veranderd door berouw

Mattheüs 21:28-31 Maar wat denkt u? Iemand had twee zonen, en hij ging naar de eerste en zei: Zoon, ga vandaag in mijn wijngaard werken. Maar hij antwoordde en zei: Ik wil niet. Later kreeg hij berouw en ging erheen. En hij ging naar de tweede en zei hetzelfde, en deze antwoordde en zei: Ik ga, heer! Maar hij ging niet. Wie van deze twee heeft de wil van de vader gedaan? Zij zeiden tegen Hem: De eerste. Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk van God.


1. Een berouwvol persoon is geschokt door de zonde.
Van streek door wat ze hebben gedaan, verootmoedigen ze zichzelf. Ze hebben verdriet vanwege de pijn die ze hebben veroorzaakt, diep overtuigd van hun zonde. Zoals ook de profeet klaagde in 

Jesaja 6:5, ‘Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen’. 

2. Ze maken het goed.
In Lucas 19:1-10 lezen we het verhaal van Zacheus en de vrijgevigheid die hij liet zien als behorend bij zijn bekering. Als tollenaar, dief en onderdrukker van Gods volk maakte Zacheus het goed: ‘Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik aan de armen, en als ik van iemand iets heb afgeperst, geef ik dat vierdubbel terug’ (v.8). En Jezus bevestigde de echtheid van het berouw van Zacheus: 

‘Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen’ (v.9). 

3. Ze accepteren de consequenties. 
Een oprecht berouwvol persoon zal de consequenties accepteren. Dit houdt misschien in dat je het vertrouwen van anderen verliest, een gezaghebbende functie moet opgeven, of je moet onderwerpen aan wereldlijke instanties, zoals rechtsvervolging. Toen de dief aan het kruis tot inkeer kwam, zei hij tegen zijn metgezel, 

‘Vreest zelfs u God niet, nu u hetzelfde vonnis ondergaat?… [W]ij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben’ (Lucas 23:40-41). 

En Jezus sprak toen over zijn bekering en verzekerde hem van zijn redding: 

‘Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn’ (Lukas 23:43). 

4. Ze verwachten of eisen geen vergeving 
Vaak werd me door mijn misbruiker gezegd, ‘Als je mij niet vergeeft, dan vergeeft God je niet.’ Maar deze dreigende houding duidt op onoprecht berouw. Het is liefdeloos, manipulatief, en het impliceert dat de overtreder de ernst van wat diegene heeft gedaan niet accepteert of begrijpt. Toen Jakob Ezau benaderde en spijt betuigde, verwachtte hij geen genade, en al helemaal geen barmhartigheid. In Genesis 32 lezen we dat Jakob ‘erg bevreesd’ werd en ‘het benauwde hem’ (v.7). Hij verwachtte een aanval (v.12) en beschouwde zichzelf de goedgezindheid niet waard (v.11). Jakob rekende zo op vergelding dat hij zich scheidde van zijn vrouwen, kinderen en dienaren, zodat Ezau's woede hen niet zou treffen. 

5. Ze voelen de diepte van de pijn die ze hebben veroorzaakt 
Een berouwvol persoon zal niet proberen dat wat hij of zij heeft gedaan te minimaliseren, relativeren, of er excuses voor te bedenken. Ze zullen niet wijzen naar al hun goede daden alsof deze goede daden op een of andere manier zwaarder wegen dan de slechte daden, of deze kwijtschelden. Ze zullen zelfs hun ‘rechtvaardige daden’ zien als ‘bezoedeld kleed’ (Jes. 64:6). Ze zullen het de benadeelde partij niet kwalijk nemen dat ze gekwetst is of boos. Ze zullen hun slachtoffers of andere mensen niet de schuld geven voor het zondigen. In plaats daarvan nemen ze verantwoordelijkheid, erkennen de schade die ze hebben aangericht en tonen spijt. 

