is God geduldig of veranderd?

Genesis 3:6, 7 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten.


14-19 Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. Tegen de vrouw zei Hij:
Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren.
Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u geboden had: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.

Hoewel we vaak denken dat God de mens per direct straft als zij iets verkeerd heeft gedaan, laat de geschiedenis vanuit de bijbel toch wel een heel ander beeld zien. 
We zien op verschillende plaatsen in de bijbel dat God direct het kwaad wat opkomt in de kiem smoort, daarentegen zien we ook een God die decennialang het kwaad tot een bepaalde maat laat groeien en dan pas ingrijpt. In de meeste gevallen zien we dan ook een God met een Goddelijk geduld, een geduld wat ons mensen helaas heel vreemd is.

In het Oude Testament lezen we het verhaal van Noach in Genesis het eerste boek van de bijbel en wel in  hoofdstuk zes terug te lezen. God waarschuwt hier de mens dik 100 jaar voordat Hij het oordeel velt over een wereld die alleen nog maar slechter wordt, en ongekende boosaardigheid in zich draagt en niet meer wenst af te keren van deze weg van zonde en dood. Het kwaad neemt extreme vormen aan waardoor God het goede wat nog aanwezig is wel moet redden. God redt Noach en zijn gezin, met een heel aantal dieren om het plan wat God uiteindelijk met de aarde heeft voort te kunnen laten bestaan. God is een God die zich aan Zijn beloften houdt, en om die reden redt Hij één gezin, om Zijn plan, de redding van deze wereld ten uitvoer te kunnen brengen.
Hij redt Noach niet alleen omdat er anders niemand meer overblijft, Hij redt Noach omdat Noach rechtvaardig is in alles wat Hij doet en God, de Schepper van hemel en aarde dient zoals God dat van de mens vraagt. Gehoorzaam aan Zijn geboden, Hem liefhebben met heel je hart, ziel, kracht en verstand, en je naaste, je medemens lief te hebben als jezelf.

Genesis 6:9-14 Dit zijn de afstammelingen van Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht man onder zijn tijdgenoten. Noach wandelde met God. En Noach verwekte drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol met geweld.  Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde. Daarom zei God tegen Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen, want de aarde is door hen vervuld met geweld; en zie, Ik ga hen met de aarde te gronde richten. Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken ingedeeld moet u deze ark maken en hem vanbinnen en vanbuiten met pek bestrijken.

De aarde was in zonde gevallen, de eerste mensen Adam en zijn vrouw waren in opstand gekomen tegen hun Maker. De rebellie was geboren en heeft zich tot de dag vandaag doorgezet. Ook na Noach begon de ellende, de opstand, de rebellie, het najagen en aanbidden van afgoden, en het zoeken naar eigen gewin, waarbij het bevredigen en verzadigen van het eigen ik de belangrijkste doelstelling voor het leven werd. 

Heer doe wat U wil is en laat ons Uw wil doen, verdween als sneeuw voor de zon. De hele schepping gaat vanaf het begin, vanaf de eerste zonde, de eerste daad van ongehoorzaamheid en rebellie, gebukt onder dit kwaad. Het eigen ik wil vanaf dat moment alleen nog meer de boventoon voeren en zijn leven inrichten op basis van eigen kunnen, eigen heerschappij, eigen liefde in al zijn vormen en uitspattingen, zonder rekening te houden met God en Zijn gebod, zonder rekening te houden met de ander.

De uitdrukking: de mens wikt en God beschikt, komt in ons persoonlijk woordenboek al helemaal niet meer voor. God bepaald het kader, God stelt grenzen, geeft regels en verordeningen en de mens zegt in zijn arrogantie: regels zijn er om gebroken te worden. 

Hoe leuk kan een leven zijn als je alleen maar tussen de lijntjes tekent?

Is God veranderd, heeft Hij nog meer geduld dan vroeger of zien we niet meer dat Hij nog steeds de regie heeft, liefde maar bovenal ook een rechtvaardige God is.

Jakobus 1:17 Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.

Kunnen we anno 2022, spotten met Zijn regels en wetten, met Zijn verordeningen en bepalingen, of is het ook tegenwoordig nog wijs en verstandig om met God rekening te houden, ons te houden aan Zijn plan met ons en Zijn wil te volgen? Is het nog steeds wenselijk dat wij wandelen in de voetsporen van Jezus en net als Hij, ons leven zo inrichten dat het tot eer van de naam God, de Allerhoogste, omdat het Zijn wil is wat wij doen en nalaten, wat wij spreken zullen en waar wij zullen zwijgen?

De vervolg teksten hieronder, zouden verder moeten rijken dan alleen maar geschiedenis. Zij zouden ons hart moeten bewegen en ons verstand moeten verlichten en vormen, om een leven te leiden wat op God gericht is, op het doen van Zijn wil gericht, omdat wij van Hem houden, omdat Hij eerst van ons gehouden heeft.

Opstand en rebellie tegen God leidt tot verdriet, ziekte, verderf en dood, en dat is nou net alles wat God niet voor ogen had toen Hij ons maakte. Want zelfs na de zondeval kwam God met een plan B. Een plan om weer terug te komen bij plan A. Van een leven in zonde en rebellie tegen de Allerhoogste tot weer een leven van vrede en harmonie met onze Maker, onze Redder en Verlosser.

Eva begeerde wijsheid om zich met God haar Maker, God de Allerhoogste te kunnen meten, om iets te krijgen wat haar niet toe behoorde en de volgende voorbeelden in het oude en het nieuwe testament laten helaas onverbloemd zien dat de mens dit al die eeuwen is blijven najagen, tot op vandaag.

Numeri 12:1-10 Mirjam, en ook Aäron, spraken over Mozes vanwege de Cusjitische vrouw die hij genomen had, want hij had een Cusjitische vrouw genomen. Zij zeiden: Heeft de HEERE alleen maar door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het. Meteen zei de HEERE tegen Mozes, en tegen Aäron, en tegen Mirjam: U met zijn drieën, vertrek naar de tent van ontmoeting. En zij vertrokken met z'n drieën daarnaartoe. Toen daalde de HEERE neer in de wolkkolom en ging bij de ingang van de tent staan. Hij riep Aäron en Mirjam, en zij kwamen beiden naar voren.
Hij zei: Luister toch naar Mijn woorden! Als iemand onder u een profeet is, maak Ik, de HEERE, Mij door een visioen aan hem bekend, spreek Ik met hem door een droom. Maar zo doe Ik niet tegenover Mijn dienaar Mozes, die in Mijn hele huis trouw is, met hem spreek Ik van mond tot mond, ja, zichtbaar, en niet in raadsels.
Hij aanschouwt de gestalte van de HEERE. Waarom dan bent u niet bevreesd geweest om over Mijn dienaar, over Mozes, te spreken? Zo ontbrandde de toorn van de HEERE tegen hen, en Hij ging weg.
De wolk week van boven de tent, en zie, Mirjam was melaats, wit als sneeuw. Toen keerde Aäron zich om naar Mirjam, en zie, zij was melaats.

Mirjam begeerde een positie, een functie een rol die haar niet was toebedeeld. Zij kwam niet in opstand tegen Mozes, uiteindelijk kwam ze in opstand tegen God, en God nam haar dat zeer kwalijk. Zo kwalijk zelfs dat Hij haar niet alleen strafde met melaatsheid, maar zelfs de Ark van het verbond verliet.

Is God vandaag de dag anders, is Hij veranderd, of gaat God er in Zijn wijsheid en liefde anders mee om dan in de dagen van Israel? 

