het begin van het kwaad (1/2)
Ezechiël 28:14-18 U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen.Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd. Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub, uit het midden van de vurige stenen. Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig, u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister. Ik wierp u ter aarde, Ik stelde u voor koningen, opdat zij op u neer zouden zien.
Het was niet Adam en niet op aarde waar de zonde begon. In de hemel daar waar de Schepper van hemel en aarde troont heeft de zonde, zijn begin. Een engel, een dienende geest, wellicht de engel onder de engelen die bij God op de heilige berg woonde kwam in opstand tegen zijn Maker. Niet omdat Gods regering rammelde aan alle kanten, en gepaard ging met onrecht en liefdeloosheid, leugen, bedrog, list en moord, verre van dat alles. Maar dat is wel wat deze cherub, deze voormalige beschermende engel alles en iedereen wil doen laten geloven.
Jakobus 1:13-15 Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt. Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood.
De aanleiding, het waarom is mij tot op de dag van vandaag nog steeds niet helder, het is mij nog steeds niet gegeven om te begrijpen waarom de engelen en de mensen, die perfect geschapen waren, toch overstag gingen om ongehoorzaam te zijn aan God. Je hebt haast de neiging om te denken dat het in ons zit, God heeft van ons nl geen robots gemaakt. Hij is liefde, Hij heeft die liefde doorgegeven aan Zijn schepselen, in hen woont de Geest van God in hen woont liefde en toch was het blijkbaar niet genoeg voor deze en gene. Dat wat de engelen hadden, aan rol, karakter, gaven, talenten was voor een deel van Gods engelen niet genoeg en zijn zij op den duur gaan geloven in hun eigen leugens, van recht op meer, recht op een andere weg, recht op een andere regeringsvorm, recht op een andere rol, een andere vorm van aanzien, een recht die volgens Jacobus voort is gekomen vanuit hun eigen begeerten. God dienen doen we nl uit vrije wil, doen we graag, God liefhebben doen we met alles wat we in ons hebben.
Mattheüs 22:37-40 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
Het kwaad is dus begonnen in de hemel, dat antwoord kan ik jullie idd zo geven, dat is wat de bijbel ons leert. Wat de bijbel ons ook vertelt is dat het begint bij ons zelf. Het is niet God die iemand of iets gemaakt heeft wat ons heeft laten zondigen, noch dat iets of iemand ons gedwongen heeft, maar dat het in ons begint te spoken, te broeien en dat we eraan toe hebben gegeven, blijkbaar dus geen nee konden zeggen tegen dit soort gedachten en gevoelens. Bij de engelen ging het gelukkig niet helemaal fout, het merendeel van Gods dienende geesten hebben de verleiding van satan kunnen weerstaan en zijn trouw gebleven aan God. Dat we nu met demonen, boze, kwade en duistere geesten te maken hebben bewijst op zich al dat de vrijheid om een andere keuze te maken wel degelijk bestaat, maar belangrijker nog is dat je je kunt verzetten tegen de verleiding om jouw Schepper van Zijn troon te willen stoten, meer wil dan je zijn en je rol daarin toekomt, omdat het naadloos en perfect aansluit bij wie jij bent en tot welk doel.
Openbaring 12:12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
Genesis 3:1-5 De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof? En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u. Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.
Reacties
Een reactie posten