(ga)an is doen

Jesaja 58:5 Zou dit het vasten zijn dat Ik verkies: dat de mens zich een dag lang verootmoedigt, dat hij zijn hoofd buigt als een riet en zich neerlegt in rouwgewaad en as?
Noemt u dat vasten en een dag die de HEERE welgevallig is?



6. Is dit niet het vasten dat Ik verkies: dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt, dat u de banden van het juk ontbindt, dat u de onderdrukten vrij laat heengaan en dat u elk juk breekt?

Twee zaken die heel sterk in de bijbel eruit springen zijn afgoderij en het Goddelijk vasten. 
Dit zijn twee zaken die de Allerhoogste heel na aan het hart liggen, verkeerd omgaan met God en verkeerd omgaan met elkaar zijn een gruwel in Zijn ogen.

Vanavond zijn we bij elkaar gekomen nav een oproep in de kerk om actief iets te willen gaan betekenen voor onze naaste.
Op het moment dat ik dit schrijf zijn we in de kerk bezig met een kwartaal studie over het bijbelboek Daniel. Ik kan je verklappen daar is heel, maar dan ook heel veel over te vertellen, heel veel zaken die je helpen in het nu, maar vooral zaken die je gaan helpen in de toekomst. Daniel is een boek dat bol staat van voorzeggingen, profetieen en dromen.
In dit boek onthult God de toekomst aan de profeet Daniel die geleefd heeft omstreeks het jaar zeshonderd voor Christus. De toekomst die Daniel voorbij ziet komen in vogelvlucht strekt zich uit over een periode van meer dan tweeduizend jaar, zover mag hij in de tijd kijken om te zien hoe het met de mens en met zijn volk die op dat moment in ballingschap verkeerd, zal vergaan, maar wat nog belangrijker is, is dat God laat zien hoe Hij Zijn belofte van redding en verlossing gaat inlossen. Met name de komst van Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde om voor onze zonde te sterven, door onze zonden en schuld op zich te nemen en ze mee het graf in te nemen, en de belofte van Wederkomst, van opstanding uit de doden, om de verlosten definitief weg te halen van deze planeet in barensnood, in afwachting van een gruwelijke eeuwige en onafwendbare dood.

Je zou het bijna over het hoofd zien, wat mij dus ook jarenlang is overkomen, is een aspect van Koning Nebukadnezar wat hem best zwaar wordt aangerekend. Het is een grote Koning, met veel macht met een wijdverbreidde heerschappij, een bijzondere intelligente man, meester in de strategie en oorlogvoering, maar ook een geweldenaar in het stichten van een rijk, overdadig aan tempels, palijzen, tuinen, zaken die allemaal overlopen van goud en zilver, genoeg water en genoeg aan rijkelijk eten, waarmee de tafels ruimschoots tot overdadig gevuld konden worden.

Daniël 4:10-12 De visioenen nu die mij op mijn bed voor ogen kwamen, waren deze:
Ik keek toe, en zie, een boom, midden op de aarde, groot was zijn hoogte. De boom werd groot en sterk, zijn hoogte reikte tot de hemel en hij was te zien tot aan het einde van heel de aarde. Zijn loof was prachtig en zijn vruchten waren talrijk, er zat voedsel aan voor allen. Onder hem vonden de dieren van het veld schaduw en de vogels in de lucht verbleven in zijn takken.
Alle vlees werd door hem gevoed.

Dit typeerde hem op z'n best, dit typeerde hem op z'n positiefs, precies dat waar het het koninkrijk van Nebukadnezar voor stond. Maar hij en zijn koninkrijk kende ook een donkere kant, een schaduwzijde.
Hij stelde bij dit alles dat hij dit gedaan had uit zichzelf, uit eigen kracht en buiten God om, tegen beter weten in, en dat was een kapitale fout.

Daniël 4:29,30 Na verloop van twaalf maanden was hij aan het wandelen op het dak van het koninklijk paleis van Babel. De koning nam het woord en zei: Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit?

Zijn eerste grote denkfout werd op de voet gevolgd door een tweede kapitale fout en wel deze.

Daniël 4:27-28 Daarom, o koning, laat mijn raad u welgevallig zijn: breek met uw zonden door gerechtigheid te betrachten en met uw ongerechtigheden door genade te bewijzen aan de ellendigen. Misschien zal er dan verlenging van uw voorspoed zijn. Dit alles overkwam koning Nebukadnezar.

Zelf ben ik haast idolaat van het boek Daniel, omdat het iedere keer weer vaste voet onder de grond geeft als zorgen, twijfel, schaamte, moedeloosheid of ongeloof je leven op subtiele wijze binnendringen.
Ik denk dat ik wel mag zeggen dat ik dit boek redelijk goed ken en de uitleg ervan. Toch valt het iedere keer weer op dat als je iets opnieuw leest, (wat een advies blijft voor de bijbel als geheel tot aan je sterfbed of tot aan Jezus wederkomst) dat je nieuwe dingen ontdekt.
Bovenstaande tekst is zo'n voorbeeld ervan, je leest maar ontdekt jaren later pas deze tekst, een tekst die iets anders beweerd van deze koning dan ik altijd gedacht had te weten van hem.
Ja hij is rijk en machtig en zoals beschreven, de vogels des hemels verblijven op zijn takken, vruchtbaar en iedereen schuilde onder hem. Maar er was zoals een gezegd een rimpel, een vlek een grote ongerechtigheid in zijn koninkrijk en dat was niet alleen afgoderij, het aanbidden van anderen goden dan de Allerhoogste, maar ook het verwaarlozen en verachten van de mindere in de maatschappij, de armen, de weduwen en wezen, de ouden van dagen.

