5. De reiniging van het heiligdom

Hebreeën 9:12 Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. 13. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, 14. hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!


Wij zullen zien dat Daniël 8 een herhaling is van Daniël 7. Ofschoon enkele aspecten van Daniël 7 in Daniël 8 ontbre ken, zijn andere aspecten met zorg nader uitgewerkt. Niette min is het scenario voor beide hoofdstukken gelijk.

Zoals Daniël 2 en 7, is Daniël 8 verdeeld in twee hoofddelen: een profetische droom of visioen, en vervolgens een verklaring van die droom of dat visioen. In Daniël 8 gaan de eerste veertien verzen over een visioen van een ram, een geitebok, een kleine horen, en dan over de "reiniging" van het heiligdom. De tweede helft van het hoofdstuk - verzen 15 tot 27- verklaren de betekenis van de ram, de geitebok en de kleine horen. De "reiniging" van het heiligdom wordt niet verklaard.

Laten wij het visioen van Daniël 8 eens nader bezien. 

Daniel 8: 1 In het derde jaar van het koninkrijk van de koning Belsassar, verscheen mij, Daniël, een gezicht, na het gezicht, dat mij eerder verschenen was.

Daniël had een visioen gedurende de regering van Belsassar, die koning van Babylon was. Dit visioen werd dus gegeven gedurende de tijd dat Babylon aan de macht was. Wat zag Daniël?

Daniel 8:3, 4 Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik, en zie, een ram stond voor de stroom; hij had twee horens, en die horens waren hoog, de ene echter was hoger dan de andere, en de hoogste rees het laatst op. Ik zag de ram stoten naar het westen, naar het noorden en naar het zuiden, en geen enkel dier kon tegen hem standhouden; er was niemand die redden kon uit zijn macht, en hij deed naar zijn welgevallen en maakte zich groot

Daniël ziet in een visioen een ram met twee horens. Deze ram beweegt in drie richtingen, en geen dier kan hem stoppen. De ram werd "groot". Het eerste deel van Daniëls visioen gaat dus over een ram. Wat volgt er?

Daniel 8: 5, 6 Maar terwijl ik nauwkeurig acht gaf, zie, daar kwam een geitebok van uit het westen over de gehele aarde zonder de aarde aan te raken; en de bok had een opvallende horen tussen zijn ogen. En hij kwam tot de ram met de twee horens, die ik voor de stroom had zien staan, en rende op hem toe in zijn grimmige kracht.

Daniël zag vervolgens in het visioen een geitebok die de ram aanviel

Daniël 8:7, 8 Ik zag, dat hij tot vlak bij de ram kwam; verbitterd stiet hij de ram, brak zijn beide horens, en er was geen kracht in de ram om tegen hem stand te houden; hij wierp hem ter aarde en vertrad hem, en er was niemand die de ram uit zijn macht redde. De geitebok nu maakte zich bovenmate groot, maar toen hij machtig werd, brak de grote horen af, en vier opval lende horens rezen in diens plaats op, naar de vier windstre ken des hemels.

De geitebok met de grote horen tussen zijn ogen, vernietigt de ram die hem voorafging. Deze geitebok "maakte zich bovenmate groot", toch wordt de grote horen later afge broken en vier "opvallende" horens verschenen in zijn plaats.

Nadat de geitebok zijn grote horen had verloren, verscheen een andere macht uit één van de vier windstreken des hemels.

Daniel 8: 9-12 En uit één daarvan kwam weer een horen voort, die klein begon, maar die zeer groot werd tegen het zuiden, tegen het oosten en tegen het Sieraad, ja, zijn grootheid reikte tot aan het heer des hemels, en hij deed er van het heer, namelijk van de sterren, ter aarde vallen, en vertrapte ze. Zelfs tegen de vorst van het heer maakte hij zich groot, en Hem werd het dagelijks offer ontnomen en zijn heilige woning werd neergeworpen. En een eredienst werd in overtreding inge steld tegenover het dagelijks offer; en hij wierp de waarheid ter aarde, en wat hij ook deed, gelukte hem.

Deze kleine horen verscheen na de geitebok. Hij be weegt zich in verschillende richtingen over de aarde, maar dan strekt hij zich omhoog, "tot aan het heer des hemels". Hij werpt de waarheid tegen de grond, en wordt "bovenmate groot".

Tot hier toe zag Daniël een ram, een geitebok, en dan een macht van een kleine horen.

Daarna hoort hij in het visioen twee heiligen spreken. De ene heilige stelt aan de andere vragen over al de dingen die Daniël gezien had. 

Daniel 8: 13 Hoelang zal dit gezicht gelden - het dage lijks offer en de ontzettende overtreding, het prijsgeven van het heiligdom en het vertrappen van het heer? 

Het antwoord is: 

Daniel 8: 14 Tot tweeduizend en driehonderd avonden en morgens: dan zal het heiligdom gereinigd worden.

Het visioen eindigt met de "reiniging" van het heilig dom! Dat is de laatste handeling in Daniëls visioen- de tijd die wordt gegeven met betrekking tot de reiniging van het hei ligdom. Daarna is het visioen voorbij. Het belangrijke punt hier is, dat het visioen eindigt met het heiligdom dat wordt gereinigd. Daniëls visioen kan dus als volgt worden samengevat:

  • Ram
  • Geitebok
  • Kleine horen
  • Het heiligdom gereinigd

Lees Daniël 8:1-14 herhaaldelijk tot u deze volgorde van gebeurtenissen duidelijk ziet: ram, geitebok, kleine horen, heiligdom gereinigd. Dit moet u helder voor ogen staan. De eerste helft van Daniël 8 beschrijft het visioen; de tweede helft verklaart het. In Daniël 8:15-18, verschijnt de engel Gabriël aan Daniël-nadat Gabriël is opgedragen "deze het gezicht te doen verstaan" - en zegt: "Versta, mensenkind, dat het gezicht doelt op de tijd van het einde." Merk op, Gabriël zegt dat het visioen zal zijn voor "de tijd van het einde" een punt zo belangrijk, dat hij hetzelfde nog een keer in vertelt. 

Daniel 8: 9 Zie, ik maak u bekend wat geschieden zal in het laatst van de gramschap; want het doelt op het tijdstip van het einde.

Wat stelden deze dieren voor?

Daniel 8: 20 De ram die gij gezien hebt, met de twee horens, doelt op de koningen der Meden en Perzen. Medië en Perzië!

Hebben wij dit koninkrijk al niet eerder gezien? Was het niet het zilver van het grote standbeeld in Daniël 2 en de beer van Daniël 7? Hier komen wij dit koninkrijk opnieuw tegen, nu gesymboliseerd door een ram. U hoeft het dus niet van mij aan te nemen, of van de geschiedenis. De Bijbel noemt het voor ons! Let ook enkele parallellen tussen de Medo-Perzi op sche beer van Daniël 7 en de Medo-Perzische ram van hoofd stuk 8. Beide dieren zijn niet symmetrisch: de beer was aan één zijde opgericht (Daniël 7:5); overeenkomstig zijn de ramshorens niet gelijk van grootte, de ene groter dan de andere (Daniël 8:3). Ook had de beer drie ribben in zijn muil, naar men aanneemt Babylon, Egypte en Lydië - drie volken die werden overwonnen door Medo-Perzië. De ram in Daniël 8 verovert in drie richtingen: westwaarts (Babylon), zuid waarts (Egypte), en noordwaarts (Lydië).

