het zegel van Sjaddaj (3/4)

"Hij nam het boek van het verbond en las dit ten aanhoren van het volk voor. En zij zeiden: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en Hem gehoorzamen. Toen nam Mozes het bloed, sprenkelde het op het volk en zei: Zie, dit is het bloed van het verbond dat de HEERE met u gesloten heeft op grond van al die woorden." Exodus 19: 7, 8


Na de uittocht uit Egypte, wordt het volk van El Sjaddaj, voor de tweede keer verlost door stap elf, of prikkel elf te geven aan de Egyptenaren.
De eerste tien stappen waren als voorbereiding om het volk Israel te laten gaan, maar blijkbaar moest er iets meer gebeuren om er meer los van te komen. Het elfde ingrijpen van El Sjaddaj, was blijkbaar nodig om er meer definitief van los te komen, en deze twee volken permanent van elkaar te scheiden.

El Sjaddaj heeft tot tien keer toe Zijn kracht en macht getoond, omdat Zijn troon ver boven de troon van aardse koninkrijken zetelt, en zeker ver boven de mens die zichzelf tot god gebombardeerd heeft. De vijand in de rug, zonder een weg terug, het water voor hen, zonder een weg verder, en El Sjaddaj, de Allerhoogste, Barmhartig, Groot van Goedertierenheid en Trouw baant een weg waar er geen is. Niets menselijks is ons vreemd als wij uit totale paniek, angst, zorgen, twijfel en ongeloof de eerdere "tien" ervaringen naast ons neerleggen alsof ze nooit hebben plaatsgevonden, en om die reden een klaagzang opzenden naar de Allerhoogste. Niets menselijks is ons vreemd, dat zij horende doof zijn en ziende blind.
Dit is niet wat Paulus bedoelde toen hij schreef:

"maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus." Filippenzen 3: 14

Het is niet de bedoeling dat als de Heer voor ons op grootse wijze een weg geplaveid heeft wij dit direct weer vergeten en onszelf in een houding van zelfbeklag en depressiviteit storten, vergetende wat Hij voor ons gedaan heeft, waardoor wij onszelf het zicht ontnemen op een toekomst van vrede en vreugde, een toekomst waarin wij de zekerheid hebben dat Hij zorgt, niet aflatend zorgt.

"Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen.
De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht. De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid." Psalm 121 


De Heer sloot een verbond met Israel toen zij uit Egypte verlost waren en op weg werden gezet naar het beloofde land, het land welke El Sjaddaj belooft had aan Abraham onder ede, een verbond bekrachtigd door een zegel.
Israel is op weg, de Heer heeft grote dingen gedaan om het verbond met zijn dienstknecht, het verbond met Adam en Eva, en met Abraham gestand te doen houden. Duistere machten en krachten spelen een grote rol in de strijd tussen goed en kwaad en het vraagt nog grotere kracht en macht om de eed die El Sjaddaj gezworen had ten uitvoer te brengen. De zondvloed was nodig om het werk van satan, waarmee inmiddels de hele aarde was verziekt een halt toe te roepen, of af te remmen. Daar mag de regenboog ons aan helpen herinneren.
Wat een zegen voor ons als Zijn kinderen om te weten en te ervaren dat als El Sjaddaj voor ons is, niemand tegen ons zal zijn. Elke weerstand zal teniet gedaan worden door de Allerhoogste, wiens rechterarm nooit te kort is of te zwak om te verlossen en te bewaren.

"Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan." 1 Korinthe 10: 13

Het verbond gesloten op de Sinai, tussen de Elohim en Zijn kinderen werd bekrachtigd met een offer en voor het brengen van dit offer moest er bloed vloeien. Precies zoals de Heer, Adam en Eva van hun eerste kleed ter bedekking voorzag.
Vooruitlopend op dit verbond geeft Elohim het volk tien woorden mee, die Hij zelf op stenen tafelen schreef. Geen tussenkomst van mensen, geen tussenkomst van engelen, nee Elohim zelf schreef deze woorden voor ons neer. Dit zou ons moeten wijzen op het eeuwigheidsgehalte van deze woorden. Woorden zonder houdbaarheidsdatum, woorden die een afdruk zijn van Zijn wezen.
De Allerhoogste, er is geen andere El Sjaddaj, derhalve is het ook niet wijs en verstandig iets anders te aanbidden die het niet waard is om aanbeden te worden en die ook niet dat voor ons leven kunnen betekenen wat Hij voor ons betekend, als Schepper en Herschepper. Het is daarom dat wij Zijn naam niet te pas en te onpas zullen gebruiken, en erkennen wij Zijn Scheppingswerk en macht, door te rusten op de dag waarop Hij ook heeft gerust, een dag die Hij heiligde en zegende en aan ons gaf als wekelijkse getuigenis van Zijn G'ddelijke macht, liefde, rust en vrede, aan een verloren wereld, waardoor wij Zijn kinderen kunnen zijn.

"Vervolgens schreef Mozes al de woorden van de HEERE op. Hij stond 's morgens vroeg op en bouwde onder aan de berg een altaar en richtte twaalf gedenkstenen op voor de twaalf stammen van Israël. En hij stuurde de jonge mannen van de Israëlieten erop uit. Die brachten brandoffers en brachten dankoffers voor de HEERE, te weten jonge stieren. Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in de schalen, en de helft van het bloed sprenkelde hij op het altaar. Hij nam het boek van het verbond en las dit ten aanhoren van het volk voor. En zij zeiden: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en Hem gehoorzamen. Toen nam Mozes het bloed, sprenkelde het op het volk en zei: Zie, dit is het bloed van het verbond dat de HEERE met u gesloten heeft op grond van al die woorden." Exodus 24: 4-8

Een verbond is altijd verweven met een prestatie, als jullie dit dan doe ik dat. Ik Ben jullie G'd en jullie zullen mijn kinderen zijn. Ik Ben de Schepper van hemel en aarde, jullie zijn Mijn eigendom. En tav alles wat erop, eronder en er tussen zit, ben ik als Universa Bezitter ook rechtmatige Wetgever. Het is El Sjaddaj die de spelregels bepaald, de natuur spelregels, de scheikundige spelregels, maar zeker ook de morele spelregels. Hoe wij om moeten gaan met hoogten en diepten, met water, wind, vuur, en aarde. Met zwaartekracht, centrifugale krachten, magnetisme, stroom, licht en duister. Hij heeft de spelregels bepaald, de kaders gezet en de randvoorwaarde gecreëerd. Adam en Eva kregen als kroonstuk van Zijn schepping, als koning en koningin van de aarde het mandaat mee daar over te waken, te heersen en er goed voor te zorgen.

De morele wet stelde, dat ze de Allerhoogste in alles moesten gehoorzamen voor een zorgeloos en gezegend leven. Deze wet die geschreven was in hun hart moest hen beschermen tegen zonde en dood. Het kader welke de Allerhoogste had gezet om mede hun vrije wil te waarborgen werd overschreden, welke bekocht moest worden met de dood. Twijfel aan de Allerhoogste, aan Zijn intenties en integriteit werd hen fataal, en dat geldt tot op de dag van vandaag. Ook nu zal twijfel, ongeloof, zorgen en paniek, de belofte aan het verbond van El Sjaddaj leiden tot wantrouwen, waardoor wij de vrede en de vreugde te vaak nog zullen mislopen in ons leven.

El Sjaddaj had Adam en Eva een belofte gedaan en door de geschiedenis heen hebben wij gezien dat de Allerhoogste zich aan Zijn woord heeft gehouden, los van het feit hoe wij met dit verbond zijn omgegaan. De belofte voor zegen, vrede en vreugde was ingebed in het verbond.

"U moet de HEERE, uw God, dienen. Dan zal Hij uw brood en uw water zegenen. Ik zal ziekte uit uw midden doen wijken. Geen vrouw in uw land zal een miskraam hebben of onvruchtbaar zijn. Ik zal het aantal van uw dagen vol maken. De schrik voor Mij zal Ik vóór u uit zenden, en al de volken waaronder u komt, zal Ik in verwarring brengen. En Ik zal al uw vijanden voor u op de vlucht doen slaan. Ik zal ook horzels vóór u uit zenden; die zullen de Hevieten, de Kanaänieten en de Hethieten vóór u uit verdrijven. Ik zal hen niet in één jaar vóór u uit verdrijven, anders wordt het land een woestenij en worden de wilde dieren van het veld u te talrijk. Ik zal hen geleidelijk vóór u uit verdrijven, totdat u zo in aantal toegenomen bent dat u het land in erfbezit kunt nemen. Ik zal uw grenzen vaststellen, van de Schelfzee tot aan de zee van de Filistijnen, en van de woestijn tot aan de rivier, want Ik zal de bewoners van het land in uw hand geven, zodat u hen vóór u uit kunt verdrijven. U mag met hen en met hun goden geen verbond sluiten. Zij mogen niet in uw land blijven wonen, anders zullen zij u doen zondigen tegen Mij. Als u hun goden dient, voorzeker, het zal voor u tot een valstrik worden." Exodus 23: 25-33