Numeri 16:1..... Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kahath, zoon van Levi, nam zowel Dathan en Abiram, zonen van Eliab, als On, de zoon van Peleth, nakomelingen van Ruben, met zich mee. 2. Zij kwamen in opstand tegen Mozes, samen met tweehonderdvijftig mannen uit de Israëlieten, leiders van de gemeenschap, afgevaardigden naar de vergadering, mannen van naam. 8. En Mozes zei tegen Korach: Luister toch, zonen van Levi! 9. Is het u niet genoeg dat de God van Israël u heeft afgezonderd van de gemeenschap van Israël om u tot Hem te laten naderen, om de dienst van de tabernakel van de HEERE te verrichten en voor de gemeenschap te staan om hen te dienen? 10. Hij heeft u en al uw broeders, de zonen van Levi, met u laten naderen; wilt u nu ook het priesterambt? 12. En Mozes stuurde een bode om Dathan en Abiram, de zonen van Eliab, te roepen. Maar zij zeiden: Wij komen niet! 16. En Mozes zei tegen Korach: U en heel uw aanhang, verschijn morgen voor het aangezicht van de HEERE, u en zij, en ook Aäron. 17. En ieder moet zijn vuurschaal meenemen en er reukwerk op leggen, en ieder moet zijn vuurschaal voor het aangezicht van de HEERE brengen, tweehonderdvijftig vuurschalen, ook u en Aäron, ieder zijn vuurschaal. 20. En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron: 21. Zonder u af uit het midden van deze gemeenschap, want Ik zal hen in een ogenblik vernietigen! 23. En de HEERE sprak tot Mozes: 24. Spreek tot de gemeenschap en zeg: Trek u terug van rondom de woning van Korach, Dathan en Abiram. 28. Toen zei Mozes: Hierdoor zult u weten dat de HEERE mij gezonden heeft om al deze daden te doen, dat zij niet uit mijn eigen hart voortgekomen zijn. 31. En het gebeurde, toen hij geëindigd had al deze woorden te spreken, dat de aardbodem die onder hen was, gespleten werd. 32. De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen, en alle mensen die Korach toebehoorden, en al hun bezittingen. 35. En vuur kwam bij de HEERE vandaan en verteerde de tweehonderdvijftig mannen die het reukwerk aangeboden hadden. 36. En de HEERE sprak tot Mozes:
37. Zeg tegen Eleazar, de zoon van de priester Aäron, dat hij de vuurschalen uit de vlammen moet halen en het vuur weg moet strooien, ver weg; want ze zijn heilig, 38. te weten de vuurschalen van deze mensen die ten koste van hun leven gezondigd hebben. En maak er platgeslagen platen van, als een beslag voor het altaar. Zij hebben ze immers voor het aangezicht van de HEERE gebracht, daarom zijn ze heilig. Zo zullen ze voor de Israëlieten tot een teken zijn.

Korach, Dathan en Abiram, kwamen in opstand niet tegen Mozes, maar uiteindelijk tegen de Allerhoogste. Ook zij begeerde posities, functies, rollen die hen door God niet waren toebedeeld. Zij waren heilige mannen, met heilige functies, maar hun ontevredenheid, hun zucht naar macht en aanzien, vergiftigde hun denken en ook daar was God zeer verbolgen over. Ook de gemeenschap die het God kwalijk nam dat Hij orde schiep in hun volk en zich om die reden achter de rebellie schaarde kregen hun loon uitbetaald op diezelfde dag.

Is God vandaag de dag anders, is Hij veranderd, of gaat God er in Zijn wijsheid en liefde anders mee om dan in de dagen van Israel?

Richteren 8:24-27 Verder zei Gideon tegen hen: Ik wil u een verzoek doen: laat ieder mij een ring uit zijn buit geven. (Zij hadden namelijk gouden ringen, want zij waren Ismaëlieten.) En zij zeiden: Wij zullen ze graag geven. En zij spreidden een kleed uit en ieder wierp daarop een ring uit zijn buit. Het gewicht van de gouden ringen, waar hij om gevraagd had, was zeventienhonderd sikkel goud, naast de maantjes, oorhangers en purperen kleding die de koningen van Midian gedragen hadden, en naast de kettingen om de halzen van hun kamelen. Gideon maakte daar een efod van en stelde die op in zijn stad, in Ofra. En heel Israël ging er als in hoererij achteraan, zodat het voor Gideon en zijn huis tot een valstrik werd.

Gideon, nam de rol van Priester op zich die hem niet toebehoorde en dat werd hem tot een valstrik en zo ook het hele volk die in afgoderij daar achteraan gingen.