Nu, de logische vraag: Waar is Babylon gebleven? Wij zagen Babylon in Daniël 2 en 7, maar waar is deze macht in hoofdstuk 8? Ofschoon het visioen van Daniël 2 aanvangt met de heerschappij van Babylon, wordt dat land niet meer ge noemd in deze profetie. Een eenvoudige verklaring hiervoor is, dat Babylon aan het einde van zijn heerschappij was toen het visioen van Daniël 8 werd gegeven. Omdat Babylon toch spoedig van het toneel zou verdwijnen, bestond er geen reden meer om dit rijk te vermelden. Ofschoon dit antwoord niet ongegrond is, kan er echter een beter antwoord worden gegeven. Dat antwoord zal ik in het volgende hoofdstuk geven. Hoe dan ook, het visioen van Daniël 8 begint met de ram, die het Medo-Perzische rijk symboliseerde. En de geite bok die daarop volgde? Gabriël zegt: 

Daniel 8: 21, 22 De harige geitebok (doelt) op de koning van Griekenland, en de grote horen die tussen zijn ogen stond, dat is de eerste koning. En dat die afbrak en er vier in zijn plaats kwamen te staan: vier koninkrijken zullen uit het volk ontstaan, doch zonder zijn kracht.

Griekenland! Zijn wij ook dat koninkrijk al niet eerder tegengeko men? Was het niet het koper v van het beeld van Daniël 2 en de panter van Daniël 7? Met de eerste koning wordt klaarblijke lijk Alexander de Grote bedoeld, die het rijk naar het toppunt bracht, en de vier koningen zijn de vier generaals die het rijk verdeelden na de dood van Alexander. Opnieuw is geen speculatie nodig om het koninkrijk te identificeren. De Bijbel noemt het voor ons!

Merk ook parallellen op tussen de geitebok van hoofd stuk 8 en de panter van hoofdstuk 7. Beide komen op na Medo-Perzië. De panter had vier vogelvleugels op zijn rug (Daniël 7:6), terwijl de geitebok van uit het westen kwam zonder de aarde aan te raken (Daniël 8:5). Ook had de panter vier koppen (Daniël 7:6), terwijl de geitebok vier horens voortbracht nadat de voornaamste horen afgebroken was (Daniël 8:8).

De ram stelt dus Medo-Perzië voor; de geitebok ver tegenwoordigt Griekenland. En wat stelt de kleine horen voor, die daarop volgde?

Daniel 8: 23-25 En in het laatst van hun koningschap, als de boosdoe ners de maat hebben volgemaakt, zal er een koning opstaan, hard van aangezicht en bedreven in listen. En zijn kracht zal sterk zijn - maar niet door eigen kracht- en op ontstellende wijze zal hij verderf brengen, en wat hij onderneemt zal hem gelukken; machtigen zal hij verderven, ook het volk der heiligen. En door zijn sluwheid zal hij het bedrog dat hij aanwendt, doen gelukken; hij zal zich in zijn hart verheffen, en onverhoeds velen verderven. Ook tegen de Vorst der vorsten zal hij optreden, doch zonder mensenhanden zal hij vernie tigd worden.

De kleine horen vertegenwoordigt klaarblijkelijk een indrukwekkende macht die opkomt na de ondergang van Griekenland - een voorspoedige macht die Gods volk ver nietigt. Voor wij deze macht identificeren (wat al duidelijk is), moeten wij opmerken dat de ram, die Medo-Perzië symboli seerde, beschreven werd als "groot" (Daniël 8:4). De geite bok, die Griekenland symboliseerde, werd beschreven als "bovenmate groot" (Daniël 8:8). Toch wordt de kleine horen die volgt, beschreven als "zeer groot" (Daniël 8:9). Welk volk de kleine horen ook vertegenwoordigt, hij was groter dan de twee voorgaande machten.

In Daniël 2, na Medo-Perzië en Griekenland, was de volgende macht Rome (heidens en pauselijk, ofschoon de nadruk in dit visioen meer politiek dan religieus is), gesymbo liseerd door het hardste van alle metalen, ijzer. In Daniël 7, na Medo-Perzië en Griekenland, kwam heidens en pauselijk Rome, gesymboliseerd door het wreedste alle dieren. Daniël verschijnt, na Medo-Perzië Griekenland, een andere macht, een macht die groter dan welke van de eerste twee.

