bidt en u zal gegeven worden (2)

"Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.
Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.
Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden. Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten." Matteus 7: 7-12




Geeft G`d altijd alles wat wij vragen, behoort G`d ons altijd te geven wat wij vragen, en geldt dat ook onze ouders?
Ik had in mijn vorige blog aangegeven dat ik graag in wil gaan op deze vragen en of in de tekst hierboven het zo bedoelt wordt zoals zo vaak gedacht of gewenst wordt.

Persoonlijk denk ik dat hier de context helder schildert hoe we deze tekst beter kunnen lezen.
In vers twaalf lezen we denk ik een sleutel tekst om dit te kunnen ontrafelen: "Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten"

De wet en de profeten, werden gegeven om het grote doel van de Allerhoogste in vervulling te doen laten gaan. Wat wij doen, waar wij om vragen moet in relatie staan met G`ds doel en wil met de mens. Als we alles knechten in ons leven aan dat doel en die wil van Diegene die zich met ons wil verzoenen, dan zullen we ontvangen waar we om vragen, dan bidden we nl Zijn wil.

Hoe willen wij onze kinderen behandelen, hoe willen wij dat het hun vergaat in het leven? Als we dat nu eens als uitgangspunt nemen en daarbij de gedachten de rol laten meespelen dat wij, ieder mens op deze aarde behoren tot G`ds kinderen en dat Hij dus onze Vader is.
Het kind vraagt aan zijn vader iets goeds, iets om zijn honger te stillen en de vraag is gerechtvaardigd. Hij vraagt dus niet om een auto, of een huis of een vrouw of een goede baan, hij heeft honger en vraagt om iets wat die honger stilt. Hij vraagt iets wat in relatie staat tot G`ds plan, dan zal de Heer dit met amen beantwoorden.
Brood staat in de bijbel voor goed lichamelijk voedsel, en komt zo vaak voor dat je wellicht zou uit mogen gaan van het feit dat brood staat voor het hoofdgerecht. De zoon heeft gezonde en gerechtvaardigde behoeften en vraagt om die behoeften, die honger te mogen stillen en de vader honoreert dit verzoek en geeft hem wat hij vraagt. Deze honger, deze behoefte kunnen we hier in overdrachtelijke zin geestelijke honger noemen. Honger naar de Weg, de Waarheid en het Leven, honger naar het levende brood, naar het Woord.

De context leert mij dus dat hij om iets goeds vraagt, iets vraagt wat in overeenstemming is met wat de vader ook vindt. De vader die we normaliter nou niet bepaald wegzetten als een onnadenkend mens, overziet de situatie, beoordeeld deze en voldoet aan de gerechtvaardigde wens van de zoon. De zoon vraagt dus in wezen iets wat niet alleen gewoon goed is, maar wat volledige in overeenstemming is met de wil van de vader. Als wij als aardse vaders of verzorgers met al onze beperkingen en tekortkomingen instaat zijn om onze kinderen iets te geven waar ze om vragen omdat het gevraagde goed voor ze is, wat mogen we dan verwachten van onze hemelse Vader?

In vers twaalf krijgen we min of meer te zien dat de vraag gezinsoverschrijdend gaat. Het gaat niet alleen meer over vader en zoon, maar van mens tot mens. Onze levens lopen over van behoeften, wensen en noden, die ook wel honger kan worden genoemd. Als wij met wijsheid hier op antwoorden dan zullen ook wij op gelijke wijze antwoord krijgen op onze behoeften, wensen en noden, en krijgen wij om te geven en te delen. 

Het criteria om te krijgen waar we om vragen wordt niet hier maar op een andere plek in de schrift helder en niet mis te verstaan beschreven. "En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil" 1Johannes 5: 14

Ons bidden moet in geloof zijn, ons bidden moet voortkomen uit het verbonden zijn met onze Heer, verbonden blijven aan de Wijnstok. Als we bidden naar Zijn wil, moeten we geloven dat wat wij bidden ontvangen zullen en dan zullen we  het ontvangen. Als we zo bidden, dan bidden we op de juiste manier, dan bidden we goede dingen en zal dit altijd verhoord worden. Gebeden die in overeenstemming zijn met de wil van de vader en met dus met de wil van onze Hemelse Vader, als het gevraagde voortkomt uit die verbondenheid in de Geest, zal ons gebed altijd goed zijn en altijd verhoord worden.

Jezus eigen getuigenis opgeschreven in het evangelie van Johannes bevestigd dat dit soort gebeden altijd verhoord worden. Uitzonderingen daar gelaten denk ik dat foute gebeden, gebeden die niet in overeenstemming zijn met de wil van de Vader, helemaal niet of op een betere manier, een manier die in overeenstemming met Zijn eigen wil en dus uiteindelijk beter voor ons zullen zijn.
Laat je leiden, laat de Geest onze mond, onze gedachten en onze geest leiden en je zult verhoord worden.

"Zij namen dan de steen weg waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen omhoog en zei: Vader, Ik dank U dat U Mij verhoord hebt. En Ik wist dat U Mij altijd verhoort, maar ter wille van de menigte die om Mij heen staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij geloven dat U Mij gezonden hebt." Johannes 11: 41, 42

Reacties

Populaire posts