pasen: van adam, abraham, mozes tot Jezus (2/3)

"De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden." Genesis 12: 1- 3


Zoals beschreven in 👉 deel één van deze drie luik heb ik je meegenomen naar het aller eerste begin van Pasen en de essentie ervan. Pasen begon niet pas bij de kruisiging en kruisdood van Jezus Christus. Pasen begon in het paradijs al vormen aan te nemen, omdat de mens ongehoorzaam was geworden aan zijn Maker, Schepper en liefdevolle Vader.

Nu wil ik jullie meenemen naar stap twee in de verwezenlijking van Pasen. Abraham blijkt hier een cruciale rol in te spelen. Abraham was door God geroepen omdat God wist dat Abraham een rechtschapen man was en God zou volgen in Zijn plan, gefundeerd door Zijn liefde en belofte om zich met de mens te verzoenen. Abraham werd niet geroepen omdat hij perfect, volmaakt of beter was dan welk ander mens. Ook Abraham was een mens van vlees en bloed, behept met zonde en tekortkomingen, met zwakheden zoals wij die allemaal kennen, hij was geen über mensch verheven boven anderen. Abraham was ook geen Jood noch een Israeliet.

"Hij werd als zoon van Terah (of 'Terach') en kleinzoon van Nahor geboren in Ur der Chaldeeën. Hij was dus een afstammeling van Sem, zoon van Noach. Joz 24:2 Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, [namelijk] Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend. Joz 24:3 Toen nam Ik uw vader Abraham van de overzijde van de rivier en liet hem door heel het land Kanaän gaan. Ik maakte zijn nageslacht talrijk en gaf hem Izak."

God roept Abram op om uit Ur der Chaldeeen te gaan, op weg naar het land wat Hij hem beloofd heeft. Bijzonder detail als we al spreken over een verhuizing, uittocht of exodus, dan is het Abram die als eerste een uittocht doet om het plan van God te verwezenlijken. De allereerste uittocht werd gedaan door Adam en Eva zelf, maar deze was alles behalve wenselijk, deze uittocht was (verder) weg van hun God, de uittocht uit het Paradijs, weg van het aangezicht van God. En alsof de mens niet nog verder kan zinken zien we dat later ook weer gebeuren waarbij Kain, de eerste zoon van Adam en Eva, nog verder weggaat van het aangezicht van God, nadat hij zijn broer Abel had gedood. Daarmee gaf hij zelf aan dat hij met God niets meer te maken wilde hebben.
Deze oproep is dan ook van een geheel andere orde, deze uittocht was er voor bedoeld om uit Babylon te gaan, niet weg van het aangezicht van God, maar juist om weer een stap dichterbij te doen, het is het begin van een grote reeks, een oproep die zal doorklinken tot vlak voor de wederkomst van de Beloofde, van onze Verlosser en Redder Jezus Christus.

Jesaja 48:20 Ga weg uit Babel, vlucht weg van de Chaldeeën, verkondig met luide vreugdezang, laat dit horen, draag het uit tot aan het einde der aarde, zeg: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost.

Jeremia 51:6 Vlucht weg uit het midden van Babel, laat ieder zijn leven redden, word in zijn ongerechtigheid niet verdelgd. Want dit is de tijd van de wraak van de HEERE, Hij vergeldt het wat het verdient.

Openbaring 18:4, 5 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deelhebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen. Want haar zonden hebben zich opgestapeld tot aan de hemel, en God herinnerde Zich haar ongerechtigheden.

Zoals gezegd, de mens is in zonde gevallen, waardoor de relatie tussen God en de mens dodelijk verstoord is geraakt. Deze verstoring had verstrekkende gevolgen voor de mensheid. Dood deed zijn intrede en dood betekende de showstopper voor Gods plan met ons.
De dood betekende in eerste instantie het definitieve einde voor Gods schepselen als geheel en Zijn liefdes relatie met hen. Maar God zou YHWH niet zijn als Hij dit over Zijn kant liet gaan. Het is precies die kant van YHWH welke de basis grondslag vormt waarom Hij dit probleem op wilde lossen, liefde!

Jeremia 29: 11 Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.

Zijn liefde voor ons is zo groot dat geen middel onaangeroerd zou blijven om te redden wat er te redden valt. De dood die onze relatie met onze Levensader afsneed, blijkt tevens het antwoord te zijn op het ontstane probleem. In de dood (en opstanding) wordt de oplossing geboden voor verzoening en herstel.

De wet van God laat ons zien dat we zondig zijn, dat er een andere wet in ons heerst dan de wet die vanaf het begin in de harten van de eerste mens waren geschreven.
De wet van zonde en dood was gaan heersen in de harten van de mens, en om die reden was dood de enige weg die wij nog zouden gaan afleggen, een weg die wij door ons doen en laten verdiende.
In die wet, de wet van God, moeten wij als mens dus ook de oplossing niet zoeken, omdat de wet zelf ons niet kan verlossen, hoe goed wij ook volgens die wet zouden leven, zij zal altijd aantonen waar wij mank gaan, waar wij tekort schieten, omdat wij de wet niet kunnen houden, in tegenstelling tot wat soms aan de buitenkant of aan de oppervlakte zou mogen lijken, omdat in het verborgene God ons hart aan- en doorziet, wat een beeld is van de werkelijke ik, de vleselijke ik, de zondige, naakte en schaamtevolle ik en dat al vanaf onze geboorte. Let op hoe David dit in zijn boetepsalm onmiskenbaar omschrijft.