Die macht kan niet anders dan het Romeinse zijn! Eerder zagen wij dat er verscheidene metalen de verschillende, in Daniël genoemde machten waren: goud voor Babylon, zilver voor Medo-Perzië koper voor Grie kenland. Wij zagen dat Rome met een ander metaal werd aangeduid: ijzer. Dat ijzer, dat het koper (Griekenland) begon (in de benen), strekte zich tot de tenen einde van de tijd wanneer God zijn koninkrijk zou oprichten hoewel het met leem vermengd was tegen tijd dat het de voeten bereikte. Het punt dat Rome na Griekenland komt en zal blijven tot de tijd van het einde, ofschoon een andere fase.

In Daniël worden verschillende dieren gebruikt om de koninkrijken voor te stellen, inclusief het vierde dier symbool van het Romeinse Rijk. Toch maakte kleine horen nog steeds deel uit van het vierde dier. Het was geen aparte macht. Dus verrijst het vierde dier, zoals het in Daniël na Griekenland en blijft tot tijd van het einde, ofschoon ook hier in een andere fase.

Hetzelfde beginsel ligt ten grondslag aan kleine horen van Daniël 8. Hij komt op na Griekenland (zie Daniël 8:8), toch blijft hij aan tot de tijd van het einde, wanneer hij "zonder mensenhanden" vernietigd wordt, juist zoals steen die Gods koninkrijk vertegenwoordigt uitgehakt werd "zon der toedoen van mensenhanden" een symbool van godde lijke tussenkomst. Zoals de machten de voorafgaande pro fetieën, komt kleine horen na Griekenland blijft op het wereldtoneel tot het einde van de tijd.

Dan symboliseert ook de kleine horen Daniël zowel heidens als pauselijk Rome, omdat de heidense fase aanvangt na de ondergang van het Griekse Rijk, terwijl de pauselijke fase zich zal uitstrekken tot het einde. De verschil lende fasen zijn moeilijker te zien in Daniël dan de voorafgaande hoofdstukken, maar zij bestaan. Dr. William Shea van het Biblical Research Institute van de Generale Conferentie, en Dr. Gerhard Hasel van Andrews University (zie deel 2 van de Daniel and Revelation Committee-series) hebben beiden geschreven over de heidense en pauselijke fasen van de kleine horen van Daniël 8. Zonder nu in details te treden tonen zij aan hoe de eerste verzen de horizontale uitbreiding van de kleine horen beschrijven: hij bewoog zich over het aangezicht van de aarde (zie Daniél 8:9). Deze geografische uitbreiding, zo menen zij, betreft de heidense fase van Rome als het keizerrijk zich uitbreidt over de aarde. Latere verzen echter beschrijven een religieuze agressie. Als de kleine horen zich opwaarts verheft-hemelwaarts-tegen de "Vorst van het heer" en het heiligdom in de hemel. Hier wordt de pauselijke fase van Rome beschreven als haar systeem zich de voorrechten aanmatigt die alleen God toebehoren. De kleine horen kent dus twee fasen: horizontale agressie (hei dens) en verticale agressie (pauselijk). Wij zullen dit in het volgende deel van het boek nader bezien.

Het belangrijke punt hier is, dat de macht van de kleine horen, die na de ram en de geitebok opkomt, Rome in haar heidense en pauselijke fase symboliseert, ofschoon de nadruk hier, zoals in Daniël 7, op de pauselijke fase ligt.

Inderdaad, let eens op sommige parallellen tussen de kleine horen van Daniël 7 en de kleine horen van Daniël 8, parallellen die aantonen dat wij met dezelfde macht van doen hebben. 

