de verloren zoon

"Maar de vader zei tegen zijn slaven: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden." Luc. 15: 22-24

De verloren zoon is een verhaal die heel veel mensen wel kennen. Drie types komen hier heel helder voor het voetlicht. De zoon die iets anders met zijn leven wil dan alleen maar dienstbaar zijn aan zijn vader totdat hij overlijdt en hij de erfenis in ontvangst kan nemen. De vader die een goed lopend familie bedrijf heeft met zonen waar hij zielsveel van houdt. De broer die keihard werkt, alleen maar keihard werkt nergens om vraagt, maar stiekem toch vindt dat hij rechten heeft, verworven rechten.

De jongste zoon ziet het niet meer zitten om nog langer voor zijn vader in het bedrijf te werken en wil graag het leven proeven. Niet straks als zijn vader overleden is, maar nu. Blijkbaar heeft hij niet voldoende financiƫle resources om nu te verwezenlijken wat hij graag wil. Onze oosterburen leben autos, en zo wil hij wil het leven leben, niet straks, maar nu.

Hij trekt de stoute schoenen aan en vraagt aan zijn vader om een voorschot op zijn "dood". Hij wil graag de erfenis nu en per direct ontvangen. Pa zal het hem best wel uit zijn hoofd hebben proberen te praten en ondanks het feit dat dit niet beschreven staat ga ik er vanuit dat een goede vader, goed advies aan zijn kinderen geeft en hen wil behoeden voor grote en grove en soms ook onherstelbare fouten in hun leven. Hoe het ook zij, de zoon krijgt wat hij vraagt, de helft van de erfenis waar hij bij het overlijden van zijn vader recht op zou hebben gehad.



Volgens recente bijbelcommentaren mogen we hier lezen dat de jongste zoon met andere woorden tegen zijn vader zegt; ik wil eigenlijk graag dat je dood gaat waardoor het recht op uitkering van de erfenis mij nu ten deel zal vallen. Persoonlijk ben ik het daar niet mee eens, als hij dat had gewild dat had hij dat tegen zijn vader kunnen zeggen, wellicht had hij dat ook gedaan als zijn vader hem die erfenis geweigerd had, maar dat is hier niet aan de orde, althans ook daar staat niets over vermeld.

De zoon krijgt de gevraagde erfenis en vertrekt, de wijde wereld in. Hij feest en leeft als zonder G'd en gebod en doet blijkbaar alles wat G'd verboden heeft. Hij leidt een leven wat niet bepaald een afschaduwing is van zijn opvoeding. Het geld raakt op, hij verliest zijn nieuw bakken "vrienden" en door een grote hongersnood, blijft hij meer dan berooid achter.

Zijn berooide situatie, zijn honger, is van dien aard dat hij op het punt van bezinning komt en het plan opvat om naar zijn vader, zijn veilige rijke ouderlijk huis terug te keren, niet als zoon maar als het mag, als dienstknecht om voor zijn vader te werken en te leven.

Hij keert terug en wat het eerste opvalt bij zijn thuiskomst is dat zijn vader hem al staat op te wachten. Wist deze vader dat zijn zoon die dag weer thuis zou komen? Ik denk niet dat zijn vader de dag of het uur wist dat zijn zoon terug zou komen, ik denk nl dat de vader niet alleen vandaag op de uitkijk stond. We weten niet hoelang de zoon exact is weggebleven, de vader heeft al die tijd, iedere dag op de uitkijk gestaan, wachtend met een hart vol liefde en groot verlangen tot zijn zoon weer naar huis zou terug keren.

Dit is wat mij persoonlijk heel diep raakt en wel om meerdere redenen. Mijn ervaring en verhouding met mijn eigen vader was van een compleet andere statuur, dat heeft mij ook heel erg in de weg gestaan en nog steeds maar gelukkig steeds meer en in mindere mate, voor een goed/beter G'ds beeld. Natuurlijk mag ik G'd zien zoals deze vader en natuurlijk weet ik dat het zo is, omdat ik in G'ds woord geloof, omdat G'd niet liegt, omdat G'd liefde is en in Zijn woord verklaard dat Hij van mij houdt, dus daar zit het probleem niet. Het probleem zit hem soms in het gevoel wat er niet helemaal of vaak helemaal niet bij komt. Nu wil ik ook niet van mijn gevoel afhankelijk zijn, maar een goed gevoel is toch wel erg fijn en dat weet ik uit eigen ervaring omdat het mij af en toe toch ook overkomt, en dat wil je dan graag vasthouden, continueren en koesteren. Dat gebeurd eerder vaker niet dan wel, en dat vind ik wel eens jammer, maar waar ik natuurlijk het meest blij mee ben is het constante in G'ds woord en het feit dat G'd onveranderlijk is en dus altijd dezelfde liefdevolle G'd, waar ik blind op mag vertrouwen.