Psalm 51: 7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.

Nee, de mogelijkheid om een weg tot verlossing te vinden door en in onszelf wordt door de wet van geest en leven afgesneden, omdat deze wet aantoont dat er een wet van dood en verderf in ons heerst. Onze inspanning zoals we gezien hebben bij Adam en Eva die het probeerden met Vijgenbladeren, met eigen oplossingen, met eigen technieken, zelfs met de schuld proberen te schuiven op die andere, die vrouw die gij mij gegeven hebt, die slang die U gemaakt heeft - zal de rekening niet kunnen vereffenen.

Markus 10:19 U kent de geboden: U zult geen overspel plegen; u zult niet doden; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; u zult niemand benadelen; eer uw vader en uw moeder. 20. Maar hij antwoordde Hem: Meester, al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af. 21. En Jezus keek hem aan en had hem lief, en Hij zei tegen hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij.

De weg van verlossing en redding is een lange, zorgvuldige maar ook intense en heftige weg, een weg van conflicten. Aan Adam en Eva had God een belofte gedaan en het realiseren van die belofte krijgt in Abraham weer een extra dimensie, en brengt ons tevens een stap dichterbij de Oplossing, bij de belofte, bij de Beloofde.
God roept Abraham uit Ur der Chaldeeën, om hem af te zonderen voor een cruciale positie in het verlossingsplan. God wil een volk dat aan de wereld laat zien, dat de wereld gaat leren, dat Hij een oplossing heeft voor het zonde, schuld en dood probleem, en daarom roept Hij Abraham. Abraham wordt de stamvader, de aartsvader, oftewel de eerste en belangrijkste vader en sleutel figuur in het stichten van een volk dat zelf leert, maar ook als instrument voor God optreedt, als Zijn getuigen, waarbij zij de wereld leert en onderwijst in het verlossingsplan, en dat zij tot zegen zullen dienen voor alle volken, elke taal en natie.

Abraham zou een zoon krijgen, tot een groot volk worden, en tot zegen zijn voor alle anderen volken. Maar Abraham en Sara zijn veel te oud om nog kinderen te krijgen. Ze zijn tot op hoge leeftijd nog steeds kinderloos, maar God heeft beloofd dat Abraham een groot nageslacht zou krijgen en de vader van een groot volk. Omdat de mens van nature een beetje ongeduldig is, het vertrouwen in de belofte door het verstrijken van de jaren een beetje afneemt en de twijfel zoals ook in het Paradijs aan God, hen parten gaat spelen, menen zij het heft in toch eigen handen te moeten nemen en zoals altijd, gaat het daar fout. Abraham neemt op aandringen van Sara haar slavin en verwekt een kind bij haar. Zoals Adam op aandringen van de mannin van de verboden vrucht eet.
Het plan van satan om via Hager Gods plan te saboteren strand gelukkig faliekant, omdat het niet Gods weg is en omdat God een wakende Wachter is met een sterke rechtvaardige arm.

God heeft een plan, een weg, verbonden aan de belofte om Zijn plan te realiseren en wijst Ismael de zoon van Abraham en Hagar af, niet als mens, maar wel als zaad en nageslacht van Eva en als belofte met betrekking tot de Beloofde, om het verlossingsplan te realiseren.
Uiteindelijk zoals beloofd, krijgen Abraham en Sara zelf een kind en dat is het kind van de belofte, Izaak, door God, die altijd Zijn Woord houdt, niet veranderd en niet liegen kan, omdat Hij geen mens is.
Door Izaak, de beloofde, die buiten de (natuur) wetten om wordt geboren, de eerstgeborene, krijgt het reddingsplan een follow up. De belofte van God blijft staande. Ismael doorkruiste bijna het pad van de belofte en zonder dat we het vaak door hebben zien we (ook) hier niet de mens, maar satan aan het werk om Gods plan te saboteren, maar God gaat voor ons uit en waakt als een Wachter op de muren van onze veel te kwetsbare vesting, een Wachter die niet slaapt, noch sluimert.

Psalm 121:2-4 Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen.