1. Beide machten worden beschreven door hetzelfde symbool: een horen. 

2. Beide zijn vervolgende machten (zie Daniël 7: 21, 25; 8:10,24).

3. Beide zijn zelfverheffend en godslasterlijk (zie Daniël 7:8,20,25; 8:10,11,25).

4. Beide bben het op Gods volk voorzien (zie Daniël 7:25; 8:24),

5. Van beide zijn aspecten van hun activiteit door profetische tijd aangegeven.

6. Beide strekken zich uit tot de tijd van het einde (zie Daniel 7:25,26; 8:17,19).

7. Beide zullen worden vernietigd door bovennatuurlijke tussenkomst (zie Daniël 7:11,26; 8:25). Duidelijk blijkt hieruit, dat de kleine horen van Daniël 8 Rome is.

Tot zover hebben wij in de uitleg van Daniël 8 gezien dat de ram Medo-Perzië is, de geitebok Griekenland, en de kleine horen Rome.

De volgorde is aldus:

            Medo-Perzië (ram)
            Griekenland (geitebok)
            Rome (kleine horen)

Wat in het visioen zelf op de kleine horen volgde was de "reiniging" van het heiligdom. In de verklaring van het visioen werd de kleine horen ook gevolgd door een verwijzing naar de reiniging van het heiligdom.

Daniel 8: 26, 27 En het gezicht van de avonden en de morgens, waar van gesproken werd, dat is waarheid. Gij nu, houd het gezicht verborgen, want het ziet op een verre toekomst. En ik, Daniël, was uitgeput en was enige dagen ziek; daarna stond ik op verrichtte de dienst bij de koning. En ik was verbijsterd over het gezicht, maar niemand merkte het. 

Hier eindigt hoofdstuk

Op het eerste gezicht schijnen deze verzen niets van doen te hebben met het heiligdom dat volgens vers 14 gerei nigd wordt. Toch is de letterlijke vertaling voor Daniël 8:14: "Tot tweeduizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gereinigd worden" (King James-vertaling). Het "gezicht van de avonden en de morgens" (Daniël 8:26) verwijst dus naar het heiligdom dat gereinigd wordt. In de verklaring, juist zoals in het visioen zelf, komt de verwijzing naar het heiligdom dat gereinigd wordt, na Rome. Helaas werd het deel van het visioen aangaande het heiligdom dat gereinigd wordt, niet verklaard, want Daniël 8 eindigt met zijn opmerking dat hij het niet begreep. Omdat al het andere in het visioen van Daniël 8 (de ram, de geitebok, de kleine horen) duidelijk werd verklaard, handelde het deel van het visioen dat hij niet begreep klaarblijkelijk over de reiniging van het heiligdom - het visioen van de avonden en de morgens. Hij begreep kennelijk al het andere.

Van belang is dat de verklaring van Daniël 8 gegeven wordt in exact dezelfde volgorde als waarin het visioen zelf werd gegeven:

Visioen van Daniël 8                                  Verklaring van het visioen

Ram (verzen 3,4)                                        Medo-Perzië (vers 20)

Geitebok (verzen 5-8)                                Griekenland (vers 21)

Kleine horen (verzen 9-12)                        Heidens/pauselijk Rome (verzen 23-25)


"Tweeduizend driehonderd                        "Het gezicht van de avonden                
avonden en morgens; dan                           en morgens (niet verklaard)
zal het heiligdom gereinigd                        ......is de waarheid"
worden" (Daniël 8:14)                                (Daniël 8:26).

In het zevende hoofdstuk van Daniël hebben wij deze drie naties - Medo-Perzië, Griekenland, Rome - in die volgor de, gevolgd door het oordeel in de hemel. In Daniël 8 worden deze naties in dezelfde volgorde als in Daniël 7 (Medo Perzië, Griekenland, Rome) gevolgd door de reiniging van het heiligdom. Net zoals de diverse dieren in de visioenen dezelf de elkaar opvolgende machten voorstellen, bewijzen de paral lellen tussen het oordeel van Daniël 7 en de reiniging van het heiligdom in Daniël 8, dat zij betrekking hebben op eenzelfde gebeurtenis!