De vader in dit verhaal mogen we zien als G'd. De zoon in dit geval, daarin herken ik mijzelf.

Ik heb ook domme dingen gedaan, en helaas dingen die zeker een negatief effect gesorteerd hebben op mensen, naasten, broeders en zusters, buren en familie, geliefden, van dichtbij en van ver af. Hier ervaar ik tevens een overeenkomst in mijn leven met Paulus. Paulus verklaart op een gegeven ogenblik dat hij zich de minste onder zijn broeders voelt en zo voel ik dat ook. Mijn kennis van G'ds woord door de Heilige Geest, geeft mij veel zekerheden, een goed fundament voor mijn dagelijks leven, bij het arrogante af, maar in mijn relatie met G'd maakt het mij zeker niet meer en in mijn relatie met mijn medemens zeker ook niet. Alles naast wat het evangelie van vrede mijn persoonlijk brengt, maakt het mij de minste onder mijn broeders.

Je terug komst bij die mensen, bij de gemeenschap, bij de kerk zo u wilt, roept blijkbaar altijd vragen op. Persoonlijk heb ik wantrouwen ervaren, negeren, achterdocht, roddel en achterklap en daardoor eenzaamheid en gekwetst worden.

Het gekke is dat ik dat best wel begrijp. Ik ken mijn "Pappenheimers", en ondanks mijn hogere verwachtingen binnen een christelijke gemeenschap is niets menselijks mij vreemd, ik kijk nl dagelijks in de spiegel. En deze vraag komt dan in mij op: spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is mijn vader in dit land?

De wens is de vader van de gedachte en zo ook heel vaak G'ds woord. Wat ik hier lees in Lucas 15: 11-32 is niet mijn ervaring. Wat ik bedoel is dat ik de ervaring van die vader zo verschrikkelijk mis in de gemeenschap, in de kerk. De ervaring van die broer die is mij niet vreemd, heel herkenbaar tot op de dag van vandaag. De vragen, de spervuur aan beschuldigingen, de "feiten" en voorbeelden en blikken die over je worden uitgegoten, de minpunten voor je voeten geworpen, de fouten "netjes" tot in de detail voor je opgesomd, ja dat wel dat herken ik maar al te goed, tot zover is dat verhaal en verhaal van vandaag.

Waar vind ik in de gemeente een vader als deze, waar vind ik in de gemeente hij/zij/hen die een feest mantel over mij heen gooien en zonder vragen te stellen mij in mijn eer herstellen, de een ring aanschuiven en feest met mij willen vieren omdat ik terug ben gekomen?

De verloren zoon wilde zijn zonde opbiechten, maar kwam niet verder dan: "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." De minste onder uw broeders.

De vader snijdt hem min of meer de pas af, hij luistert blijkbaar niet eens naar het verhaal van de zoon, althans hij is niet geĆÆnteresseerd in wat hij allemaal fout heeft gedaan, wat belangrijk voor de vader is, is dat hij terug komen is, dat hij het vaderhuis weer heeft opgezocht.

De moeilijkste weg van zijn leven heeft hij afgelegd, de weg van schaamte en schuld en op alle fronten van zijn leven berooid. Niet alleen van geld en goederen, maar ook van zijn goede naam, goede reputatie en schone blazoen. Hij is op weg terug, een weg vervuld van schaamte en schuld rechtstreeks in de veilige, vergevende en liefdevolle armen van zijn vader.

Tot mijn spijt en vol van diep verdriet moet ik erkennen dat ik die weg niet ken, ik heb deze weg niet mogen meemaken, hoewel de weg ernaar toe wel, maar het einde zoals in dit verhaal niet. Een heel recente geval van het terugkomen van een verloren zoon staat me helder voor ogen en ook hier zie ik wel de reactie van de broer, maar mis ik de vader reactie.

