de kip of het ei

Is het vanwege uw inzicht dat de valk vliegt, en zijn vleugels uitspreidt naar het zuiden? Is het op uw bevel dat de arend zich verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? Job 39: 29, 30

"En de HEERE antwoordde Job en zei: Zal hij die een rechtszaak voert met de Almachtige, Hem onderwijzen? Laat hij die God ter verantwoording roept, daarop antwoorden." Job 39: 34, 35

G'd houdt van de mens, G'd heeft de wereld lief en dat heeft zich geuit in het onmetelijk groot offer welke G'd in Zijn Zoon aan ons heeft gebracht, op een succesvolle manier heeft gebracht, het is volbracht. 

Wie zijn wij? David heeft daar een mooi antwoord op, in de Psalmen: "Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond. U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd:" Psalm 8: 4-7

Wij zijn zonen en dochters van G'd, wij zijn een Koninklijk Priesterschap, wij zijn heerser over al het werk van G'd hier op aarde. Zo ziet G'd ons, maar hoe zien wij onszelf tav G'd?

Kunnen wij iets beteken voor G'd waardoor G'd verplicht is iets voor ons te betekenen. Kunnen wij rechten met G'd of Hem vertellen hoe het Universum in elkaar steekt en waarom de dingen in het leven gaan, zoals ze gaan met al zijn wetten en ordeningen? Kunnen wij G'd ter verantwoording roepen, en mogen wij boos op Hem zijn omdat wij vinden en denken te weten dat ons leven anders moet verlopen dan ze op dit moment doet?

Heb ik het recht op roemen, omdat ik doe wat ik doe, omdat ik kan wat ik kan? Ben ik de instandhouder van het leven, ben ik, omdat ik dat wilde, is het besloten in mijn eigen raadsbesluiten?

Wie was er eerder, G'd of het Universum, G'd of de mens, de kip of het ei? Ons recht op bestaan, ons recht op spreken, denken, redeneren, voelen, proeven, zien en horen, ons recht op heersen, liefde delen en aanbidden komt van de Allerhoogste, van de Heer van de Legermachten. 

Wat is de basis van mijn roemen? G'd is de basis van mijn roemen! 

Maar waar is dan de basis voor mijn klagen? Waar haal ik recht vandaan die ik niet verkregen heb en met welk recht eigen ik mij handelen toe, buiten het recht om wat G'd mij in Zijn liefde geschonken heeft? Laten wij niet klagen zodat de toorn van G'd ontbrand, en het vuur van de Heer zich tegen ons keert. 

G'd heeft het beste met ons voor, de psalmist zegt, dat G'd enkel vreugde met ons voor heeft. Volgens Paulus zal leiden en last ons dagelijks deel zijn, maar nooit opwegen tegen de heerlijkheid die G'd voor ons in petto heeft. Nooit zal iets op ons pad komen wat wij niet kunnen dragen, dat heeft Hij in Zijn liefde aan ons belooft het is niet aan ons om daaraan te twijfelen het is niet aan ons te roemen op onszelf en het is niet aan ons om te rechten met onze hemelse Vader, onze Schepper en Verlosser. 

Wie in wijsheid tekort schiet hij mag G'd om wijsheid vragen om ook dit te begrijpen, G'd houdt van ons en zal ons Zijn wijsheid nooit onthouden. 

"Zo zegt de HEERE: Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid, laat de held zich niet beroemen op zijn sterkte, laat een rijke zich niet beroemen op zijn rijkdom. Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE." Jer. 9 : 23, 24