Daniël 7                                                        Daniël 8

Babylon (leeuw)                                           -------------------

Medo-Perzië (beer)                                       Medo-Perzië (ram)

Griekenland (luipaard)                                 Griekenland (geitebok)

Heidens Rome (vierde dier)                         Heidens Rome (aardse daden horen)

Pauselijk Rome (kleine horen)                     Pauselijk Rome (religieuze daden horen)


OORDEEL IN DE HEMEL                         REINIGING VAN HET HEILIGDOM

Gods koninkrijk opgericht                           --------------------

De beer (Medo-Perzië) in Daniël 7 is parallel aan de ram (Medo-Perzië) in Daniël 8, omdat zij dezelfde macht aanduiden. De luipaard (Griekenland) in Daniël 7 is parallel aan de geitebok (Griekenland) in Daniël 8, omdat zij dezelfde macht aanduiden.

Het vierde dier en zijn horen (Rome) in Daniël 7 is parallel aan de kleine horen (Rome) in Daniël 8, omdat zij dezelfde macht aanduiden.

En het oordeel of het hemels gericht in Daniël 7 is parallel aan de reiniging van het heiligdom in Daniël 8, omdat zij dezelfde gebeurtenis aanduiden. Het oordeel en de reini ging van het heiligdom moeten synoniem zijn, omdat zij in beide profetieën na Rome worden genoemd. Bestudeer deze hoofdstukken totdat u duidelijk de parallel tussen het oordeel van Daniël 7 en de reiniging van het heiligdom in Daniël 8 ziet. Dit is van beslissende beteke nis.

Deze parallellen alleen al tonen aan dat het oordeel en de reiniging van het heiligdom dezelfde gebeurtenissen zijn, maar bestaat er meer bewijs? De voorgaande machten, behal ve dat zij parallel zijn aan hun tegenbeeld in het profetische schema, delen ook enkele overeenkomsten. Toont het denk beeld van het oordeel enige overeenkomst met de reiniging van het heiligdom?

Ja zeker! De reiniging van het heiligdom op aarde was namelijk de jaarlijkse oordeelsdag. Al duizenden jaren lang, vanaf de tijd van de tabernakel in de woestijn tot op heden vieren Joden de reiniging van het heiligdom (Yom Kippur) - de Grote Verzoendag - als de grote oordeelsdag. Oordeel, be rouw, belijdenis van zonde, zijn de kern van Yom Kippur, de Grote Verzoendag.

Lees het volgende verslag uit een oude, joodse bron betreffende de Grote Verzoendag, wanneer het heiligdom werd gereinigd:

"God, gezeten op zijn troon om de wereld te oordelen, ge tegelijkertijd Rechter, Pleiter, Deskundige, en Getui ge, opent het Boek met aantekeningen, het wordt lezen, ieders persoonlijkheid staat erin beschreven. De grote bazuin wordt geblazen; het suizen van een zachte stilte wordt gehoord; engelen sidderen, zeggende, dit is de dag des oordeels: want zijn eigen dienaren zijn niet zuiver voor God. Zoals een schaapherder zijn kudde inspecteert, door ze onder zijn roede te laten voorbij gaan, zo laat God iedere levende ziel aan zich voor bijgaan om van iedere ziel de grens vast te stellen en de bestemming te bepalen... Op de Grote Verzoendag wordt verzegeld wie zal leven en wie zal sterven" (Jewish Encyclopedia, "Day of Atonement").

Ofschoon het adventistische begrip van het onderzoe kend oordeel niet precies overeenkomt met dit verslag, lijkt het er heel sterk op. Geloven wij ook niet dat het een tijd van oordeel is, met boeken waarin de namen (persoonlijkheid of karakter) van mensen staan, een tijd waarin beslist wordt over leven of dood? Zie ook, hoe dit verslag iets van dezelfde beeldspraak heeft van het oordeelstafereel in Daniël 7, wat het onderzoekend oordeel inhoudt: beide spreken over God, of zoals Daniël 7 zegt, de "Oude van Dagen" (vers 22). Beide noemen zij tronen. Dit verslag spreekt over het "Boek met Aantekeningen"; Daniël 7 beschrijft "boeken" die geopend worden. Beide handelen over een oordeel (zie de verzen 10, 22,26). Beide hebben hemelse wezens of engelen die bij het oordeel zijn betrokken. Daniël 7 handelt over een laatste afrekening, en dit verslag doet dit klaarblijkelijk ook.

In het joodse denken is de Grote Verzoendag de laatste kans van een mens om zich van zonde te bekeren. Rabbi Yechiël Eckstein beschrijft Yom Kippur als onze laatste gele genheid om voor God te verschijnen en te pleiten op genadig oordeel" (Jews and Judaism, [Word Books, Waco, Texas, 1984], blz.125). Op de Grote Verzoendag groeten Joden el kaar met een Hebreeuwse uitdrukking die betekent: "Moge u verzegeld worden in het Boek des Levens voor altijd."

In mijn kantoor heb ik een gebedsboek voor Grote Verzoendag, vol gebeden die vrome Joden gedurende de Hoge Heilige Dagen van Yom Kippur bidden. Hoe luiden sommige van de gebeden die zij in die tijd bidden? "Rechtvaardig ons in het oordeel... Leg de aanklager (satan) het zwijgen op, en laat toe dat de advocaat zijn plaats inneemt... en als gevolg van zijn pleidooi, verklaar, Ik heb u vergeven... wis de overtredingen van het volk uit dat gered is (Israel)... Hij, de Oude van Dagen, zit als Rechter... Moge in het boek des levens, zegen, vrede, en goede ondersteuning aan ons toegedacht worden en door U verzegeld worden."

Verzegeld! Boek des levens! Laatste gelegenheid om te bekeren! Wie zal leven en wie zal sterven! Dag des oordeels! Boek der Verslagen! Rechtvaardig ons in het oordeel! Breng de aanklager tot zwijgen! Wis de overtreding uit!

Dit begrip van de Grote Verzoendag komt precies overeen met wat de adventisten sinds jaar en dag hebben onderwezen over het onderzoekend oordeel. Geen wonder dan, dat het oordeel in Daniël 7 en de reiniging van het heiligdom in Daniël 8 parallel lopen. Zij beschrijven dezelfde gebeurtenis.

Ook zagen wij in onze studie van Daniël 7 dat Medo Perzië eindigde in het jaar 331 vóór onze jaartelling. Als deze macht in 331 vóór onze jaartelling eindigde in Daniël 7, dan is duidelijk dat dezelfde macht op dezelfde tijd zou eindigen in Daniël 8 - 331 vóór onze jaartelling. Vervolgens kwam het Griekse Rijk dat in Daniël 7 eindigde in 168 vóór onze jaartel ling. Dan is duidelijk dat het Griekse Rijk in Daniël 8 ook eindigde in 168 vóór onze jaartelling. Na Griekenland kwam Rome, dat in Daniël 7 werd getoond als wereldlijke macht tot het jaar 1798. Het is duidelijk dat dezelfde macht, nu afge beeld in Daniël 8 ook tot 1798 wordt getoond. Na 1798 kwam in Daniël 7 het oordeel in de hemel, wat klaarblijkelijk dezelf de gebeurtenis is als de reiniging van het heiligdom in Daniël 8. Deze beide gebeurtenissen - het oordeel en de reiniging van het heiligdom, die na de tweede fase van Rome komen, moeten plaatsvinden na 1798.

