rentmeesterschap: alles of niet?

"En toen Jezus was gaan zitten tegenover de schatkist, zag Hij hoe de menigte geld in de schatkist wierp; en veel rijken wierpen erveel in. En er kwam één arme weduwe, die er twee kleine munten in wierp, dat is een quadrans. En toen Hij Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer ingeworpen heeft dan allen die iets in de schatkist geworpen hebben. Want zij allen hebben van hun overvloed erin geworpen; maar deze heeft van haar armoede alles wat zij had, erin geworpen, heel haar levensonderhoud." 
Mark 12: 41-44

Dit tekst gedeelte helpt ons te zien dat er een verschil is in geven en geven. Ik zeg er direct maar bij dat dit gedeelte niet ingezet mag worden om "alles geven" te promoten noch per definitie te ten alle tijden te rechtvaardigen. 

Er zijn mensen die geven vanuit hun overvloed en er zijn mensen die geven vanuit hun armoede, zij geven dus eigenlijk vanuit hun te kort. De vraag is, of er een gegronde reden is om het ene te doen of het andere na te laten. Wanneer kom je er toe om alles te geven.

Van de weduwe weten we dat ze alles gaf, wat niet helder is, is dat wat zij gaf alles was voor die dag of alles was wat ze als totaal bezat. Er zijn verscheidene teksten die aangeven wat de waarde is van een penning en dat het vaak in relatie wordt gebracht met het loon van de dag. Hier betekend het in ieder geval dat alles wat de de weduwe had bestemd was voor de Heer en dat zij daarmee het groot vertrouwen laat zien die zij had in haar Heer en zich dus volledig afhankelijk opstelde tov Hem.

"Want het Koninkrijk der hemelen is als een heer des huizes, die 's morgens vroeg eropuit ging om arbeiders voor zijn wijngaard in te huren. Nadat hij het met de arbeiders eens geworden was voor een penning per dag, stuurde hij hen zijn wijngaard in." Matteus 20: 1, 2

Je zou bijna aan de hand van deze parabel kunnen beweren dat er niet meer te verdienen valt, of je nu wel of niet keihard, veel of lang gewerkt hebt, omdat er niet meer te verdienen valt dan wat is afgesproken. Ook als je op het laatste uur voet zet in Zijn wijngaard, blijkt dat er niet minder noch meer te halen valt dan die ene Penning, het dagloon.
Het zou ook kunnen betekenen dat er geen andere manier is om aan die Penning te komen dan je te begeven in Zijn wijngaard, waardoor je deel uitmaakt van het veld waar de Heer zeggenschap over heeft, over heerst. Hij bepaald wat voor een verdienste er staat tegenover wat jij doet, en misschien juist wel niet doet, niet gedaan hebt en het er dus wellicht helemaal niet toe wat je doet maar wanneer je komt, dat het dus alleen maar een kwestie is van komen en dat het loon altijd hetzelfde zal zijn. Het loon dat afkomstig is van de Heer van de wijngaard, zonder aanziens des persoons en zonder te kijken naar wat je gepresteerd hebt. Je kan je derhalve ook niet beroepen op meer verdienste want er is niet meer, er is niet meer dan de Penning, het "Offer van Yeshua". 

De Meester gaat er op uit, de Meester roept: "Waarom staat u hier heel de dag werkloos?" Klinkt mij toch heel erg in de oren als: " Waar bent u?"
De Meester, YHWH, die erop gaat om de mens te zoeken en hen tot Hem te roepen.

"Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld." 
Matt. 25: 34

De Heer belooft ons dat het ons aan niets zal ontbreken, dat we de lelies in het veld ver te boven gaan, zo ook de dieren, en dat het de Heer niet ontgaat hoe het gesteld is met de mus en dat ook Hij voor hen intensief zorgt, dit in meerdere maten geldt voor het kroonstuk van zijn schepping nl de mens. Wij zijn de gezegende van de Vader, wij beerven door de Zoon het Koninkrijk, onze schat is in de hemel, dan is het wijs dat daar ook ons hart is en dat ons hart er naar uitgaat.

"Let op de lelies, hoe zij groeien. Ze werken niet en spinnen niet, en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, hoeveel te meer u, kleingelovigen! En u, vraag niet wat u eten of wat u drinken zult, en wees niet verontrust. Want naar al deze dingen zoeken de volken van de wereld. Uw Vader echter weet dat u deze dingen nodig hebt. Maar zoek het Koninkrijk van God en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven." Luk. 12: 27-32

Hij geeft, onbaatzuchtig, zonder voorwaarde, zonder de persoon aan te zien, YHWH pleegt geen klasse justitie, vraagt niet of wij iets voor Hem betekend hebben laat staan hoelang, nee Hij geeft zichzelf en heeft daarvoor de dood niet geschuwd. Hij roept ons bij onze naam omdat Hij de weg naar Zijn troon, de weg tot herstel, verzoening en redding vrij heeft gemaakt, daarom roept Hij ons, omdat het kan, kan in de naam van Zijn Zoon Yeshua, het Lam G`ds dat de zonde van de wereld wegneemt. 

Maar zoals Lukas zo mooi beschrijft, wil Hij ook dagelijks voor ons zorgen, ziet Hij naar ons om en bekleed ons met majesteit, leidt ons, en overschaduwd ons met Zijn liefde. Het makro overzicht, de grote lijnen laat ons zien dat Hij de wereld wil redden en de weg daarvoor bereid heeft. Het mikro overzicht laat ons zien dat Hij dagelijks naar ons omziet en ons draagt als op aderlaars vleugels.

"Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem." 2 Kron. 16: 9

Wat geef je de Heer nou terug, wat is van Hem, wat behoort Hem toe en wat kunnen wij stellen tegenover alles wat Hij ons geeft. 

"Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, spreekt de HEERE van de legermachten." 
Haggai 2: 9

De Schepper van hemel en aarde, de schepper van de mens, Hij die ons uit het stof van de aarde heeft geformeerd, stof waar de aarde rijk aan is, is van Hem, alles wat uit de aardbodem uit het stof is, is voortgekomen door Hem en van Hem, alles is van Hem, wij zijn van Hem, omdat het stof, het goud en het zilver, van Hem is.
Hebzucht heeft er toe geleidt dat wij het stof boven de mens hebben verheven, en dat de stof van meer waarde is geworden dan een mensenleven. De hebzucht naar geld en daardoor naar macht heeft velen levens gekost, terwijl wij, als die mens, met die hebzucht, zelf daaruit geformeerd zijn.

" Van U, HEERE, is de grootheid, de macht, de luister, de kracht en de majesteit. Want alles wat in de hemel en op de aarde is, is van U. Van U, HEERE, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles." 1 Kronieken 29: 11

Wij zijn van Hem en het enige waar de Heer eigenlijk echt tevreden mee is is dat wij de intentie hebben alles te geven. De weduwe gaf weg wat haar een aards bestaansrecht moest verzekeren op, ipv daar aan vast te houden stelde zij haar vertrouwen niet in het geld, niet in de penning, niet in het materiele, maar stelde zij haar vertrouwen in haar dagloon het loon wat Zij ontving van Hem die haar geroepen heeft tot Zijn wijngaard, ze gaf terug waar ze geen behoud aan kon ontlenen, ze gaf dmv die Penning zichzelf volledig en totaal aan de Heer zonder roem, en zonder zich ergens op te beroepen.

"Het is namelijk niet de bedoeling dat anderen verlichting hebben, en u verdrukking; maar uit het oogpunt van gelijkheid is er op dit moment uw overvloed om wat hun ontbreekt aan te vullen, opdat ook hun overvloed er is om wat u ontbreekt aan te vullen, opdat er gelijkheid zal zijn," 

2 Kor. 8: 13, 14

Goed rentmeesterschap is een kwestie van balans, is een zaak van gelijkheid, vul aan wat een ander ontbreekt en krijg aangevuld waar het jou aan ontbreekt. Zo werkt de Heer, zo behoren Zijn kinderen ook te werken. 

Het geven van die ene penning van de weduwe, lijkt onbalans voor te staan, maar zonder dat wij in haar hart kunnen kijken en zonder dat de bijbel inzage geeft in haar motiven, kan dat alleen maar verbonden worden aan haar trouw aan de Heer, en haar vertrouwen in haar Heer, de Heer die van haar wellicht hetzelfde vroeg als wat Hij vroeg van de rijke jongeman, die helaas niet zo handelde als zij.

Vertrouw op Hem en laat de hang naar aardse schatten varen, want daar zal je hart tot de dood erop volgt aan verbonden zijn en het jachtinstinct naar de schat in de hemel doen verdrijven. Het mindere neemt een prominentere plaats in dan het meerdere. Het meerdere wat wij krijgen omniet, de Penning, omdat we gehoor gegeven hebben aan Zijn roepstem en gekomen zijn naar de wijngaard. 

Goed rentmeesterschap is een kwestie van balans, is een zaak van gelijkheid, Hij geeft alles, wij geven alles, omdat wij gekocht en betaald zijn.
Een groeiproces gaat vooraf aan totale overgave, een dankoffer, een tiende deel, het vasten:
(omzien naar weduwen en wezen). 

Alles helpt ons, om uiteindelijke de grote stap in het geloof te kunnen zetten, jezelf volledig te geven en andere in onze kielzog mee te nemen, zodat zij delen in datgene wat ook wij gekregen hebben omniet. Er zullen dagen komen dat de Heer alles van jou zal vragen, er zullen ook dagen komen dat alles van jou mag zijn en in die tussentijd heeft de Heer ons handvatten gegeven om gepast te delen van wat wij hebben ontvangen, vanuit balans, vanuit de noodzaak  aan gelijkheid.

Let wel beste lezer, niemand kan twee heren dienen, in alles wat gij doet, doet het ter ere van YHWH.