het heiligdom schaduw en werkelijkheid

Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hebreeën 9: 11

In de bijbel vinden we drie tempels: de hemelse tempel, de aardse tempel, het menselijk lichaam.

De hemelse tempel:

Hebreeën 8: 5 Deze priesters doen dienst in een afbeelding en schaduw van de hemelse dingen, overeenkomstig een aanwijzing van God die Mozes ontving bij het voltooien van de tabernakel. Want zie erop toe, zegt Hij, dat u alles maakt overeenkomstig het voorbeeld dat u op de berg getoond is.

De aardse tempel:

Exodus 25:8 En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.

9. Volgens alles wat Ik u zal tonen, een ontwerp van de tabernakel en een ontwerp van al zijn voorwerpen, zó moet u het maken.

Het menselijk lichaam:

Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? 1 Korinthe 6: 19

Eén ding hebben deze tempels met elkaar gemeen, daar woont God en daar heerst God, dat geschied Zijn wil, op aarde en in de hemel.

De aardse woonplaats van God werd door haar symbolen en gebruiken een leerschool tav Zijn plan met de mens. Het was een afschaduwing van hoe het in de hemel er aan toe ging. God wilde bij ons wonen, en ons van heel dichtbij leren dat Hij een liefdevolle, maar ook een rechtvaardig God is. Dit laatste aspect neigt in onze huidige christen cultuur ondergesneeuwd te raken. Het gevoel wat mij persoonlijk heel erg bekruipt is: dat er een christen cultuur is ontstaan van; Jezus houdt van jou en blijft je trouw, en het maakt niet zoveel uit hoe je in het leven staat en wat je allemaal uitspookt of nalaat, je bent geborgen in Hem want aan het kruis is alles volbracht, dat neem ik aan, dat geloof ik en dat is genoeg.
God heeft je idd aangenomen in Christus, we zijn in Hem geborgen omdat Hij onze schuld op zich nam en wij mogen leven omdat Hij uit de dood is opgestaan en leeft, dat is absoluut waar, maar de benadering van God is deze: het maakt niet wie je bent en wat je achtergrond ook moge zijn, Ik houd van jou zoals je bent en neem je aan als Mijn kind, maar Ik vind je te belangrijk en houd te veel van jou om je zo te laten. God wil dat wij door de Heilige Geest en door de wet in ons binnenste, hervormen en vernieuwen, Hij wil ons (pas) klaar maken zodat wij als wij Hem ontmoeten dit doen met een Halleluja in ons hart en niet met een schreeuw vanuit een diepe angst op onze lippen; bergen val op ons en heuvelen bedekt ons. God wil dat wij in de kracht van de Heer een weg van heiligmaking afleggen, en de goede strijd van het geloof strijden en de mogelijkheid die Christus ons heeft aangereikt om God weer te gehoorzamen met twee handen aan grijpen.

Mattheüs 22:37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38. Dit is het eerste en het grote gebod. 39. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.

Wat een geweldige samenvatting van de tien woorden die God aan Mozes heeft gegeven op de berg Sinai, daar waar Hij Zijn tien woorden waarmee wij ons leven op de rit kunnen krijgen en houden zelf heeft geschreven, zodat wij Hem dienen tot eer van Zijn grote naam, een naam die Hij overal wil vestigen, omdat het een naam is van liefde, hoop, geloof, leven, genade, barmhartigheid en vrede.

Wet en regelgeving waren ten tijde van het oude testament, onder het oude verbond, een sterk fundament voor Israel. De indruk die je zou kunnen krijgen van die tijd is dat het alleen maar ging om het volgen van wetten, verordeningen en rituelen. Het zou kunnen dat we door de regels God niet meer zien, maar studie van Gods woord zal uitwijzen dat het niet Gods regels en wetten zijn waarin we dreigen te verdrinken en het zicht op God kwijt raken, maar eerder de manier waarop de priesters en wetsgeleerden maar ook wij nu vandaag de dag met Gods wetten omgingen en gaan. Het aanvullen, ombuigen, veranderen en weglaten van Gods wet was en is aanleiding om het spoor bijster te raken. Gods wetten zijn perfect, gegeven de omstandigheden en behoeven geen aanpassing door menselijk ingrijpen. Van Israel wordt gezegd dat zij aan de wet niet waren toegekomen. De wet die hen tot leven moest leiden, voor hen een struikelblok, zelfs een steen des aanstoots was geworden.
Als we de wetten van God alleen maar zien als regels van wat je wel en niet mag, dan schiet jij het doel voorbij waarvoor deze leven gevende woorden er zijn. De tien woorden van de Allerhoogste zijn daarom van eeuwigheid tot eeuwigheid, onveranderlijk en zullen nooit verdwijnen, omdat deze woorden precies dat veronderstellen wat geschreven staat in 1 Korinthe 13, het hoofdstuk wat wij allemaal kunnen als het hoofdstuk van de liefde. 

Romeinen 9: 31-33 Maar Israël, dat de wet van de gerechtigheid najaagde, is aan de wet van de gerechtigheid niet toegekomen. Waarom niet? Omdat zij die niet uit geloof zochten, maar als uit werken van de wet. Want zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een struikelblok. En: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

God wilde een tempel vanaf het moment dat Zijn volk verlost werd uit Egypte en via de woestijn op weg was naar het beloofde land. Het land wat God aan Abraham belooft had om daar Zijn volk en Zijn Woning te stichten. Met als doel om de wereld te leren wat Zijn plan was met de wereld en met als doel om tot zegen te zijn voor alle volken, stammen, talen en natiën.

De wereld maar ook Israel moest leren dat God zich wilde verzoenen met hen, met hen die door ongehoorzaamheid in zonde waren gevallen met verderf en dood als resultaat. 

De tempel geeft inzicht in dat plan, elke kleur, elke materiaal keuze en iedere bewerking, was erop gericht om iets te laten zien, begrijpen en te proeven van God en Zijn verlossingswerk. Van liefde en van gerechtigheid. 

De dienst in het Heiligdom is essentieel om te begrijpen wat de Heer voor ons heeft gedaan aan het kruis, maar ook wat Hij als Hogepriester nu doet in het hemels heiligdom.
Door het heiligdom, door het verzoenend werk leren we dat wij in staat worden gesteld om God weer te gaan gehoorzamen, dat de wet van Geest en Leven, weer onze leidraad kan worden dat wij die niet op afstand hoeven te leren en te volgen, maar dat de wet weer in ons hart geschreven kan worden waardoor wij weer niet als de eerste Adam in het begin en de 2e Adam toen Hij op aarde kwam instaat zijn om de wil te doen van de Vader. Dat dat vanuit ons binnenste komt en wij met de David kunnen zeggen:

Psalm 40: 9 Ik heb lust om Uw wil te doen mijn God, uw wet is in mijn binnenste.

Van God gescheiden door een daad van ongehoorzaamheid tot weer verenigd als verlosten, en verzoend te worden met Hem door een daad van gehoorzaamheid, gedaan uit liefde, geloof en vertrouwen. Jezus wordt de tweede Adam genoemd. Deze Adam kwam naar de aarde om de heerschappij weer terug te nemen en als Koning te zegevieren over het kwaad en de dood, waardoor Hij ook weer Koning wordt over ons leven, Heerser over ons hart.

God wil wonen op aarde en overgaan van een kleine tempel gemaakt door mensen handen, naar een woning die God zelf gemaakt heeft de mens, Zijn kroonstuk van Zijn eigen schepping.  God wil vanuit Zijn hemelse tempel, en vanaf Zijn troon, heersen in onze harten en onze harten tot Zijn troon, tempel en woning maken.

Jeremia 31:31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, 32. niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. 33. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.