het zwarte schaap

"Welk mens onder u die honderd schapen heeft en er één van verliest, verlaat niet de negenennegentig in de woestijn en gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt?
5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol blijdschap op zijn schouders.
6 En als hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
7 Ik zeg u dat er evenzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die (een) de bekering niet nodig (denken te) hebben." Lukas 15: 4-7


Een wel bekend verhaal over de Goede Herder. Een aantal weken geleden kwam dit verhaal weer eens voorbij, en terwijl ik over dit gegeven zat na te denken, kwam er een gedachten bij mij op die het verhaal van een geheel andere inhoud voorzag, hierover compleet een ander licht liet schijnen  
Waarom ging de herder achter zijn schaap aan? Waarom verliet de herder de groep en met welke consequenties?

Toen ik deze vragen aan het overdenken was, schoot mij een ander tekstgedeelte te binnen:
"Maar zij stelden God, de Allerhoogste, op de proef en tergden Hem, en namen Zijn getuigenissen niet in acht.
57 Zij werden afkerig en handelden trouweloos, zoals hun vaders, zij keerden zich om als een bedrieglijke boog.
58 Zij verwekten Hem tot toorn door hun offerhoogten, verwekten Hem tot na-ijver door hun afgodsbeelden.
59 God hoorde het en werd verbolgen, Hij verachtte Israël zeer.
60 Daarom verliet Hij de tabernakel te Silo, de tent waarin Hij woonde onder de mensen."
Psalm 78: 55-60


Ook als we Ezechiel lezen dan zien we dat de Allerhoogste de Tabernakel verlaat, vanwege de gruweldaden van Zijn volk, vanwege hun afgoderij en ongehoorzaamheid.

Zou er een parallel zijn tussen de Allerhoogste die de tabernakel verlaat en de goede Herder die de gemeente verlaat?
Als de goede Herder Jezus voorstelt, Jezus als Hoofd van de gemeente, en de gemeente verlaat om het verloren schaap terug te halen, waar staan wij dan? Als de Allerhoogste de tabernakel verliet waar stond het volk dan, wat was er dan over van haar "status". 
Natuurlijk lijkt de reden waarom G´d of Jezus Zijn volk achterlaat, totaal niet met elkaar overeen te stemmen. Maar ik wil dat graag ter discussie stellen.

Een andere uitspraak van Jezus wil ik gebruiken om mijn punt te maken.
"En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars." Markus 2: 17

De vraag die het bij mij oproept is deze: welk mens wordt op aarde in de ogen van G´d gezond (lees zonder zonde) geboren? Het antwoord lijkt mij helder, nl niemand. We worden volgens Paulus in het derde hoofdstuk van de brief aan de Romeinen beschreven als mensen die vanaf de geboorte zondig zijn, niet aan G´d denken, noch de wil van G´d zoeken om te doen en te leven.
Het antwoord van Jezus heeft meer diepgang dan het op het eerste oog lijkt te hebben. 
Zo denk ik ook dat er achter het verhaal van de verloren schaap, die gezocht en gevonden wordt door de goede Herder, meer schuil gaat dan, aah wat mooi dat Jezus het verloren schaap, het verloren kind weer terug brengt. 

Wat is de rol van de gemeenschap in deze? Groepsvorming?
Met het vormen van een groep, bouw je een muur, een omheining, om andere buiten die omheining te houden, en teleurstellend vaak meer dan alleen de "boze wolf". Ook anders denkende, ook mensen die een "uitstapje" hebben gemaakt voor onbepaalde tijd. Wat nog erger is, de groep achtergebleven schapen, verzetten geen poot om ook maar iets te ondernemen wat wijst op compassie, medeleven en liefde voor het weggelopen schaap. Opgeruimd staat netjes?
Is dat misschien de reden waarom de Herder de gemeenschap verlaat, de Tabernakel leeg achterlaat, waardoor alles wat ze aan het doen waren verworden is tot een religie beoefenen, het voortbrengen holle klanken die nergens hun echo vinden, waardoor de echo´s ook nooit meer teruggeleid kunnen worden tot de bron van waar ze ontstond? Waardoor de man die ooit eens de afspiegeling was van G'ds heerlijkheid tot een doodsmasker is geëvolueerd? 