Inderdaad, omdat het oordeel in de hemel geschiedde na 1798, moet de reiniging van het heiligdom ook na 1798 gebeuren. Het ligt voor de hand dat zij op dezelfde tijd begonnen, omdat zij dezelfde gebeurtenis zijn. Daarom gebeurt de reiniging van het heiligdom na 1798!

Let op het schema:


Daniël 7                                                          Daniël 8

Babylon                                                                                                    539 v.C.

Medo-Perzië (beer)                                        Medo-Perzië (ram)            331 v.C.

Griekenland (luipaard)                                   Griekenland (geitebok)     168 v.C.

Rome (dier/horen)                                          Rome (kleine horen)         1798 n.C.

GERICHT IN DE HEMEL                            REINIGING VAN HET HEILIGDOM

Na Medo-Perzië (331 vóór onze jaartelling) kwam Griekenland. Na Griekenland (168 vóór onze jaartelling) kwam Rome. Na de laatste fase van Rome (na het jaar 1798 van onze jaartelling) komt de reiniging van het heiligdom!

Wij zagen dat het visioen van Daniël 8 was bestemd voor de tijd van het einde," en de reiniging van het heiligdom kwam aan het eind van het visioen. Het is duidelijk dat het enige heiligdom waar het naar kon verwijzen een heiligdom in de hemel is (zo levendig afgebeeld in het boek Hebreeën) omdat er geen ander heiligdom bestaat. Het laatste (het aardse heiligdom) werd vernietigd meer dan 1700 jaar vóór het einde van die fase van Rome in 1798, en de reiniging moest na die datum komen.

Het is interessant op te merken dat eeuwen voor het adventisme, de Joden in een heiligdom in de hemel geloofden. De Talmud, Midrash, en andere joodse bronnen spreken over "het hemels heiligdom" en "de tempel in de hemel". Zij ge loofden zelfs dat Michaël de Hogepriester is die dienst doet in het hemels heiligdom, bemiddelend ten behoeve van Gods volk tegen de beschuldigingen van de duivel! De Jewish En cyclopedia zegt: "De rabbijnen spreken van Michaël (Meta tron) als de overste van het hemelse heerleger, als de hogepriester die slachtoffers offert in de tempel boven." Een oude, joodse bron schrijft: "Michael en Samael (satan) staan voor de Goddelijke Tegenwoordigheid; satan beschuldigt, terwijl Michael op Israels deugden wijst" (Midrash Rabbah on Exo dus, Soncino ed., deel 1, blz. 222).

Bestudeer nauwkeurig de parallelgebeurtenissen van Daniel 7 en 8. Lees de hoofdstukken in dit boek herhaaldelijk, samen met Daniel 7 en 8, tot het u volkomen duidelijk is hoe de machten van Daniël 7 en 8 zich opstellen, dat het oordeel van Daniël 7 synoniem is aan de reiniging van het heiligdom in Daniël 8 en dat dit moet plaatsvinden na 1798.

Laat ons terugblikken: 

  1. Het oordeel van Gods volk gebeurt ná het kruis van Golgota, maar voor de wederkomst.
  2. Het oordeel van Gods volk, getoond in Daniël 7, gebeurt ná 1798.
  3. Het oordeel van Gods volk in Daniël 7 loopt parallel aan de reiniging van het heiligdom in Daniël 8. Zij zijn dezelfde gebeurtenis.
  4. De reiniging van het heiligdom moet daarom plaatsvinden ná 1798.

Wij hebben kunnen bepalen dat de reiniging van het heiligdom in Daniël 8:14 zal plaatsvinden ná het jaar 1798. En ofschoon wij dichter bij 1844 zijn, geven Daniel 7 en 8 nog niet de exacte datum. Dat alles staat beschreven in Daniël 9.

👉woord vooraf

Reacties

Populaire posts