Dan komt er een moment in het leven van Abraham dat hij heel zwaar door God op de proef wordt gesteld. Hij moet Zijn zoon waar hij jaren naar verlangd heeft, het dierbaarste en kostbaarste wat hem ooit is overkomen, wat hem uiteindelijk zelfs door de God die hem riep om op weg te gaan naar een onbekend land beloofd is, af staan.
De bijbel zegt niets over de strijd die in Abraham woedt. Dat deze opdracht dwars door zijn ziel snijdt, en waardoor misschien zelfs de belofte onder vuur zou kunnen komen te liggen, lijkt mij niet echt een ondenkbaar scenario. Hoe dan ook, Abraham is trouw aan God, hij laat ook deze beker niet aan hem voorbij gaan, hij is zelfs bereid zijn eigen zoon niet te sparen in gehoorzaamheid aan Hem de hem geroepen heeft. God is groot, God is machtig, God is liefde, Abraham zal dit herhadelijk gedacht moeten hebben en hoe dit alles ook wendt of keert, zijn God zal ook nu wel weer met een oplossing komen, toch?

Als Izaak en Abraham op pad gaan vraagt Izaak aan zijn vader waar het offer is. Abraham spreekt deze profetische woorden: "God zal zelf in een offer voorzien".
Wanneer ze dan bij de offerplaats zijn aangekomen legt uiteindelijk Abraham Izaak op het altaar als offer voor God. Izaak gaat hier ogenschijnlijk vrijwillig in mee, waaruit blijkt dat hij heel goed heeft begrepen wat God van Zijn vader en van hem vraagt. Wat een geloof en wat een vertrouwen hebben deze twee mannen. Vlak voordat Abraham zijn zoon offert dmv het opheffen van het mes, roept God hem een halt toe. God eert Abraham dat hij Hem zelfs zijn eigen zoon niet onthoudt. God vraagt geen mensen offers van ons, God heeft geen behagen in de dood, vooral niet in deze dood, omdat het niet de oplossing biedt en ooit zou kunnen zijn voor het zonde en dood probleem, en voorziet om die reden idd in een plaatsvervangend offer voor Izaak. Een ram zit met zijn horens vast in de struiken en mag als offer in de plaats van Izaak dienen.

In Izaak zien we een type beeld van de beloofde Verlosser. Jezus zou uiteindelijk komen om de schuld in onze plaats op Zich te nemen, onze dood te sterven, waardoor Hij daarna onze zonde, de prikkel van de dood, de prikkel die de dood in zich droeg, kan wegdoen.
Izaak de zoon van Abraham, is dus de volgende aartsvader die een essentiele rol speelt in het verwezenlijken van een groot nageslacht, een groot volk waardoor alle andere volken gezegend zullen worden. Izaak verwekt Jacob, Jacob is de aartsvader van de twaalf stammen van Israel. Hier hebben we drie aartsvaders die een grote en globale stap vooruit zetten in de wereld van Gods beloften en nemen ons daarin mee, niet in de eerste plaats omdat zij dit wilde, maar omdat God het wilde, omdat God ons eerste heeft lief gehad en het heeft belooft.

De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. Genesis 12: 1-3

Israel is het volk welke een verheven en heilige taak had en als voorbeeld fungeerde om de wereld duidelijk te maken dat God de mens wil verlossen van de zonde en de dood. Israel mag de wereld duiden dat er een oplossing aanstaande is voor onze dood en verderf situatie waar we zelf met geen mogelijkheid uit komen, noch een afdoende oplossing voor hebben en dat al ons menselijk pogen te alle tijde zal falen.
Geen vijgenbladeren, geen geslachte dieren, geen Izaak, geen Mozes, geen Ayatollah, Dalai Lama, Tao, Manitu, Zeus, Maria, Allah, Mohammed noch de Paus, zijn allen waardig gebleken om straks de boekrollen te openen en ons aan te nemen als Zijn verloste en geredde kinderen. Niemand of niets is waardig en krachtig bevonden om de dood een halt toe te roepen, dan Hij die van God gekomen is naar deze wereld.

Uit Israel zou de Verlosser voortkomen, de belofte aan Adam en Eva neemt hier al hele serieuze vormen aan en de hoop begint toe te nemen. Abraham de vader van een groot volk die ons allemaal tot zegen zou zijn. Abraham, zijn geloof en vertrouwen in God, mag mede verantwoordelijk gehouden worden voor het realiseren van een succesvol Pasen.

God doet een belofte aan Adam en Eva, God doet een belofte aan Abraham, God doet dus ook een belofte aan ons. Pasen is het resultaat van die belofte. Met terugwerkende kracht, en met vooruit werkende kracht.
Pasen maakt vrij, de dood is overwonnen de verlossing is een feit, God is getrouw.
Drie grote mannen, nageslacht van Eva, die de weg bereid hebben voor het grote Offer, voor de Verlosser, de Weg de Waarheid en het Leven. Geroepen kinderen van God zoals Adam, Eva, Ruth, Hagar, maar ook zoals Abraham, Izaak, Jacob en Mozes, die de weg voorbereid hebben tot het moment dat de dood aan onze deur voorbij zal gaan, dat is Pasen, Pasen is Pesach, Pesach is Passover,  Pasen is de belofte van het weer aangenomen worden als Gods kinderen, van het zoonschap, Pasen is weer leven, in liefde, vrede en harmonie met onze hemelse Vader, met onze Schepper!

👉pasen deel 1

Reacties

Populaire posts