Nu is dit voor een strateeg niet meer dan normaal, je bouwt je koninkrijk en macht niet op de "zwakkelingen" niet op de verschoppelingen, op hen waar je niet veel van hoeft te verwachten, of kan verwachten, van hen die je economisch op achterstand dreigen te zetten, of je legers verzwakken en je verdedigingsmuren kwetsbaar maken, nee je bouwt je koninkrijk op de sterksten op verwachte en op  militaristische gecalculeerde potenties, de rest stop je weg of negeer je weg, blokkeer je in je gedachten, schuif je onder de mat van jouw empathisch denken, die in theorie nog wel wat zou kunnen betekenen, maar veraf blijkt te staan van het werkelijke medemenselijk gevoel.
Mede door dit soort denken en handelen, werd het een nekkenbreker voor Nebukadnezar, dit werd hem tot op zekere hoogte fataal.
Het arrogante denken, maakt van ons een "self made man", een egocentrisch wezen die een maatschappij bouwt op basis van criteria die een heleboel naasten buiten sluit, en daar komen we niet mee weg, daar kwam Nebukadnezar niet mee weg. God die wij menen te dienen toetst onze gedachten en wegen, ons handelen en doen daaraan, en zal niet onschuldig laten die één van zijn minste in onze ogen aan zijn lot over laat, omdat God een ondoorgrondelijke liefde heeft voor al Zijn kinderen.

Afgoderij gaat over andere goden aanbidden, andere goden in de plaats zetten voor de Allerhoogste, andere regels en een ander moraal volgen, nl jouw regels en jouw moraal, om nog maar niet te spreken over satans normen en waarden.

God verwerpen betekent de Allerhoogste niet dienen, betekent blijkbaar ook elkaar niet meer dienen en liefhebben met alle gevolgen van dien. Ook vandaag de dag zien we nog steeds de gevolgen ervan. Mensen die door welke omstandigheden dan ook op achterstand staan en door de "betere" naaste op afstand wordt gehouden, en dat is in Gods ogen een groot onrecht en een gruwel.

Tijdens zo'n bijbelstudie moment, sabbatmorgen in de kerk, kwamen we tot de slotsom dat we "iets" meer moeten gaan doen voor onze naaste, actiever moeten gaan worden met name op het sociale vlak. Het denken ervoor moet niet stoppen, maar moet nu eens omgezet worden in iets actiefs in realiseerbare plannen, en zonder dat we het echt door hadden werd hier het zaadje geplant, de eerste stap gezet naar deze avond, een bijeenkomst om te brainstormen over, hoe maken we ons als kerk zichtbaar tav ons geloof, onze bijzondere boodschap voor de eindtijd, een tijd waarin wij nu leven, onderbouwd door het bijbelboek Daniël waar ik eerder al naar verwees, maar ook hoe we onze gemeente een beter sociaal gezicht kunnen geven, laat ik zeggen, een praktisch sociaal smoelenboek laten zijn, met ons kerkgebouw als uitvalsbasis. Waarbij we ook menen dat wij intern moeten bouwen aan een betere basis om met elkaar het geloof te beleven, te laten groeien en te voeden.

Die avond hebben we dus gehad, heerlijk gegeten, en op ontspannen maar enthousiaste manier met elkaar van gedachten gewisseld, waarbij we elkaar hebben gestimuleerd om te gaan.
Dit is wat God van ons vraagt, ga! Wat niet betekent dat je altijd maar onderweg moet zijn of naar verre landen moet afreizen, maar de opmerking ga kan vanuit de grondtekst vertaald worden met doen, en dat doen kan alleen maar succesvol worden, door weer te gaan geloven in een God van wonderen. God wil dat wij gaan, God wil dat wij doen, dat wij delen in de rijkdom die wij van Hem hebben gekregen, een rijkdom die boven het dagelijks brood uitstijgt, een rijkdom die bij mensen het vraagteken Manna op hun netvlies moet genereren. Manna betekent letterlijk: "wat is dat".

De vraag Manna moet bij onze naasten worden opgeroepen als ze ons ontmoeten, en hoe zegenend kan het zijn als wij iets van dat Manna, van dat hemels brood, van die Weg, van die Waarheid van dat Leven, nl Jezus Christus mogen delen, in geestelijk, sociaal opzicht en in praktische zin.

Ideeën zijn gedeeld, de eerste plannen zijn gesmeed, God was met Zijn Geest aan het werk in onze harten, om de roeping die tenslotte van Hem komt handen en voeten te geven, en dat (ga)an we doen.

Het is God die voor ons uitgaat, het is God die voor ons strijd, het is God die Zijn naam zal vestigen en wij mogen mee waaien met die wind, meebewegen met de Geest die in ons een goed werk is begonnen, meegaan in het bekend maken van Zijn naam, een naam waarin iedereen verlossing kan vinden. Laten we meewerken en bijdragen aan de bouw van het grote en nieuwe Jeruzalem die Hij gebouwd heeft.

Efeze 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.



Reacties

Populaire posts