8-het heiligdom zal in rechten staat hersteld worden

Hebreeën 9:24 Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons, 25. en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is.

Wat verstaat de Bijbel hieronder? Wij hebben reeds aangetoond, dat de antichristelijke macht de vertegenwoordiger van Satan is. Zijn vijandschap is in de eerste plaats gericht tegen de leer waardoor steeds weer kinderen Gods gewonnen worden, n.l. de leer van het verzoenings- en verlossingswerk van Jezus Christus. Dit werk was reeds in de oudtestamentische tempeldienst duidelijk uitgedrukt. In deze dienst was de dagelijkse dienst, n.l. avond- en morgenoffer of het gedurig offer", het voornaamste. Aansluitend hieraan was, zoals reeds aangeduid, de Grote Verzoendag, waar de verzoening van het volk en de reiniging van het heiligdom plaatsvond, of wel het in rechten staat herstellen van dat heiligdom. Dit goddelijke verlossingsplan was een doorn in het oog van Satan en gelijk hij in de oude bedeling Israël ertoe overhaalde zelf een afgodendienst in de tempel te brengen (zie o.a. Ezech. 8; Jer. 7), zo heeft hij in de nieuwtestamentische bedeling de pauselijke macht gebruikt om heidense gebruiken en leren te vermengen met de Bijbelse leer. Er ont stond een afval van de ware dienst van God. In plaats van het eenmalige offer dat door Christus gebracht werd (Hebr. 9: 28) werden misoffers ingesteld waarin Christus ontelbare malen geofferd wordt. In plaats van de ene Hogepriester Jezus Christus (1 Tim. 2:5) werden aardse priesters aangesteld met de macht om zonden te vergeven. De ware hemelse tempeldienst werd letterlijk afgeschaft en een gruwel die verwoesting brengt, in zijn plaats gesteld.

Nadat de pauselijke macht als vervolgende macht tot haar einde gekomen was, zouden de waarheden die door de kleine hoorn waren vertreden in eer hersteld worden, of opnieuw tot hun recht komen en door de mensen verstaan worden. Tussen 1798 en 1844 begon over Bijbelse profetieën het licht op te gaan. Het werk van Christus als Hogepriester werd ten volle gezien. Zoals in de aardse eredienst, die een zinnebeeldige voorstelling van het hemelse was, een bijzon der verzoeningswerk bij de afsluiting van het jaar gedaan werd, zo heeft er ook voordat Christus Zijn werk afsluit, een bijzonder verzoeningswerk plaats in de hemel tot wegneming der zonden van dat heiligdom. Precies zoals de reiniging van het aardse heiligdom volbracht werd door het wegnemen of uitwissen van de beleden zonden waardoor het verontreinigd was, zo wordt ook de reiniging van het hemelse heiligdom volbracht door het uitwissen van onze zonden die door onze belijdenis daar opgetekend zijn. Deze reiniging van het hemels heiligdom sluit in een werk van onderzoek - een oor deel. Deze dienst begon in 1844. Daarom gaat ook sindsdien de boodschap door de wereld van Openb. 14:6, 7: ,,Ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie om dat te verkondigen aan hen die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zeide met luider stem: vreest God en geeft Hem eer, want de ure van Zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem Die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft".

Na het onderzoekend oordeel zal Christus, zoals het naar het voorbeeld in Lev. 16 gebeurde, de zonden van Zijn verloste heiligen op het hoofd van Satan, de aanstichter en oorsprong van alle zonde leggen, zodat die voor zijn eigen zonde en voor de zonden der verlosten zal moeten boeten: Openb. 20:10. De poel des vuurs is de tweede of de eeuwige dood: v. 14. In de hemel wordt dus het heiligdom gereinigd en op aarde wordt het hemels heiligdom in eer of rechten staat hersteld.

Waarom nu echter een onderzoekend oordeel in de hemel? Zijn wij niet reeds door het belijden van onze zonden en het geloof in Jezus Christus deelgenoten van het eeuwige leven?

Dat oordeel is er niet voor om in de eerste plaats een onderzoek te doen naar de verloste heiligen, ofschoon wel uitgemaakt zal worden wie inderdaad door de waarheid geheiligd en geschikt gemaakt is voor het eeuwige leven.

Het gaat in het onderzoek om Gods rechtvaardigheid in Zijn handelingen jegens engelen en mensen ten volle aan het licht te brengen. Dit komt in vele schriftgedeelten duidelijk naar voren. In de volgende teksten: Openb. 15:4; 16:5, 7; 19:1-2, 11, die alle betrekking hebben op het oordeel, staat telkens de rechtvaardiging en handhaving van God en niet van de mens op de voorgrond. God wordt rechtvaardig verklaard en alleen als dat gebeurt, kunnen de heiligen ook rechtvaardig verklaard worden, ofschoon ze zondaars waren. In Zijn oordeel blijft God rechtvaardig en Satans aantijgingen worden gelogenstraft. God de Vader wordt gerechtvaardigd, Zijn kinderen worden gerechtvaardigd; het oordeel wordt voltrokken aan Satan, zijn engelen en aan allen die zich niet hebben laten rechtvaardigen. De aarde wordt gereinigd door vuur, een nieuwe aarde en nieuwe hemelen staan ons te wachten en die aarde zal bewoond worden door hen van wie gezegd wordt: ,,Uw volk zal geheel uit rechtvaardigen bestaan, voor altoos zullen ze het land bezitten." Jes. 60: 21.

👉hoofdstuk 1

Reacties

Populaire posts