ben ik een jood bij een jood en ben ik een griek bij een griek?

"Want hoewel ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden." 1Kor. 9: 19-23

In de middeleeuwen hadden de mensen niet de vrijheid om te geloven en konden ze niet hun overtuiging volgen. De religie en alle ins en outs werden door kerk en staat voorgeschreven. Tegenwoordig is dat wel anders, kennen we een extreme andere kant van de medaille, nl dat iedereen voor zichzelf leeft.

In de kerken horen we terecht de klacht dat er een grote terugloop is, secularisatie noemen ze dit wel met een chic woord. Maar chic of niet het is natuurlijk best wel treurig dat de blijde boodschap, van verlossing en redding niet meer wordt omarmt.
De vraag waar dit mee te maken heeft mag best gesteld en onderzocht worden. 
Heeft het te maken met de invulling van de diensten, houden wij voldoende rekening met de doelgroepen, is het eigentijds, hebben we de (vormen) dienst niet verheven boven het samenkomen in de naam van de Heer? Is het de muziek die niet voldoet, of juist veel te eigentijds?



Hebben we van onze kerk een instituut gemaakt, met machtsverhoudingen, waar verantwoording afleggen aan elkaar en het vasthouden aan de diensten verheven is boven het samenzijn, boven het gemeenschappelijk G'd zoeken en aanbidden. Letten we op de behoefte van de individu of worden die "geslachtofferd" vanwege het algemeen "goed" en doel? Hoe flexibel gaan we om met elkaar en met het inrichten van onze diensten? Staat het ontmoeten van onze Heer en Heiland in alle diensten die wij met elkaar houden centraal?
Paulus laat ons in ieder geval een mooi principe zien: Hoewel ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. Slaaf en onderdanig zijn ter wille van het Evangelie leidt tot het winnen van meer mensen. Zou dan het tegenoverstelde ook waar zijn?

Ben ik een Jood bij de Joden, en ben ik een Griek bij de Grieken. Ben ik een hoog opgeleide bij de hoogopgeleide, maar ben ik een ongeletterde bij een ongeletterde? Hoe sta ik in het leven, hoe sta ik tegen over mijn medemens, en hoe sta ik tegenover mijn broeders en zusters in de kerk? Dienen we een gemeenschappelijk doel, en is ons streven om en met name samen G'd te zoeken, te vinden en te aanbidden? Werken we aan constructieve diensten, waarin ieder zich thuis voelt, is er ruimte in onze herberg voor de verschillen, voor het anders mogen zijn, voor groei en ontwikkeling, ieder individu staat nl op een andere spot op de Jacobs ladder.

Hoe nederig staan wij tegenover de ander, tegenover de verschillen, tegen over de zonen die erop gaan om de erfenis te verbrassen, tegenover de ouderling die iets te graag op het podium staat en vindt dat hij de eindverantwoording heeft, of de diaken die niet altijd even goed de dienst voorbereid, de muziek die vaak tekort schiet, en stellen wij ons dan op als slaven om met ons talent ieder departement of ieder individu op een hoger plan te tillen?

Weten wij hoe diegene die naast ons zit in de dienst denkt, zich voelt, wat zijn/haar strijdt is, hoe zijn dagelijks leven eruit ziet en wat zijn favoriete kleur is of bijbeltekst, maar ook wat zijn grote struikelblokken zijn in het leven, of zelfs de struikelblokken en hoge drempels die wij als kerk, als instituut, als onwrikbaar statisch en onbuigzaam "gebouw" opwerpen en daardoor de gang naar G'ds bedehuis bemoeilijken? Dragen wij met onze verantwoordelijkheden bij aan een harmonieuze gemeenschap?

G'd wil bij ons wonen, de reden dat G'd bij ons wil wonen, zal dezelfde reden moeten zijn waarom wij onze kerkdeuren openen iedere week, moet dezelfde reden zijn waarom wij ons hart openen voor elkaar, voor de verschillen, voor het anders zijn.
Open armen, voor het verlorene, voor de Jood, de Griek maar ook voor de verloren zoon die veel schuld op zich geladen heeft. Anders als bij Kaïn mogen wij denken en weten, dat geen zonde te groot is om vergeven te worden. Het offer van Jezus is groter dan welke zonde ook, G'ds liefde stijgt boven onze vuiligheid, onze haat, ons addergif en bloedvergieten uit. Daar waar G'ds liefde tot uiting komt, daar zal Hij in ons midden zijn, niet in een gebouw maar in ons hart, en dat hart mogen we delen, dat strekt tot ware gemeenschap van gelovigen.

"Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent; als u liefde onder elkaar hebt." Joh. 13: 35

Reacties

Populaire posts