De eerste gladde steen - Geloof

De eerste gladde steen die David opraapte kan het eerste beginsel van het evangelie voorstellen, het beginsel van geloof. David gaf blijk van een groot geloof in God toen hij het opnam tegen de reus Goliath. Laten we lezen uit de verzen 33-37:

1 Samuel 17:32 David zei tegen Saul: Laat geen mens vanwege hem de moed laten zinken. Uw dienaar zal gaan en met deze Filistijn vechten. 33. Maar Saul zei tegen David: Je bent niet in staat naar deze Filistijn te gaan om met hem te vechten, want jij bent een jongen en hij is een strijdbare man van zijn jeugd af. 34. Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam, 35. dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem. 36. Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft. 37. Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je!

Als jongeling had David het beginsel van geloof geleerd. Hij had zijn vertrouwen op de Heer gesteld toen hij de schapen van zijn vader hoedde en beschermde. David erkende dat het niet door zijn eigen kracht was dat hij de beer en de leeuw had gedood, maar door de kracht van God. Met dat geloof ontmoette David Goliath.

Vanaf je jeugd is je het geloofsbeginsel bijgebracht door je ouders, je leraren de sabbatschool, de lagere school en je kerkleiders. Jullie hebben geleerd te geloven in God, onze Vader in de hemel, en in zijn zoon Jezus Christus. Je hebt geleerd hen te vertrouwen wanneer je geconfronteerd wordt met een situatie van het type Goliath.

Nu ben je weg van je ouders en die leraren. Naarmate je verder gaat met je formele scholing en je informele opvoeding in de maatschappij, zul je blootgesteld worden aan verschillende ideeën en levensbeschouwingen. In een discussie vroeg iemand mij: "Denk je dat de tien geboden vandaag nog geldig zijn? Denk je dat we de tien geboden nodig hebben?"

"Ja, wij geloven dat de tien geboden vandaag de dag nog meer gelden en nodig zijn dan in welke andere tijd ook."

Waarop geantwoord werd: "Nou, dat dacht ik vroeger ook. Mijn ouders hebben mij opgevoed met de overtuiging dat de tien geboden vandaag de dag gelden en belangrijk zijn. Maar tegenwoordig leren we dat we ze niet meer nodig hebben. De mens en de wereld zijn zo slim en intelligent geworden dat we de geboden niet meer nodig hebben. We hebben dokters en medicijnen die alles kunnen genezen en we hebben advocaten en rechters die elk geschil of argument beslechten of als iemand de wet overtreedt. We hebben de tien geboden van de Bijbel niet meer nodig."

Wij worden blootgesteld aan de moderne Goliath van de late zestiger en vroege zeventiger jaren. We worden bekeerd tot de filosofieën van de wereld. We leren om de gladde steen van het geloof te laten vallen en raken daardoor de richting kwijt, waarbij we de gladde steen en het schild van het geloof vervangen door arrogantie, verwaandheid en egoïsme. Onze Goliath is de strijd aan het winnen.