genesis 28: jakob naar mesopotamie
"Toen riep Izak Jakob en zegende hem; en hij gebood hem en zei tegen hem: Neem geen vrouw uit de dochters van Kanaän. Sta op, ga naar Paddan-Aram, naar het huis van Bethuel, de vader van je moeder, en neem vandaar een vrouw voor je uit de dochters van Laban, de broer van je moeder."
Soms kan het gewoon niet op, zegen op zegen, ondanks het feit dat de omstandigheden een tegenstrijdig beeld opleveren. Jakob moet weg, weg van zijn ouders en broers en met name zijn broer is de reden waarom hij het gezin moet verlaten. Voor dat Jakob gaat roept Izak hem bij zich om hem te voorzien van wijze raad, maar ook nog van een zegen.
De zegen die gekoppeld was een het eerstgeboorterecht had hij al gekregen van zijn vader, derhalve is het best wel raar te lezen dat Jakob weer door Izak gezegend wordt terwijl nog niet zolang daarvoor Ezau heeft moeten bidden en smeken om uberhaubt voor welk een kleine zegen dan ook nog in aanmerking te komen. Izak had nl alles al vergeven aan Jakob, maar weet er gelukkig toch nog een zegen uit te persen voor Ezau.
Nu, zomaar uit het niets komt er weer een zegen voor Jakob. De zegen lijkt verdacht veel op de zegen die Jakob als eerstgeborene al had gekregen. Het is natuurlijk niet raar dat als je iemand zegent dat je dat doet met de intentie om hem of haar een goed leven te geven. Het was in die tijd niet een kwestie van gunnen maar van geven, zover ging de macht/zegen van vader op zoon.
En toch is deze zegen van een andere orde, deze zegen richt zich min of meer tot Jakob zelf en zijn nageslacht. Dat het goed met Jakob mag gaan, dat hij vruchtbaar mag zijn en terug mag komen en het land in het bezit mag nemen die G'd aan Abraham belooft heeft. Hier zien we ook wel de link met zijn eerdere zegen, want G'd had Abraham geroepen om van hem een grote natie te maken in het land die G'd voor hem en zijn naaste bestemd had. Een extra steun in de rug van Jakob om uiteindelijk te komen tot Israel.
Jakob verlaat zijn huis en haard en gaat op weg naar Mesopotamie, naar de broer van zijn moeder.
Ezau heeft het afscheid waargenomen, de zegen gehoord waarmee Jakob is weggestuurd, maar ook het advies om niet te trouwen met een dochter van Kanaän. Hier worden we dan eens te meer geconfronteerd met het verschil tussen Jakob en Ezau.
Het heeft er alle schijn van dat Ezau blijkbaar nu pas tot de ontdekking komt dat de dochters van Kanaän niet deugen in de ogen van zijn vader. Om die reden neemt hij zich Machalath de dochter van Ismael tot vrouw, naast zijn andere vrouwen. Je zou kunnen zeggen dat Ezau de genegenheid van zijn vader hiermee probeert te winnen, iets goeds wil doen, maar niets is minder waar. De vorige hoofdstukken laten op geen enkele manier een wanklank horen tussen Izak en Ezau. Izak staat zelfs op het punt om Ezau het eerstgeboorterecht met daaraan gekoppeld de zegen te geven. Als Rebekka en Jakob niet tussen beide waren gekomen dan zou dat zo maar eens gebeurd kunnen zijn. Hoewel ik persoonlijk denk dat G'd op Zijn manier en op Zijn tijd ingegrepen zou hebben.
Was dit een daad van respect naar zijn ouders, omdat hij al de mist was ingegaan met het trouwen van twee Hethietische vrouwen? Even een stapje terug. Ismael was idd een zoon van Abraham, maar Ismael behoorde niet tot de zoon van de belofte, en speelde in directe zin geen rol in het stichten van het beloofde volk, de grote natie die tot zegen zou zijn voor de rest van de wereld bevolking. Een natie waarin alle volken van de wereld gezegend zouden worden. Was dit dan misschien een Kain actie? Kain die een "offer" bracht waarmee hij iets wilde forceren binnen G'ds plan, een alternatief op G'ds wet en voorschriften, op G'ds Weg om de mens te redden en te verlossen. Kain koos voor een offer die absoluut niet in de plaats kon worden gebracht van het offer zoals Abel die bracht. Abels offer wees op de komende Messias, Kaïns offer was gelijk aan het maken van vijgenbladeren om de zonde, te bedekken.
Ismael op die manier en tegen G'ds wil in, binnen deze lijn van de familie brengen was van het zelfde laken een pak, dit was niet G'ds bedoeling en wil en zou ook nooit geaccepteerd worden door G'd. Deze daad van Ezau staat dan ook weer in verhouding met hoe hij in het leven stond en hoe hij om was gegaan met het eerstgeboorterecht. G'd vraagt toewijding op Zijn manier, niet op onze manier. G'd zoekt de Abel's en niet de Kain's. G'ds plan is te complex en vraagt van onze kant geen inmenging, maar een Ja, een Amen en een Halleluja.
"En moge God, de Almachtige, je zegenen, en je vruchtbaar en talrijk maken, zodat je tot een menigte van volken zult worden. Moge Hij je de zegen van Abraham geven, jou en je nageslacht met je, zodat je het land waar je vreemdeling bent, dat God aan Abraham gegeven heeft, in bezit krijgt."
Reacties
Een reactie posten