Is God vandaag de dag anders, is Hij veranderd, of gaat God er in Zijn wijsheid en liefde anders mee om dan in de dagen van Israel? 

1 Samuel 13:8-14 En Saul wachtte zeven dagen, tot het tijdstip dat Samuel bepaald had. Toen Samuel echter niet naar Gilgal kwam, begon het volk zich te verspreiden, bij hem vandaan. Toen zei Saul: Breng een brandoffer bij mij, en dankoffers; en hij offerde het brandoffer. En het gebeurde, toen hij gereed was met het brengen van het brandoffer, dat, zie, Samuel kwam. Saul ging het kamp uit hem tegemoet om hem te zegenen. En Samuel zei: Wat hebt u gedaan? Toen zei Saul: Omdat ik zag dat het volk zich begon te verspreiden, bij mij vandaan, en omdat ú niet op de vastgestelde tijd kwam, en de Filistijnen in Michmas verzameld zijn, zei ik bij mijzelf: Nu zullen de Filistijnen op mij afkomen in Gilgal, en ik heb niet getracht het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen. Daarom heb ik mijzelf gedwongen om het brandoffer te brengen. Maar Samuel zei tegen Saul: U hebt dwaas gehandeld. U hebt het gebod van de HEERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, niet in acht genomen. Anders zou de HEERE uw koningschap over Israël voor eeuwig bevestigd hebben, maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.

Saul als ingezegende en gezalfde Koning van Israel, maakt ook hier de kapitale fout door zich de rol aan te meten van ingezegende en gezalfde Priester en offert ipv Samuel die daar expliciet voor was geroepen.

Is God vandaag de dag anders, is Hij veranderd, of gaat God er in Zijn wijsheid en liefde anders mee om dan in de dagen van Israel?

2 Samuel 11:2-4 Tegen de avond gebeurde het dat David opstond van zijn slaapplaats en op het dak van het huis van de koning wandelde. Vanaf het dak zag hij een vrouw die zich aan het wassen was; deze vrouw nu was heel knap om te zien. David stuurde een bode en liet naar deze vrouw vragen; en men zei: Is dat niet Bathseba, de dochter van Eliam, de vrouw van Uria, de Hethiet? Toen stuurde David boden en liet haar halen. Toen zij bij hem gekomen was, sliep hij met haar – zij had zich zojuist van haar onreinheid gezuiverd. Daarna keerde zij terug naar haar huis.

Begeerte vertroebelt de geest, maakt ons onverstandig ziek en zorgt ervoor dat wij een leven gaan leiden die gehuld is in een waas van leugen en bedrog, een leven die in opstand is tegen God.

Handelingen 5:1-5 En een zekere man, van wie de naam Ananias was, verkocht samen met zijn vrouw Saffira een eigendom, en hield een deel van de opbrengst achter, ook met medeweten van zijn vrouw, en hij bracht een bepaald gedeelte en legde dat aan de voeten van de apostelen. En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. Toen Ananias deze woorden hoorde, viel hij neer en gaf de geest. En er ontstond grote vrees bij allen die dit hoorden.

Niet Gods wil doen, begeren en er om liegen, vasthouden omdat je het wil hebben en niet los kan laten, leidt je af van je heilige doel in je leven. Leven tot eer van God, Zijn karakter weerspiegelen, Zijn woorden spreken en naar Zijn woorden handelen. 
Hoe heeft deze leugen in je hart plaatsgevonden, waar komt het vandaan dat je leugen en bedrog, begeerte en je eigen ik de maat laat zijn in je leven, gehuld en verpakt in gedachten van goed doen voor de Heer?
God wil ons daarvan los maken en bevrijden zoals Hij David bevrijde van die grote leugen die hem van binnen verteerde. Jezus heeft een gezegende boodschap voor ons: "Ga heen en zondig niet meer"

Is God vandaag de dag anders, is Hij veranderd, of gaat God er in Zijn wijsheid en liefde anders mee om dan in de dagen van Israel?

Openbaring 2:11 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.

Reacties

Populaire posts