Al zijn verordeningen moesten de garantie bieden op een leven vol geluk en tot eer van Zijn grote naam. Regels en verordeningen moesten de mens helpen niet te stranden in chaos en verval, zonder hoop op beter. Alleen op deze manier wist El Sjaddaj een totale chaos en vernietiging te vertragen tot het moment dat Hij zichzelf instaat zou stellen om al Zijn kinderen te vergaren. Zijn wet ligt ten grondslag aan het feit dat de engelen de winden van de vier hoeken der aarde kunnen vasthouden tot het laatste en juiste moment.

Dit verbond wat ons oog moest laten richten op een beter toekomst, een toekomst waarin wij allen gezegend zouden worden, moest beklonken worden met offers en bloed. Het bloed blijkt door de hele bijbel heen het krachtigste middel te zijn om een belofte, een verbond, van zekerheid en kracht te voorzien. Niet zomaar bloed, niet zomaar een offer. Het offer en het bloed welke Mozes moest offeren en plengen wees als schaduwoffer en schaduwbloed op het krachtigste Offer wat ooit gegeven kon worden.

Regenboog hoog in de wolken, besnijdenis aan het eigen vlees, offers en bloed kwamen uit de verbondskoker van El Sjaddaj, uit liefde voor Zijn kinderen om straks alles nieuw te maken. Het wees op de Werkelijkheid die komen zou, het zaad voortkomend uit Eva, waarin alle volken gezegend zou worden, nl Jezus, de Zoon van de Allerhoogste.
Uiteindelijk kan het bloed van bokken en stieren geen zonde wegnemen, kan het bloed van bokken en stieren, net zo min als de besnijdenis en de doop door onderdompeling stand houden.
Het wijst gelukkig op Iets veel krachtigers en derhalve ontleent het vorige in wezen daaraan zijn kracht, met terugwerkende en vooruitwerkende kracht. Met het bloed liet El Sjaddaj zien dat het Hem (bloed) serieus was, dat Hij er alles aan zou doen en heeft gedaan om Zijn kinderen te verlossen uit de dodelijke wurggreep van de zonde en de dood.

"Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en graanoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt." Hebreeen 10: 5

Waarom dan toch offeren en bloed laten vloeien, waarom dan toch besnijdenis en doop door onderdompeling? Omdat Hij het heeft gezegd en omdat Hij er kracht aan heeft gegeven. Omdat het getuigt van de Werkelijkheid, van beter, groter en het Volmaakte.
Als de Heer zegt dat er hemellichamen moeten komen om te waken over de dag en over de nacht, dan gebeurd het en doen deze hemellichamen waarvoor ze in het "leven" zijn geroepen. Zijn woorden, Zijn geboden en verordeningen hebben leven in zich omdat Hij het leven zelf erin gelegd heeft. Het leven wat ontleent wordt aan Zijn Zoon die Zijn leven heeft gegeven door het laten vloeien van Zijn bloed. Daar ontleent ieder verbond van de Allerhoogste Zijn leven, kracht, liefde, vrede en vreugde aan. Een regenboog zegt niets als het uiteindelijk niet steunt op het verlossend offer van de Zoon. Een besnijdenis is van nul en generlei waarde als het niet gefundeerd is op en gegrond in de Werkelijkheid. Het offeren, en laten vloeien van bloed zal geen enkel effect sorteren als het niet ingebed is in het Lam dat geslacht zou worden, om de zonde en schuld van de wereld weg te doen.

"Daarvoor had Hij gezegd: Slachtoffer en graanoffer en brandoffers en offers voor de zonde hebt U niet gewild en zij hebben U niet behaagd, hoewel zij overeenkomstig de wet worden gebracht. Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten. Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd gebracht." Hebreeën 10: 8-10

De Heer wil straks alles nieuw maken, wat mij brengt bij het "moeder" zegel van alle verbonden, in het laatste deel van mijn vierluik.

het zegel van Sjaddaj (4/4)

Reacties

Populaire posts