Vragen, verwijten, frustraties, ouwe koeien uit de sloot, achterdocht, beschuldigingen, aantijgingen hokjes geest denken, en gesloten armen. Een houding van: wij zijn Jezus niet, wij zijn mensen en wij vinden dat je het rustig aan moet doen, je moet eerst maar eens bewijzen dat je niet weer de erfenis opeist en de wijde wereld intrekt en fout op fout gaat maken, je moet eerst maar eens bewijzen dat je te vertrouwen bent, onze veiligheid niet aantast, dan....., dan pas dan ben je weer welkom.

Heeft G'd ons willen plagen met dit verhaal, is dit verhaal niet echt, kan dit Ć¼berhaupt plaatsvinden in ons leven en is de vader alleen het type beeld van G'd? Geldt dit niet voor ons, mogen we er van smullen en proeven, maar alleen op afstand? En als dat zo is, waarom ondervinden we dan wel de broer reacties maar geldt ons niet de vader reactie en is die ver te zoeken?

Het is toch Jezus die zegt in het Johannes evangelie het vijftiende hoofdstuk vers 12: "Dit is mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb."

Is dit gebod een brug te ver, ligt die lat niet veel te hoog? Als dat gebod dus echt van kracht is, waar is ons excuus voor het niet kunnen beantwoorden aan dit gebod? Laat mij het excuus zien dan laat ik jullie een andere G'd en een andere bijbel zien.

Liefde vinden we in Christus en in christenen, en zoek vooral naar de overeenkomst tussen deze twee.

Die liefdevolle Christus geeft ons een gebod wat absoluut niet in de buurt komt van hoe die broer zich opstelt. Mensen die domme dingen doen, christenen, mede broeders en zusters mogen altijd terug komen. Een echte vader zal altijd op de uitkijk staan, biddend wachtend op hun terugkomst en als ze terugkomen zullen de verloren zonen en dochters, liefdevolle open armen vinden. Helaas moet ik de vorige zin met een vraagteken afsluiten, dus even een stapje terug. Zullen verloren zonen en dochters, die terugkeren naar hun vaderhuis, liefdevolle open armen vinden? Het antwoord op dit vraagteken is teleurstellend en alles behalve conform het gebod van Jezus.

Ik wil sluiten met deze teksten:
1 Johannes 3: 18, 19 "Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan."

1 Johannes 4: 7, 8 "Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde."

Als ik dus niet lief kan hebben, en liefde kan betonen, dan ben ik niet uit G'd. Besef je wat hier staat, dringt dit tot je door of geldt dit niet voor jou? Paulus zegt in de eerste brief aan de Korintiers ; "Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen?"

Door de Geest van G'd kunnen wij het spoor houden die Hij ons wijst, de reden dat wij een ander spoor volgen heeft te maken met onze keuze om het leven anders in te vullen dan G'd voor ons gepland heeft. Wij zijn gekocht en betaald en volgen Jezus in Zijn voetsporen, een andere pad naar de troon van G'd is er niet. Niet liefhebben is G'd niet kennen, is Jezus niet kennen, is Zijn offer niet kennen en dus ook niet erkennen. Wat per definitie inhoudt dat je ervoor kiest om het pad naar de troon van G'd af te sluiten voor jezelf, laten we ons bewust worden van wat dit dus betekend.

G'd is liefde en heeft ons die liefde gegeven, laten wij die liefde doorgeven aan elkaar, zonder vragen, zonder commentaar, zonder verwijten, maar de andere, (dus ook de fout makende broeders en zusters) uitnemende achten dan onszelf. Onthoud dat jouw manier van zondigen je niet een beter christen maakt, dan het zondigen van jouw broeder of zuster, hem of haar een beter christen maakt. G'd houdt van ons allemaal en Hij is een goed werk in ons begonnen en G'd gaat dat goede werk afmaken, zodat wij allemaal straks mogen zijn op de plek die Jezus door Zijn offer voor ons heeft kunnen klaarmaken.

Strek je armen uit en ontvangt elkaar in liefde, zie uit naar elkaar, bidt voor elkaar en vier feest met elkaar als een verloren zoon of dochter de weg naar het vaderhuis heeft teruggevonden.

G'd ziet het hart aan en Zijn armen staan altijd wijd open, dus ook voor jou ondanks je openbare of verborgen zonden. Het aan de oppervlakte brengen van jouw zonden is alleen bedoelt om je vrij te maken en je te heiligen en niet om je te veroordelen of je iets te verwijten. Zo werkt G'd, hoe werk jij, hoe werken wij, hoe werkt jouw gemeenschap van gelovigen?

- YHVH M'kadesh - De HEER Die Heilig Maakt -

Reacties

Populaire posts