij gegeven zonder dat Hij gevraagd is, omdat Zijn liefde voor ons Hem aanspoorde om Zich met ons te verzoenen, ons te vergeven, en ons te vernieuwen waardoor wij in de nabije toekomst weer één kunnen zijn, zoals de Vader en de Zoon één zijn. Het goede in ons door de wedergeboorte is overeenkomstig de wil van de Vader, is overeenkomstig G`ds agenda.