welke routekaart geeft vertrouwen

Exodus 23:20 Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb.

Wanneer laten gelovigen zien, wanneer laten zevende dags adventisten zien aan de wereld dat we een levende God dienen die zorgt, die over ons waakt, die wil dat wij bij elkaar komen, die wil dat wij Hem aanbidden op een gemeente manier, op een bij elkaar komen manier?

Ik geloof ook in de wetenschap, ik geloof in de kracht van de mens dat zij met oplossingen kunnen komen, ondanks het feit dat ik niet geloof in iedere oplossing die mijn medemens denkt aan te moeten dragen, geen vertrouwen heb in een vaccin die in sneltrein vaart er door gedrukt is, een vaccin die op DNA niveau zijn werk moet verrichten. Een oplossing waar ze al 40 jaar lang aan gewerkt hadden, maar tot nu toch nog steeds niet gelukt was, en nu in nog geen negen maanden tijd oplossing moet zijn voor al onze dagelijkse wereld problemen.

Ik geloof al helemaal niet in oplossingen die zelfs in wetgevingen zijn vastgelegd om straks iedereen die niet in de pas loopt in de ban te doen, als staatsvijand aan te merken, als terrorist te betitelen, en medeburger die door zijn eigen overtuigingen op enig moment blijkbaar tegen zijn regering is gekant en die daardoor voor zijn medeburgers een gevaar is en zelfs als moordenaars kan worden gebrandmerkt.

Wachten we op God, is God stil, laat Hij zijn kinderen zwemmen en in het ongewisse, of is het Zijn wil dat wij ons onvrijwillig laten inspuiten met stoffen waarvan de uitwerking op de lange termijn niet helder is en misschien wel voor nog meer schade zorgt dan de sociale en economische schade die we al hebben opgelopen?

Wanneer gaan we als kerk het vertrouwen in de levende God die zorgt weer op pakken, wanneer mag God zelf weer een Woord meespreken, wanneer gaan we weer gemeenten zijn met alle maatregelen die we kunnen nemen, want we mogen bij elkaar komen maar we vertrouwen het niet of Hem niet, maar wel de menselijke oplossingen die worden geboden, de menselijke route kaart, de menselijke weg door deze aardse woestijn.

Sinds de zondeval, na de schepping al duizenden jaren gaan mensen dood, mensen sterven omdat er een dodelijke satanische virus in ons is gaan heersen. Mag het risico op positief bevonden worden, mag het risico op besmetting, mag het risico op ziek worden, mag het risico op overlijden aan een virus of welke ziekte dan ook ons ervan weerhouden om bij elkaar te komen? Mag het overlijden van mensen in elke fase van onze geschiedenis, en wat zich iedere dag voordoet, onder de mensen en onder Gods kinderen een reden zijn om God te wantrouwen, een levende God te wantrouwen die van ons houdt, die zorgt, die zijn Engelen voor ons uitzendt, die een wolkkolom geeft zodat de zon ons overdag niet steekt, die een vuurkolom geeft voor de nacht zodat we warmte en licht hebben, waardoor we niet sterven van de kou, tastend in het duister, die een regenboog geeft als belofte dat Hij met ons meegaat, van ons houdt, iedere dag naar ons omziet, naast ons staat, en met Zijn liefde ons draagt en omringt, die Zijn eigen Zoon naar de aarde heeft gestuurd zodat wij verlost, gered en vrijgekocht kunnen worden van de zonde en de dood?

Wanneer gaan we die Grote Almachtige God, de Schepper van Hemel en aarde, de Verlosser en Redder van de Mens, de Bron van Liefde, Leven, Kracht, Goedheid, Barmhartigheid, Genade, Vrede en Harmonie ons vertrouwen terug geven?

Wanneer gaan we weer getuigen en de wereld laten weten en zien, dat er een God is die werkelijk leeft, dat Hij te vertrouwen is en dat Hij zich houdt aan Zijn Woord, dat Hij een eigen routekaart heeft, ons leidt en ons veilig en wel op die plek brengt waar Hij een plaats voor ons heeft klaar gemaakt, omdat Hij wil dat wij bij elkaar komen en zijn, voor altijd, en daar wekelijks, daar iedere Shabbat van en mee mogen getuigen?!

Genesis 2:2,3 Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken.