jesaja 12: G'd is mijn heil, mijn kracht en hoogverheven

Ik prijs U, Heer! Want U was erg boos op mij, maar nu niet meer. Nu troost U mij. U bent mijn Redder. Ik zal op U vertrouwen en niet meer bang zijn. Want U bent mijn kracht en mijn lied. U heeft mij gered."

Dankbaar dat G'd niet boos, maar toornig op ons is geweest. Ik weet niet of ik dat zo prettig vindt.
G'd is liefde en G'd kan ook toornig zijn, mijn voorkeur lijkt uit te gaan naar liefde. Zeker als ik even met een schuin oog achter mij kijk en in gedachten ver terug ga in de tijd en dank aan het verhaal van Noach. 

Zover ik het begrijp, haat G'd de zonde, maar de mens niet. Als we kijken naar G'ds kinderen door de hele bijbel heen dan staaft dan mijn conclusie. Net als de vraag aan Jezus; wanneer hebben wij U dan naakt gezien en gekleed, of hongerig en gevoed, klinkt in mijn hoofd ook nu de vraag, wanneer was U toornig op mij? Natuurlijk laat satan mij iedere dag geloven dat G'd boos is op mij, met een strenge wijzende vinger minachtend op mijn neerziet en ernstig neen knikt met Zijn hoofd. Maar dat beeld mogen we gelijk weer vergeten want hoewel G'd de zonde haat, helpt Hij ons iedere dag om een overwinnend leven te leiden, mogen wij onze fouten en gebreken bij Hem neerleggen en Zijn last die ligt is, en Zijn juk die zacht is aannemen.

Als ik zondig ben en dus niet erken dat ik een Verlosser nodig heb, als ik niet overtuigd wil worden van het feit dat Jezus het Lam van G'd is dat de zonde van de wereld wegneemt, mij niet afhankelijk opstel van deze enige Bron van redding en verlossing, dan komt G'ds toorn over mij. Wie zal dan bestaan, wie overleeft G'ds toorn?

G'd was toornig op mij maar Zijn toorn is afgewend en dat kan maar op één manier en maar om één reden. De manier is het offer van Jezus Christus om de zondeschuld van de mens. De toorn van G'd komt en kwam op Zijn Zoon. Als ik daarop vertrouw, als ik daarop bouw en ik geef al mijn zonden af, en leg ze op Jezus (op het Lam) en laat ze daar, dan is Hij mijn Plaatsvervanger die G'ds toorn voor mij heeft gedragen. Let wel heeft gedragen, want ongeveer twee duizend jaar geleden heeft dit feit plaatsgevonden en is de zondeschuld van mij afgenomen in Christus. Jezus moest sterven omdat Hij mijn schuld op zich naam, Jezus heeft G'ds toorn volledig ondergaan en in elke vezel van Zijn lichaam ervaren, tot in de dood, zodat ik vrij kan zijn van G'ds toorn, en leven mag en straks bij G'd mag en kan wonen.

Als ik mijn zonde beleid, als ik berouw toon over mijn zonden, en over mijn zondige daden, dan vind ik troost bij Hem, dan is G'd niet de toornige G'd meer, maar is Hij mijn burcht en heil geworden.
Angst zal plaatsmaken voor vertrouwen, omdat G'd mijn bron van kracht is, de Heere Heere is mijn aanbidding en psalm.

Als G'd mij roept tot de wedergeboorte, als ik mij in de kracht van de Geest afkeer van mijn verdorven, en dorre weg, ja zeg tegen het offer van Jezus, omdat ik geloof, en mij laat dopen, dan zal mijn leven een G'd welgevallig offer zijn, dan zal mijn leven een danklied zijn voor Zijn Aangezicht.

Deze gave van vrijheid en verlost van schuld, door G'ds liefde voor ons, wil ik delen met al diegene die Hem zoeken, dan zal ik de wereld om mij heen vertellen van Zijn grote weldaden, zodat Zijn koninkrijk ook in de levens zullen komen van hen en Zijn naam nog groter gemaakt zal worden op aarde zoals in de Hemel. In de Hemel omdat G'd daar troont, op aarde omdat ik zitten mag aan zijn voeten. G'd houdt van ons net zoveel als Hij houdt van Zijn eigen Zoon.

"Dank de Heer! Aanbid Hem! Vertel de volken wat Hij allemaal heeft gedaan. Vertel dat Hij de machtige God is. Zing voor de Heer, want Hij heeft geweldige dingen gedaan! De hele wereld moet het weten. Juich en jubel, bewoners van Sion, want de geweldige en Heilige God van Israël woont bij jullie!"