Als de tabernakel leeg was, als de Allerhoogste het Heilige der Heilige had verlaten, dan was de gemeenschap ook verlaten, verlaten vanwege hun eigenwijze, egoïstisch, liefdeloos, schaamteloze afgodenaanbidding van hun eigen welgezinde en tot zwaar narcistisch gevormde ik. Compassie loos, zonder liefde en medeleven gaat de kudde voort in haar doen en laten, kijken niet om of zien niet een moment uit naar het verlorene. Het zou zo maar de reden kunnen zijn, waarom de dienst als vorm er mooi en goed uitziet, maar dat het zijn doel voorbij schiet, nl het aanbidden van de Allerhoogste, omdat de Allerhoogste niet met stille trom, maar blijkbaar toch onzichtbaar (door de balk in onze ogen) het Huis leeg achter heeft gelaten.
De hoogste vorm van aanbidding is het ware vasten en het ware vasten is omzien naar wezen en weduwen, zij die niet meer meetellen in de maatschappij, de randfiguren die schimmig langs de gemalen korenvelden schuiven om te kijken of ze nog eten kunnen vinden, waarmee ze de nacht door kunnen komen tot de volgende dag.

Als G´ds tempel leeg is, dan is de dienst van aanbidding verworden tot een vormendienst en dit is wat de Allerhoogste verafschuwd. Als liefde en compassie verdwenen zijn uit de gemeenschap, als het G'd zelf is die zijn verloren schapen moet terughalen, omdat wij niet meer naar hen omzien, dan is ons leven en zijn onze diensten van aanbidding, verworden tot een vorm, leeg en zonder inhoud.

Dit is de waarde die de Allerhoogste toekent aan ons uiterlijk vertoon:
"Waartoe dienen voor Mij uw vele offers? zegt de HEERE. Ik heb genoeg van de brandoffers van rammen en het vet van gemest vee; en in het bloed van jonge stieren, lammeren of bokken vind Ik geen vreugde.
12 Wanneer u komt om voor Mijn aangezicht te verschijnen – wie heeft dit van u gevraagd, dit platlopen van Mijn voorhoven?
13 Breng niet langer nutteloze offers. Het reukwerk is Mij een gruwel. Nieuwemaansdag en sabbat, het bijeenroepen van samenkomsten: Ik verdraag het niet; het is onrecht, zelfs de bijzondere samenkomsten. 

14 Uw nieuwemaansdagen, uw feestdagen haat Ik met heel Mijn ziel; ze zijn Mij tot last; Ik ben het moe om ze te dragen. 15 En wanneer u uw handen uitspreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer u uw gebed vermeerdert, luister Ik niet: uw handen zitten vol bloed.
16 Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen,
17 leer goed te doen, zoek het recht! Help de verdrukte, doe de wees recht, bepleit de rechtszaak van de weduwe!"
Jesaja 1: 11-17

Als G´d de gemeente alleen achterlaat, dan is zij kwetsbaarder dan ooit en zal zij ten gronde gericht kunnen worden door de aanvallen van boze machten. Hun religie, vormendiensten en riten zullen geen burcht meer zijn waarop de Enige Wachter nog over hen waakt en hen bewaart. 

Ja maar: "Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan?
23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!"
Matteus 7: 22, 23


Lieve mensen er is niet alleen veel werk te doen in de wereld om ons heen, maar er is ook heel veel werk te doen binnen de gemeenschap van gelovigen. 
Want: "Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.
2 En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.
3 En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.
4 De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet, zij doet niet gewichtig,
5 zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad,

6 zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid,
7 zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.
8 De liefde vergaat nooit."
1 Korinthe 13: 1-8

Welk mens, wie van de kudde staat op en laat de liefde van G´d in zijn hart spreken en vloeien?
G´ds liefde vergaat nooit en wij kunnen niets doen wat G´ds liefde voor ons verminderd, of veranderd of ophoudt te bestaan, ze vergaat nl niet. Hoe kwetsbaar of sterk is jouw liefde, voor G´d, voor jezelf en voor de ander? Overstijgt jouw liefde, ontvangen van de Allerhoogste, jouw gevoel?
Overstijgt jouw liefde, ontvangen van de Allerhoogste om niet, de donkere wolken in jouw leven, de stormen, de hoge golven en de regenachtige dagen?

"Verder, mijn broeders, (zusters, ouders, vrienden, mede en anders gelovigen, naasten, vreemdelingen en samaritanen) word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht." Efeze 6: 10

Reacties

  1. Dank je wel voor deze Bijbelstudie, Theo! Jij houdt wel van spitten in de Bijbel volgens mij. Super.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ik vermoed het ook, het bloed kruipt waar het niet gaan kan :-)

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts