de genezing van de geest

Exodus 15:26 Hij zei: Als u aandachtig luistert naar de stem van de HEERE, uw God, en doet wat juist is in Zijn ogen, als u Zijn geboden gehoorzaamt en al Zijn verordeningen in acht neemt, dan zal Ik geen enkele van de ziekten over u brengen die Ik over Egypte gebracht heb, want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester.


Het verband dat bestaat tussen de geest en het lichaam is zeer nauw. Wanneer één van beiden is aangetast, ervaart het andere deel het ook.
De gesteldheid van de geest beinvloedt de gezondheid van het lichaam in veel grotere mate, dan velen zich bewust zijn. Vele ziekten waaraan de mensen lijden zijn het gevolg van een geestelijke druk. Verdriet, zorg, ontevredenheid, wroeging, zonde, wantrouwen al deze gevoelens breken op den duur de levenskrachten af en bewerken verval en de dood. Soms wordt ziekte veroorzaakt door verbeelding, die de ziekte ook verergeren kan.
Velen zijn hun levenlang invalide, terwijl ze gezond zouden zijn, als zij in hun eigen gezondheid geloofden. Velen verbeelden zich, dat zij zich bij iedere gelegenheid blootstellen aan de kans om ziek te worden, en dit kwade gevolg openbaart zich inderdaad, omdat zij het verwachten. Velen sterven aan een ziekte, waarvan de oorzaak geheel denkbeeldig is.

Moed, hoop, geloof, medegevoel, liefde versterken de gezondheid en verlengen de levensdagen. Een tevreden geest, een opgewekte stemming betekent gezond heid voor het lichaam en kracht voor de ziel.

Spreuken 17:22 Een blij hart bevordert de genezing, maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren.

Men moet bij de behandeling van de ziekte de invloed van de geest niet veronachtzamen.
Als deze invloed van de geest op de juiste wijze wordt aangewend, betekent dit een van de sterkste aandelen in de bestrijding der ziekte.

Hoe de ene geest over de andere heerst.
Doch er is een bepaalde manier waarmede men de genezing meent te kunnen bevorderen en wel door geestelijke beinvloeding, die echter behoort tot één van de sterkste middelen voor invloed ten kwade. Volgens deze zogenaamde "Wetenschap" komt de ene geest onder de overheersing te staan van een andere geest, zodat de persoonlijkheid van de zwakkere geest beheerst wordt door die sterkere geest. In die zin voert dan de een de wil uit van de andere.
Men beweert wel, dat men op deze manier het gedachte-leven van iemand zou kunnen wijzigen, en dat men een patiënt ertoe zou kunnen brengen, om tot een levenswijze te komen, die meer bestand zou maken tegen ziekte, en ook de kracht zou geven er bovenop te komen.
Deze manier van genezen wordt wel gebruikt. door mensen, die de ware aard en de bedoeling ervan, niet kennend, menen dat deze omgangswijze de zieken ten goede komt. Maar deze zogenaamde wetenschap is gegrond op valse beginselen.

Deze methode is geheel vreemd aan de aard van Christus' Geest. Immers leidt deze toepassing de geest van de zieke niet tot Hem Die leven is en verlossing.
Want de mens, die een andere menselijke geest door de invloed van zijn geest weet aan te trekken, leidt deze zwakkere menselijke geest àf van de ware Bron van zijn kracht. Het ligt niet in de bedoeling van God, dat een ander mens zijn geest zal laten heersen over de geest en de wil van een ander, zodat deze een  werktuig in zijn hand zou worden.
Geen een mens moet zijn eigen persoonlijkheid ten onder laten gaan in die van een ander. De mens moet niet uitzien naar een ander mens als mogelijke bron van zijn genezing. Hij moet zich van God alleen afhankelijk stellen.

In de waardigheid van zijn menselijkheid, die hij van God ontving, kan hij door geen ander worden beheerst dan door God Zelf maar nooit door enig menselijk verstand.
God verlangt de mens in onmiddellijk verband met Zichzelf te brengen. In Zijn ganse omgang met de mensen erkent God het grondbeginsel van een persoonlijke verantwoordelijkheid in ieder mens. Hij tracht in de mens het besef van een persoonlijke afhankelijkheid van Hem te versterken, en het verlangen in de mens te wekken naar Zijn persoonlijke leiding. Hij verlangt de mens in verband te brengen met Zijn Goddelijke Geest, opdat hij veranderd moge worden naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis.

Doch Satan' wil dit plan dwarsbomen, en hij tracht in de mens de behoefte naar afhankelijkheid van andere mensen aan te wakkeren. En wanneer de menselijke geest eenmaal van God is afgekeerd, kan de verleider deze onder zijn leiding gevangen nemen.
Zo is het hem mogelijk het mensdom te beheersen.
Uit Satan is het bedenksel voortgekomen hoe de ene geest de andere kan overheersen, met de bedoeling zich in Gods plan in te dringen als de chef-leider, om dan de menselijke wijsbegeerte op de plaats te stellen waar de goddelijke wijsheid

Er is onder alle dwalingen, die aanvaard worden door belijdende Christenen, er is geen gevaarlijker, geen die met zo`n grote zekerheid de mens van God zal scheiden als deze verleiding van de ene geest over de andere.
Al moge deze geneeswijze onschuldig lijken, indien ze op zieken wordt toegepast zal zij verwoestend werken, niet tot herstel. Hierdoor wordt een deur geopend voor Satan om bezit te nemen zowel van de geest die door de andere wordt beheerst, als van de geest die overheerst.

De macht die op deze wijze wordt overgegeven aan mannen of vrouwen met verkeerde geestes-neigingen is schrikbarend. Welk een gelegenheden opent dit aan degenen, die hun bestaan vinden door voordeel te trekken van de zwakheden of dwaasheden van anderen! Hoe velen zullen, door over zwakke ziekelijke geesten te heersen, een middel vinden om toe te geven aan lage hartstochten of begeerte naar winst!
Er is een betere weg waarop wij ons kunnen begeven, dan die van overheersing van de mens over de mens. De dokter moet de mens ertoe opvoeden vanuit de eigen menselijkheid op te zien tot het Goddelijk vermogen! Inplaats van de zieken te leren, dat zij afhankelijk moeten zijn van mensen wat betreft de genezing van de ziel en van het lichaam, moet hij hun gedachten bepalen bij God, Die al wie tot Hem komt in het geloof kan redden, hoe ziek hij mag zijn. Hij, Die de menselijke geest schiep, weet wat deze behoeft.

God alleen is de Ene Die genezen kan.

De Here is mijn Sterkte en mijn Schild, op Hem heeft mijn hart vertrouwd en ik ben geholpen: dies springt mijn hart op van vreugd Psalm 28 : 7.

Degenen die een zieke geest en een ziek lichaam hebben moeten op Christus zien, de Herschepper. Hij zegt: 

..de wereld zal Mij niet meer zien, maar gij zult Mij zien; want Ik leef en gij zult leven. Johannes 14: 19.

Dit is het leven, dat wij aan de zieken voor ogen moeten stellen, door hun mede te delen, dat, als zij in Christus geloven als de Herschepper, als zij met Hem samenwerken door te gehoorzamen aan de gezondheidswetten, en als zij ernaar streven in de vreze des Heren tot volkomen heiligheid te geraken, Hij hun Zijn leven wil schenken.
Wanneer wij op deze wijze Christus aan hen voorstellen, delen wij hun een kracht mede, een sterkte die van grote waarde is, want deze komt van boven. Hierin ligt de ware kennis der genezing van lichaam en ziel.

Er is een grote wijsheid nodig om ziekten te behandelen, die hun oorzaak hebben in de geest. Een pijnlijk, ziek hart, een ontmoedigde geest, hebben een milde verzorging nodig.
Veelal is het een levend huiselijk geschil, dat als het ware voortwoekert tot in het diepste der ziel, en de levenskracht verzwakt. En, soms is het wroeging om de eigen zonde die het gestel ondermijnt en de geest onevenwichtig maakt.
Door een teder medegevoel kan dit soort zieken worden geholpen. De dokter moet eerst het vertrouwen winnen, en kan de zieke vervolgens op de Grote Heelmeester wijzen. Als hun geloof kan worden gericht op de ware Heelmeester, en zij erop vertrouwen, dat Hij ook hun geval in handen zal nemen, zal dat voor hun geest een verlichting wezen, dit zal vaak ook de gezondheid van het lichaam bevorderen. Medegevoel en fijngevoelige omgang zal dikwijls meer goed doen, dan de kundigste geneeswijze die op een koele, onverschillige manier wordt toegepast.

Wanneer een dokter tot het ziekbed nadert met een lusteloze, onverschillige houding, en met weinig belangstelling naar de zieke kijkt, door woord en daad tonend, dat dit ziektegeval niet zoveel van zijn aandacht eist, en dan de zieke verlaat en overlaat aan zijn eigen overdenkingen, dan heeft hij deze zieke zeker schade gedaan. Twijfel en moedeloosheid die het gevolg zijn van zijn onverschillige houding zal vaak het goede effect verhinderen van de medicijnen die hij mag hebben voorgeschreven.
Indien de dokters zichzelf eens in de plaats stelden van hen, wier geest verslagen is en wier wil verzwakt is door het lijden, en van hen die zo verlangen een enkel woord van medegevoel te horen, van bemoediging, dan zouden zij beter zijn voorbereid om de gevoelens van de zieken naar waarde te schatten.

Wanneer de liefde en het medegevoel, die Jezus Christus aan de zieken toonde zich zou verenigen met de kennis der doktoren, zou hun tegenwoordigheid alleen reeds een zegen voor de zieken zijn. Als de dokter openhartig spreekt met de zieke, wekt dit het vertrouwen op, en dat zal blijken tot de genezing bij te dragen. Sommige dokters achten het verstandiger de aard en de oorzaak van de ziekte aan de zieke te verbergen.
Velen, die bang zijn de zieken angstig te maken of te ontmoedigen door de waarheid te zeggen, zullen een ongegronde hoop op herstel in het vooruitzicht stellen, en zelfs laten zij de zieke in het graf dalen, zonder enige waarschuwing, dat dit gevaar dreigt. Dat is allemaal zeer onverstandig.
Het kan wel eens heel onverstandig zijn, aan de zieke het gevaar van de kwaal volledig mede te delen: Het kon hem verontrusten en het herstel in de weg staan. Evenmin kan men de volledige waarheid altijd mededelen aan de genen die grotendeels denkbeeldige kwalen hebben.
Want deze patiënten zijn vaak onredelijk, en zij hebben zich er niet aan gewend zichzelf te beheersen. Zij hebben eigenaardige ingevingen, en stellen zich dikwijls de dingen verkeerd voor in verband met zichzelf en met anderen. Toch zijn deze dingen voor de zieke wezenlijk, en degenen die hem verzorgen moeten vriendelijk blijven en geduldig in alle moeilijkheden met hun fijn gevoel de oplossing vinden. Als men aan deze zieken de waarheid zou zeggen wat betreft hun dwalingen, zou men hen beledigen of moedeloos maken.

Jezus Christus zei tot Zijn discipelen: 

Ik heb u nog vele dingen te zeggen, maar gij kunt ze nu nog niet allen verdragen. Joh. 16: 12.

Doch, al kan men tegenover een zieke niet altijd geheel en al waar zijn in alle omstandigheden, men behoeft toch nooit de zieke te misleiden.
Een dokter, noch een verpleegster mogen hun toevlucht nemen tot het verdraaien van de waarheid. Wie dat doet, maakt het onmogelijk, dat God met hem zou kunnen samenwerken; en doordat hij het vertrouwen van zijn zieke verzaakt, verwerpt hij tevens een der meest doeltreffende middelen die het herstel bevorderen.
Het vermogen van de wil van de zieke wordt niet op zijn werke lijke waarde geschat. Als men zorgt, dat de wil bereid blijft, en in de juiste zin wordt gericht, zal deze zijn gehele kracht in het wezen van de mens uitstralen, en zal blijken een won derbare hulp te zijn om de gezondheid te behouden. Ook bij ziekte is de wil een kracht die helpt er bovenop tekomen. Als de wil werd geoefend in de goede richting te worden ge bruikt (aangewend), zou deze de verbeelding helpen beheersen, en zou op deze wijze een middel zijn om zowel de geest als het lichaam in gezonde staat te bewaren. In dit bewustzijn zou de patiënt met de behandeling van de dokter kunnen medewerken.

Er zijn duizenden zieken, die hun gezondheid zouden kunnen herwinnen als zij wilden. De Here wil niet dat zij ziek zijn....
Hij wenst, dat zij gezond zijn en gelukkig, en zij moesten dus het besluit nemen om gezond te willen zijn. Vaak kunnen zieken zich tegen ziekte verzetten, door niet toe te geven aan hun kwalen en zich niet over te geven aan ledig heid.
Men doet beter hun nuttige arbeid te doen verrichten, die aan hun kracht is aangepast; zo kan men hen helpen zich boven hun pijn en hun lijden te verheffen. Door zulke volhardende pogingen en door zich veel in de bui tenlucht of in de zon te begeven, zouden vele zieken, met een bleek en vermagerd uiterlijk hun gezondheid en hun kracht te rugwinnen.

Bijbelse beginselen voor genezing van ziekte.
In de volgende woorden van de Schrift is een les vervat voor hen, die hun gezondheid gaarne zouden terugkrijgen, of die wensen te behouden. 

Efeze 5: 18: En wordt niet dronken van wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.

Ware genezing of verkwikking van het lichaam en van de ziel is niet te vinden in onnatuurlijke en ongezonde z.g. opwekkende middelen, die opwinding of verdoving ten gevolge hebben, noch is genezing te verkrijgen door toe te geven aan de lagere lusten of hartstochten.
Er zijn er onder de zieken velen die leven zonder God en zonder hoop. Dezen lijden onder hun onbevredigde verlangens, hunne ongeordende hartstochten, en het oordeel van hun eigen geweten.
Zij voelen, dat dit leven hun geen houvast geeft, en zij hebben geen uitzicht op het toekomende.

Degenen die de zieken verzorgen, moeten niet menen dat zij hun goed doen door toe te geven aan hun grillige wijzen van zichzelf prikkels toe te staan in allerlei vorm: van spijs, drank, vermaak of lectuur. Dit is de vloek van hun leven geweest. De hongerige, de dorstige ziel zal blijven hongefen en dorsten zolang zij hier op aarde hare bevrediging zoekt. Zij die drinken uit de fontein van het zelfzuchtige genot komen bedrogen uit.
Zij verwarren hun goedlachsheid met levenskracht en wanneer de prikkel voorbij is, is hun adem op, en zij blijven onvoldaan en moedeloos achter.
Er is één Bron voor blijvende vrede, voor de ware rust van de geest.
Hiervan sprak Christus toen Hij zeide: 

Komt tot Mij gij allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Mattheüs 11 : 28.

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u, niet gelijkerwijs de wereld die geeft, geef Ik die u. Johannes 14: 27.

Deze vrede is niet iets dat Hij geeft afgescheiden van Hemzelf.
Die vrede is in Christus. En wij kunnen, allen, deze vrede ontvangen door Hem in ons hart te ontvangen.
Christus is de levensbron. Het ontbreekt velen aan een duidelijke kennis van Hem.
Het is zeer nodig dat de mensen op een zeer geduldige en vriendelijke wijze, maar in grote ernst, worden onderwezen, dat het gehele wezen van de mens kan opengaan "ontluiken" door de genezende werking van Gods Geest te ontvangen. Wanneer het zonlicht van Gods liefde binnenstraalt in de duistere vertrekken van de ziel, zal de rusteloze moeheid, en de onvoldaanheid ophouden, en de geest zal kracht ontvangen door de volmaakte vreugde, die ook het lichaam gezond en krachtig zal maken.
Wij zijn in een wereld van leed.
Moeilijkheden, beproevingen, verdriet wachten ons op langs de weg naar het hemelse huis.
Doch er zijn er velen, die de last dubbel zwaar maken, doordat zij reeds vooruit lijden onder de verdrukking die komen zal.

Fil. 4: 6 Weest in geen ding bezorgd. Maar laat uwe begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God.

Als zij voor tegenspoeden komen te staan of voor teleurstelling, hebben zij het gevoel, dat het leven geheel in duigen valt, en dat zij het hardste lot hebben, dat men bedenken kan, en dat zij zeker tot armoede zullen vervallen. Op die wijze brengen zij ellende over zichzelf en werpen een donkere schaduw van zorg op allen om zich heen. En het leven wordt hun een last.
Alleen iemand, die met zekerheid weet in te grijpen, zal een verandering kunnen teweegbrengen in de loop van deze gedachten. Maar het is mogelijk.
Hun geluk zowel in dit leven, als in het toekomende, hangt af van deze omkeer, die moet beogen, dat zij hun aandacht vestigen op de verheugende dingen.
Men moet hun opnieuw leren te zien naar de weldaden die God op hun pad heeft gegeven, en dan verder, boven dit alles uit, naar het Ongeziene, naar het eeuwige te schouwen. God heeft voor iedere beproeving een hulp beschikt. Toen Israel in de woestijn tot het bittere water van Mara kwam, riep Mozes tot God.
De Here voorzag niet in een nieuw hulpmiddel. Hij richtte de aandacht op wat vlak bij aanwezig was. Een kruid, een struik die Hij zelf had geschapen moest in de bron worden geworpen, om het water rein te maken, zoet van smaak. Toen dit was geschied, dronk het volk van het water en werd verkwikt.

Bij iedere beproeving zal Christus ons helpen, als wij Hem bidden.
Onze ogen zullen geopend worden, om de beloften van genezing te leren onderscheiden, die in Zijn Woord zijn opgeschreven. De Heilige Geest zal ons onderwijzen hoe wij iedere zegening ons eigen moeten maken, opdat deze ons onvatbaar maken voor het leed.
En voor iedere bittere dronk, die tot onze lippen komt, zullen wij een tak vinden, die de smart geneest, de smaak verzoet.
Wij moeten niet toelaten, dat de toekomst met zijn moeilijke vragen en zijn wrange vooruitzichten ons hart doet bezwijken, onze knieën doet knikken, en onze handen slap doet hangen van vrees.

Jesaja 27: 5: Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken, vrede zal hij met Mij maken.

Zij, die hun leven overgeven aan Zijn leiding en in Zijn dienst, zullen niet worden geplaatst in een werk, dat Hij niet voor hen heeft beschikt.
Welke ook onze plaats moge zijn in de maatschappij, wanneer wij daders zijn van Zijn Woord, hebben wij een Gids, Die onze weg leidt.
Hoe groot ook onze moeilijkheden mogen zijn, wij hebben een veilige Raadsman; hoe groot ons verdriet mag wezen, hoe zeer wij van alles beroofd zijn, en hoe groot onze eenzaamheid mag zijn, wij bezitten een Vriend Die met ons mede voelt. Als wij, in onze onwetendheid, afdwalen, de Verlosser verzaakt ons niet.
Wij behoeven ons nooit alleen te voelen. De engelen zijn onze metgezellen.
De Trooster die Christus beloofde te zullen zenden in Zijn Naam is altijd bij ons. Op den weg die voert naar de Stad Gods doen zich geen moeilijkheden voor, die zij, die in Hem geloven, niet zouden kun nen te boven komen.
Daar ontmoeten zij geen gevaren, waar zij niet aan zouden kunnen ontkomen. Daar is geen verdriet, geen ergernis, geen menselijke zwakheid, waarvoor Hij geen geneesmiddel heeft beschikt. Niemand behoeft daar zichzelf over te geven aan moedeloosheid en wanhoop. Al zou Satan tot u naderen met de wrede inblazing "Uw geval is hopeloos. Gij kunt niet verlost worden." Er is toch hoop voor u in Christus.
God gebiedt ons niet dat wij in eigen kracht moeten overwinnen. Hij vraagt ons zeer dicht bij Hem te komen.

Onder welke moeilijkheden wij ook uit moeten zien te komen, die zwaar wegen op onze ziel en ons lichaam uitputten, Hij staat naast ons om ons te verlossen te Zijnertijd. Hij die de gedaante van de mens aannam, weet hoe hij deel kan nemen aan het leed van het mensdom.
Christus kent niet alleen iedere ziel, en ook wat deze ziel in het bijzonder nodig heeft, en welke beproevingen de ziel doorleeft, maar hij kent ook alle omstandigheden die de geest hinderen en benauwen (ontstellen). Zijn hand is uitgestrekt met een teder medelijden bewogen voor ieder kind van God dat lijdt. Voor wie het meeste lijden, voelt Hij het innigste medelijden en medegevoel. Onze krankheden ontroeren Hem zeer, en Hij wenst dat wij onze benauwdheden en onze droefenis aan Zijn voe ten neer leggen en ze daar laten liggen.
Het is niet verstandig om onszelf zo na te gaan en onze gevoelens uit te pluizen. Als wij dat doen, zal de vijand moeilijkheden in de weg leggen en verzoekingen die het geloof zullen doen verflauwen en de moed zullen te niet doen. Onze gevoelens zo na te speuren, en aan onze ontroeringen toe te geven maakt dat wij twijfelzucht aankweken en dat wij worden verward in moeilijkheden waar wij niet uit kunnen komen. Wij moeten onze aandacht van ons zelf afwenden en de blik op Jezus richten.

Koloss. 3 : 15 17: En de vrede Gods heerse in uwe harten, tot welken gij ook geroepen zijt in één lichaam, en weest dankbaar. Het Woord van Christus wone rijkelijk in u, in alie wijsheid; ..... en al wat gij doet met woorden of werken, doet het alles in den Naam van den Here Jezus."

Wanneer de verleidingen op u aankomen, wanneer zorgen, moeilijkheden en duisternis uw ziel schijnen te omgeven, ziet dan op naar de plaats, waar gij een vorige maal het Licht hebt gezien. Blijf rusten in de liefde van Christus, onder Zijn beschermende zorg. Als de zonde in uw hart de overhand wil nemen, en schuldgevoel uw ziel benauwt en uw geweten belast, wanneer gebrek aan geloof uw gedachten omsluieren, bedenk dan, dat Christus' genade voldoende is om de zonde stil te doen zijn en de duisternis uit te bannen.
Zodra wij in gemeenschap treden met de Verlosser betreden wij de sfeer van de vrede.

De beloften van genezing.
De Here verlost de ziel Zijner knechten en allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden. Psalm 34: 23.

In de vreze des Heren is een sterk vertrouwen; en Hij zal voor Zijn kinderen een toevlucht wezen. Spreuken 14: 26. 

Doch Sion zegt: De Here heeft mij verlaten, en de Here heeft mij vergeten.
Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermt over de zoon van haar schoot? Ofschoon dezen vergeten, zo zal Ik toch u niet vergeten. "Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd, uwe muren zijn steeds voor Mij! Jesaja 49: 14-16

Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. Jesaja 41:10 

Luister naar Mij, huis van Jakob, en heel het overblijfsel van het huis van Israël, u, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder. 4. Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. Jesaja 46:3 

Niets werkt zozeer mee om de gezondheid van het lichaam en geest te bevorderen, als een stemming van dankbaarheid en van lof.
Het is onze duidelijke plicht, dat wij ons verzetten tegen zwaarmoedigheid, tegen ontevreden gedachten en gevoelens - dit is in gelijke mate onze plicht als dat wij tot God bidden. Wanneer wij in waarheid met de hemel verbonden zijn, hoe is het dan mogelijk, dat wij zouden gelijken op een gezelschap van treurenden, die steeds steunen en klagen, terwijl wij op weg zijn naar het huis van onze Vader? Degenen onder de belijdende Christenen die steeds klagen, en schijnen te menen, dat opgewektheid en blijdschap zonden zijn, hebben niet het ware geloof. Degenen die er een somber plezier hebben de zwaarmoedige zijde naar voren te brengen in het natuurlijke leven, en die liever naar dorre bladeren kijken, dan de schone levende bloemen te plukken, zij die de schoonheid niet zien van de grote verheven bergen, noch de levendige groene dalen bewon deren, en die de zinnen schijnen te sluiten voor de blijd schap die zich voor ons openbaart in de natuur, een blijdschap die het oor bekoort met zoete en melodieuze klanken  deze zijn niet in Christus. Zij vergaren in zichzelf wat schemerig is en duister, terwijl zij de blinkende pracht mochten in zich opnemen, ja zelfs de Zon der Gerechtigheid die opgaat in de harten met heling in Zijn stralen. Het kan wel vaak gebeuren, dat er door leed donkere wolken uw gedachten versomberen,

Tracht dan niet erover na te denken. Gij weet dat Jezus u liefheeft. Hij begrijpt uw zwakheid.
Gij kunt naar Zijn wil handelen, door eenvoudig in Zijn ar men te rusten. Het is een wet van de natuur dat onze gedachten en onze gevoelens worden aangevuurd en versterkt als wij er uiting aan geven. Daar de woorden uitdrukking geven aan de gedachten is het even zo waar, dat gedachten worden gevormd nadat de woorden. zijn uitgesproken. Als wij ons geloof meer in woorden uitdrukking gaven, en wij ons meer verblijdden in de zegeningen, die wij wel weten, dat wij ontvangen de grote barmhartigheid en de liefde Gods zouden wij meer geloof hebben, en een grotere blijdschap.

De zegening die voortkomt uit de getuigenis van Gods goed heid en liefde, kan geen tong uitdrukking geven; geen eender verstand kan deze zegeningen omvatten. Wij kunnen zelfs op deze aarde een blijdschap hebben als was het een bronader, die nooit ophoudt water te geven, daar hij gevoed wordt door de stromen die uitgaan van Gods troon. Laat ons dan ons hart opvoeden, en onze lippen om God te prij zen voor Zijn mateloze liefde.

Laten wij onze ziel opvoeden, opdat zij hoop koestert, en opdat zij bij voortduring blijft in het licht dat schijnt vanaf het kruis van Golgotha. Wij moeten nooit vergeten dat wij kinderen zijn van de hemelse Koning, zonen en dochters van de Here der heerscharen.
Ons is het voorrecht gegeven voortdurend in God te rusten.

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in één lichaam; en weest dankbaar! Kol. 3 15.

Laat ons, door de eigen moeilijkheden en het eigen verdriet te vergeten, God loven voor een gelegenheid die wij ontvingen om te leven om Zijn Naam te verheerlijken. Laat de frisse zegeningen van iedere nieuwe dag lofprijzing in onze harten opwekken voor deze tekenen van Zijn liefdevolle zorg. Wanneer gij uw ogen in de morgen opslaat, dank God dat Hij u die nacht heeft bewaard.
Dank Hem voor de rust in uw hart. Laat 's morgens, 's middags en 's avonds dankbaarheid als een zoete geur ten hemel opstijgen. Als iemand u vraagt hoe u u voelt, denk dan niet aan iets treurigs dat gij zoudt kunnen vertellen om medegevoel op te wekken.
Spreek niet over uw gebrek aan geloof, en uw verdriet en ons de baas te zijn. spreek over Zijn heerlijkheid. De verzoeker verheugt zich bij het horen van dergelijke gesprekken.
Als gij over schemerige onderwerpen gaat spreken, geeft je hem eer. Wij moeten niet verwijlen bij de grote macht van Satan.
Wij geven ons zelf vaak in zijn hand, als wij over zijn macht praten.

Laten wij inplaats van over hem, over Gods grote macht spreken, die al wat ons aangaat met Zichzelf verbindt. Vertel hoe mateloos groot de vermogens van Christus zijn en spreek over Zijn heerlijkheid.
De gehele hemel stelt belang in onze verlossing. Aan Gods engelen: duizend maal duizenden en tienduizend maal tienduizenden, heeft God opgedragen degenen te dienen die de zaligheid beërven zullen. Zo bewaren zij ons voor het kwaad en zij weerhouden de mach ten der duisternis, die ons zoeken te vernietigen. Hebben wij dan geen reden om dankbaar te zijn, ieder ogenblik van de dag, zelfs dan als er schijnbare moeilijkheden zich voordoen op onze wegen? 

Zingt lofliederen:

  • Laat uw lof en dankbetuiging in gezang worden bekend gemaakt. Als wij verzocht worden, laat ons dan, inplaats van aan onze gevoelens uiting te geven in klachten, in het geloof een lied van dank opheffen tot God:
  • Wij loven u, o, God want Uw Geest des Lichts, heeft ons den Verlosser doen zien, en van onze ziel week de nacht!
  • Alle eer en lof zij het Lam dat is geslacht Hij droeg alle zonden, en iedere smet verdween.
  • Alle eer en lof voor den God der genade, Die ons vrijkocht, ons zocht, en sloeg onze wegen gade, en wees waarheen.
  • Wil ons weer levend maken, vul elk hart met Uw liefde, dat iedere ziel worde ontstoken met het vuur van omhoog! (de Heilige Geest)

Het lied is een wapen, dat wij altijd kunnen gebruiken tegen ontmoediging.
En als wij op die wijze ons hart openstellen voor het Zon licht van Zijn aanwezigheid, dan zullen wij gezond zijn en wij zullen Zijn zegen ervaren:

Ik zal u geen wezen laten, Ik kom weder tot u..... Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld dien geeft, geef Ik hem u.
Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. Johannes 14: 18, 27.

Looft den Here, want Hij is goed, want Zijn goedertieren heid is in der eeuwigheid. Dat de bevrijden des Heren dit zeggen, die Hij van de hand. der wederpartijders bevrijd heeft:

Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt met eerbied van al Zijn wonderen. Roemt in den Naam Zijner Heiligheid; het hart dergenen die de Here zoeken, verblijde zich.

Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, en de hongerige. ziel met goedheid vervuld.

Die in de duisternis en de schaduw des doods zaten, gebon den met verdrukking en ijzer,

omdat ze wederspannig waren geweest tegen Gods geboden en de raad des Allerhoogsten smadelijk verworpen hadden. "Waar Hij hun het hart door zwarigheid vernederd heeft; zij zijn gestruikeld, en er was geen helper.

Doch roepende tot den Here in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij ze uit hun angsten. "Hij voerde ze uit de duisternis en de schaduw des doods en Hij brak hun banden. 

Vs. 15.
Laat ze voor de Here Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen.

Psalmen 107 : 1,2; 105: 2,3; 107: 9-15. 

Wat buigt. gij u neder, o, mijn ziel? en wat zijt gij. onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de veelvuldige verlossing mijns aangezichts en mijn God. Psalm 42: 12

Dankt God in alles, want dit is de wil Gods in Christus Jezus over u. 1 Thess. 5: 18.

Dit gebod is een verzekering, dat zelfs de dingen die schijnen tegen ons te zijn, voor ons bestwil zullen arbeiden. God zal ons niet vragen om dankbaar te zijn voor iets dat ons zou kunnen schaden.

De Here is mijn licht en mijn heil, voor wien zou ik vrezen?
De Here is mijn levenskracht, voor wien zou ik vervaard zijn.

Want Hij versteekt mij in Zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent, Hij verhoogt mij op een Rotssteen.
ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren, (verzoendag)
ik zal zingen, ja psalmzingen, den Here.

Ik heb de Here lang verwacht, en Hij heeft Zich tot mij ge neigd en mijnen roep gehoord. En Hij heeft mij uit een ruisende kuil, uit modderig slijk opgehaald, en heeft mijn voeten op een rotssteen gesteld. Hij heeft mijn gangen vastgemaakt.

En Hij heeft een nieuw lied in mijn mond gegeven, een lofzang voor onzen God. Velen zullen het zien en vrezen, en op de Here vertrouwen. (Zie Openb. 14. Bekering.)

De Here is mijn sterkte en mijn schild.
Op Hem heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen, dies springt mijn hart op van vreugde, en ik zal Hem met mijn gezangen loven. Psalmen 27: 1; 27: 5,6; 40 13; 28: 7.

Voor alle leiders en leden van de Zevendedags Advent Gemeente.
In verband met de Gezondheids-hervorming die is genaamd: de rechterarm van de Drie-engelen-boodschap.

De voorwaarden die God stelt voor de beantwoording en verhoring der gebeden van Zijn volk.

Getuigenissen voor de Gemeente IX
p. 163, 164, 165.

Zo de Zevendedags-Adventisten zouden verlangen te worden gereinigd en ook rein te blijven, moet in hun hart, en in hun huis de Heilige Geest blijvend aanwezig zijn.

De Here heeft mij licht gegeven, dat, zo het Israël van heden zich voor Hem zou verootmoedigen, en de tempel van de ziel van alle verderf zou ontledigen voor Zijn aangezicht, Hij hun gebeden zal verhoren, ten bate van de zieken, en Hij het ge bruik van Zijn geneesmiddelen tot heling der zieken, zal zegenen.

Indien het menselijk instrument in het geloof alles doet wat in zijn vermogen is om ziekte te bestrijden, door de eenvou dige verzorgingswijze te volgen, die God heeft beschikt, zullen zijn pogingen door God worden gezegene Indien nu, nadat Gods volk zoveel licht heeft ontvangen,

het toch doorgaat met verkeerde gewoonten te blijven koeste ren, en aan zichzelf toe te geven, en door te weigeren de geboden hervorming aan te nemen, dan zullen zij voorzeker de gevolgen der overtreding moeten ondergaan. Indien zij vastbesloten zijn aan een ontaarde lust toe te geven, ten koste van wat ook, zal God hen niet op wonderbare wijze uithelpen of behoeden voor de gevolgen van hun zwak heid:

in smart zult gij liggen Jesaja 50 11.

Zij, die de voorkeur aan hun eigen hoogmoed gaven, zeggende: "De Here heeft mij genezen, en ik behoef mijn maaltijd niet te beperken. Ik kan eten en drinken wat mij behaagt", dezen zullen binnenkort. in lichaam en ziel verlangen naar de her stellende kracht van God.
Zo God u genadiglijk genezen heeft, moogt gij u niet verwaardigen een verbond te sluiten met de toegeeflijkheden die. gebruikelijk zijn in de wereld. Doe, wat Christus heeft geboden nadat Hij iemand genezen had: 

Ga henen, en zondig niet meer. Joh. 8 11.

De begeerte zal niet uw afgod zijn.
De Here gaf aan het Israël van ouds Zijn Woord, opdat, als zij zich nauwgezet aan Hem hielden en aan al Zijn geboden voldeden, Hij hen voor alle ziekten zou behoeden, die Hij over de Egyptenaren had gebracht. Doch deze belofte werd gegeven op voorwaarde van gehoorzaamheid.

Als de Israëlieten hadden gehoorzaamd aan de onderrichting die zij ontvingen, en als zij hun voordeel hadden gedaan met deze voorrechten, die hun werden voorgehouden, zouden zij voor de wereld tot een aanschouwelijke les hebben gediend wat betreft gezondheid en welvaart.

De Israëlieten schoten te kort in de vervulling van Gods plan, en zo ontvingen zij ook de zegeningen niet, die zij hadden kunnen ontvangen.
Maar in de persoon van Jozef, en die van Daniël en Mozes en Elia, en vele anderen, vinden wij edele voorbeelden van wat de vruchten zijn van het ware plan van God met het leven van de mens.
Heden zal een gelijke getrouwheid, ook dergelijke vruchten voortbrengen.
Voor ons volk staat er geschreven:

1 Petrus 2:9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,

Een woord tot de weifelaars.
p. 163. Test IX.

De predikers die zich de vrijheid veroorloven toe te geven aan hun begeerte komen verre beneden het doelwit uit. God verlangt, dat zij gezondheids-hervormers zullen zijn. Hij verlangt dat zij hun leven richten naar het licht dat over dit onderwerp geschonken werd.
Ik ben bedroefd, wanneer ik zie, dat zij, die zouden moeten ijveren voor onze gezondheidsbeginselen zichzelf nog niet hebben bekeerd tot de juiste levenswijze. Ik bid, dat de Here het in hun gedachten duidelijk zal doen. verstaan, dat zij op weg zijn een groot verlies te boeken.

Indien deze dingen waren zoals zij behoorden te zijn in de huisgezinnen, zouden wij dubbel zoveel vrucht opbrengen voor de Here.

De overgave van het eigen ik, de rust.
p. 165 en volgende.

O, aan hoevelen ontgaan de rijkste zegeningen, wat betreft gezondheid en geestelijke gaven, die God voor hen had bewaard!
Er zijn vele zielen die worstelen om bijzondere overwinningen te behalen, en om bijzondere zegeningen te ontvangen, opdat zij iets groots zouden mogen verrichten. En om dit te verkrijgen, menen zij, dat zij in gebeden onder vele tranen, ten dode toe, moeten worstelen.
Wanneer deze mensen de Schrift met gebed zouden onderzoeken, om daarin Gods wil geopenbaard te zien; en wanneer zij dan, zonder iets achter te houden, en zonder aan de eigen begeer te toe te geven, ook Zijn wil van harte doen zouden, dan zullen zij rust vinden.
Alle strijd, alle tranen en worstelingen zullen de zegen die zij verlangen te ontvangen, niet brengen. Het eigen - ik moet volkomen worden overgegeven.
Zij moeten het werk doen, dat zich als vanzelf aan hen voor doet, door zich die overvloedige genade Gods eigen te maken, die Hij aan allen heeft beloofd, die Hem in het geloof daar om bidden.

Zo iemand achter Mij wil komen, sprak Jezus, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis dagelijks op en volge hij. Lucas 9 23.

Laat ons de Heiland volgen in Zijn eenvoud en Zijn zelfverloochening.
Laten wij de Mens van Golgotha oprichten door het Woord, en door een geheiligd leven. De Heiland nadert zeer dicht tot degenen die zichzelf aan God wijden.
Als er ooit een tijd geweest is, dat wij naar de werking van Gods Geest in onze harten en in ons leven zouden moeten verlangen, is het heden.

Laten wij beslag leggen op dat Goddelijk vermogen, om kracht te mogen ontvangen tot het volbrengen van een heilig leven in overgave van het eigen - ik.*

Het Woord Gods moet ons leerboek worden.
De Here is onze helper en onze God. Laten wij tot Hem opzien opdat Hij ons de weg moge openbaren waarlangs onze plannen moeten worden uitgevoerd.

  • *Dit is de voorwaarde tot het ontvangen van de Heilige Geest of Trooster -, de Geest Gods, "op onze lippen en in ons wezen: "de spade regen."


bron: (uit Ministry of Healing van Ellen G. White p. 241 259, vertaald door w.van Stockum)

Reacties

Populaire posts