Jesaja 7: laat ons leven meer zijn dan doornen en distels

G'd is een G'd van liefde, maar ook een G'd van gerechtigheid.

De weg naar de troon van G'd is geplaveid door Zijn Zoon, door onze Heer van de Legermachten, Jezus Christus. Dit houdt ook in dat als wij een leven leiden die niet in overeenstemming is met G'd en Zijn geboden en verordeningen, dat ons de wacht wordt aangezegd. Het kan niet zo zijn dat wij een leven leiden dat tegen Zijn wil in gaat en tegen onze overtuiging, verkregen door de Heilige Geest. G'd is getrouw, maar als wij Hem niet in de gelegenheid stellen om die trouw en liefde aan ons te betonen dan zal onheil, doornen en distels, dorheid, verlatenheid en vertrapt worden, ons deel zijn.

Als we dat over onszelf uitroepen omdat wij Zijn wetten en verordeningen ombuigen naar ons believen, als we wat recht is krom praten om onze begeerten en lusten te kunnen botvieren en te rechtvaardigen, dan zal onze toekomst overeenkomen met onze keuzes, onze lusten en begeerten. Hoewel G'd er alles aan zal doen om ons op andere gedachten te brengen, omdat Hij een mooie toekomst voor ons in petto heeft kan Hij niet meer doen dan onze keuze respecteren, waardoor wij vaak G'ds sterke arm die nooit te kort is om te verlossen en te redden, afwijzen.

G'd wil niet dat wij een leven leiden in angst en verlatenheid, dat wij omkomen in doornen en distels maar dat wij van de boter en de honing eten en uitzien naar de de maagd die zwanger zal worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel (G'd met ons) geven.

"En de HEERE zei tegen Jesaja: Ga nu op weg, Achaz tegemoet, u en uw zoon Sjear-Jasjub, naar het einde van de waterloop van de bovenvijver, bij de weg naar het Blekersveld. Zeg dan tegen hem: Beheers uzelf, blijf rustig, wees niet bevreesd, laat uw hart niet week worden voor die twee rokende stukken brandhout, voor de brandende toorn van Rezin en Syrië, en van de zoon van Remalia. Syrië heeft immers kwaad tegen u beraamd, samen met Efraïm en de zoon van Remalia

Toen zei hij: Luister toch, huis van David, is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat u ook mijn God vermoeit? Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. Boter en honing zal Hij eten, totdat Hij in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen.

Voorzeker, voordat de jongen in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land verlaten zijn, namelijk het landvan de twee koningen voor wie u in angst verkeert.

Ook zal het op die dag gebeuren dat elke plaats die daar was met duizend wijnstokken, ter waarde van duizend zilverstukken, zal dienen voor doornen en distels."