6. Ze veranderen hun gedrag 
Een echt berouwvol persoon zal beseffen dat hij of zij God nodig heeft om zijn of haar hart te heiligen. Ze zullen er proactief aan werken om hun gedrag te veranderen en stappen nemen om zonde en verleiding te vermijden. Het kan beteken dat je naar een therapeut of afkickkliniek gaat. Het kan betekenen dat je vrienden, dominees of justitie erbij betrekt voor toezicht en aansprakelijkheid. Denk aan het sterke contrast tussen kerkvervolger Saulus vóór zijn bekering en ná zijn bekering. Handelingen 9 zegt ons dat ook al waren sommige christenen begrijpelijkerwijs terughoudend in hun vertrouwen van Saulus, wel was zijn karakter al drastisch veranderd. 

7. Ze geven ruimte voor genezing 
De vrucht van de Geest is onder andere geduld, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Gal. 5:22-23). Deze zullen steeds zichtbaar zijn bij een echt berouwvol persoon. Ze zullen geen aanspraak maken op vertrouwen of aanvaarding. In plaats daarvan zullen ze nederig zijn, bescheiden en bereid om hun eigen wensen en behoeften op te offeren voor het belang van de gekwetste partij. Ze zullen geen druk uitoefenen om op te schieten, je eroverheen te zetten of het los te laten. Ze zullen je wantrouwen begrijpen, je verdriet erkennen, en de grenzen die je hebt aangegeven respecteren. Als misbruiker hebben zij hun zonde meer liefgehad dan jou. Als een berouwvol zondaar, zullen ze jou meer liefhebben dan hun trots en zonde. 

8. Ze zijn diep onder de indruk van vergeving 
Als iemand het gevoel heeft dat hij of zij recht heeft op vergeving, dan waarderen ze vergeving niet. Toen Jakob vergeving van Ezau ontving, was hij zo verbaasd dat hij huilde: 

‘Want ik heb uw aangezicht gezien alsof ik het aangezicht van God zag, en u bent mij goedgezind geweest’ (Gen. 33:10). 

Jakob realiseerde zich dat vergeving een goddelijk wonder is, een beeld van de Messias, en een teken van Gods genade. Ook al hadden Jakob en Ezau elkaar al veertig jaar niet gesproken, Jakob wist dat God Ezau in staat had gesteld om hem, door genade, te vergeven.

De volgende vraag kreeg ik voorgelegd: 

Ik vraag mij af hoe echt berouw te onderscheiden is van niet echt berouw, wil je dit eens lezen? En jouw mening geven?

Echt berouw is te onderscheiden van onecht, omdat je ziet dat iemand er mee aan de slag is gegaan, je ziet dat iemand veranderd, je ziet hoogmoed (als dat al aan de orde is) veranderen in nederigheid, je ziet harde afwijzingen overgaan in empathie en omarming, je ziet het gelijk aan je kant willen hebben weg ebben en de andere groter achten dan jezelf. 

Wat we pas geleden zagen en dan put ik uit mijn eigen ervaringen was dit: "ik word ten onrechte van iets beschuldigd en dat wil ik van tafel". Daardoor zag ik afwijzing en ontkenning en zelf in de slachtofferrol gaan zitten ipv omarmen, liefde, begrip, zachtmoedigheid en compassie met de ander".

Was het echt wat ik zag, dan zeg ik ja en nee. Bij onze Oosterburen zeggen ze dan Jein. 
Ja ik zag dat er een probleem was, iets wat hen was aangedaan en van tafel wilde hebben, dat was heel echt.
Nee, ik zag niet dat het om de ander ging.

Dus ja het is te onderscheiden, of iedereen dat kan onderscheiden is denk ik afhankelijk van de Geest die diegene helpt die het nodig hebben dat ze het kunnen onderscheiden en er ook mee overweg kunnen in Zijn kracht.



bron: www.geloofstoerusting.nl

Reacties

Populaire posts